Kruisbessen in de tuin

Vakantie

Je leest het goed, ik schrijf vandaag al over vakantie. Ga ik dan nu – op de laatste dag van mei – al met vakantie. Wel, ja en nee, … of eerder nee, en toch al wel een beetje.

Want, ja, dit is mijn laatste schrijfsel voor dit werkjaar. Ik schrijf elk jaar zowat van oktober tot en met mei. Van juni tot en met september neem ik vrijaf, ‘t is te zeggen, toch wat bloggen betreft. Al dat andere werk loopt voorlopig nog wel even door, dus echt vakantie is het nog niet. En toch, dat ik je vandaag voor de allerlaatste keer van dit seizoen een berichtje stuur, dat geeft mij toch al een beetje een vakantiegevoel. Er komt wat tijd vrij …

Laat dat nu precies zijn wat het woord ‘vakantie’ in zich draagt: er komt wat tijd vrij! Ons Nederlandse begrip ‘vakantie’ komt van het Latijnse woord ‘vacare’, waar ons woord ‘vacuüm’ dan weer van afgeleid is. Vakantie doet een leegte ontstaan, een vacuüm in de tijd. De gewone gang van de dagen wordt even onderbroken, en dat doet letterlijk ‘vrije tijd’ ontstaan. Er hoeft even niks, je krijgt alle ruimte om in te gaan op dat wat zich spontaan aan je aanbiedt.

Dat laatste is natuurlijk alleen maar waar als wij niet al die ‘vrije tijd’ al van te voren invullen met allerlei dingen die ook weer moeten. Dat kunnen huis-, tuin- en keukenklussen zijn, al die dingen waar je doorheen het jaar niet aan toekomt, maar dat kan evengoed gaan om de ‘verplichte grote reis’, omdat zoiets nu eenmaal hoort. Vakantie wordt nooit echt vakantie als alle vrije tijd al van te voren propvol is ingevuld. Vakantie wordt pas echt vakantie als er ruimte blijft, vrije tijd, waarin gebeuren mag waar jij op dat moment écht van genieten kunt.

Ooit – lang geleden, zo’n 19 jaar al, en ja, dat was toen ik nog pastoraal werk deed en ook daarvoor al diepe dingen schreef. Ooit, dus – schreef ik over vakantie al het volgende:

Heb jij dat ook? Dat gevoel het hele jaar door te moeten lopen en vliegen om er te geraken. Voor je gezin, voor je werk, voor de vereniging waar je lid van bent, … Altijd is er wel iets dat je aandacht en je energie vraagt. Altijd is er wel iets waarbij jouw hulp nodig is. Zonder dat je het in de gaten hebt, blijft steevast datgene liggen wat je voor jezelf had willen doen. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd maken voor jezelf …

Heb jij dat ook? Dat gevoel toch zo weinig tijd te kunnen maken voor de mensen om je heen, voor buren, familie en vrienden. Voor je ‘t weet is er weer een jaar voorbij waarin je steevast dezelfde mensen liet wachten op een telefoontje, een bezoekje of een ander teken van leven. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd maken voor anderen …

Heb jij dat ook? Dat gevoel geen tijd te hebben om stil te vallen. Om te genieten van zoveel moois om je heen. Om echt dankbaar te zijn. Om te bidden. Een dag, een week, een jaar zijn in een flits voorbij. En steevast is het dat moment voor ‘God’ dat plaats moet maken voor wat anders. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd voor ‘God’, dé Ander …

Mijn wens voor jou? Een vakantie met wat tijd. En mocht jouw vakantie al voorbij zijn, dan wens ik je een jaar vol her-inne-ring aan echte vakantietijd.

Dus, ja, ik hou er voor nu even mee op. Ik neem tijd voor mezelf – mijn eigen huis en tuin: lekker kokerellen met kruiden en met bessen uit die tuin van mij. Ik neem tijd voor mensen voor wie ik in mijn drukke leven doorgaans minder tijd kan vrijmaken. En ik neem tijd om stil te vallen, weer ‘God’ op het spoor te komen in dat leven van mij: noem het inspiratie, bezieling, begeestering. Want juist die Bron is het van waaruit ik dan weer een jaar het beste van mezelf kan geven, overal waar dat nodig is.

En dus, ja, zo’n ‘vakantie’ wens ik ook jou toe. Moge jij ruimte vinden, moge jij tijd vinden: voor jezelf, voor belangrijke anderen, voor die ‘diepte binnen in jou’ ook ‘God’ genoemd. En moge je na die vakantietijd vol frisse energie weer aan de slag kunnen met alles wat zich dan weer aandient.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Foto van een natuurlijk waterbekken tussen de rotsen

‘Ikigai’, oftewel: ‘Waarom ik ‘s morgens mijn bed uit kom.’

‘Ikigai’ is een Japans woord, ons bekend uit de Blue Zone op Okinawa. Okinawa is een eiland in de Japanse archipel. Daar leefden rond de millenniumwisseling procentueel gezien meer honderd-en-meer-jarigen dan elders in de wereld. Een van de redenen die deze mensen daarvoor opgaven was ‘Ikigai’, wat zoveel betekent als: Ik heb een reden waarom ik nog steeds elke morgen mijn bed uitkom. Ik heb een taak, mijn leven is zinvol.

Had ik het in een vorige blog over ‘downshift’ – stilvallen, geregeld even niksen -, dan is de tegenhanger daarvan ‘purpose’ – een doel hebben in je leven. Mensen die een doel hebben in hun leven en die hun leven als zinvol ervaren, zijn gelukkiger, blijven langer gezond en leven uiteindelijk ook langer. Wie geen doel heeft in het leven, valt makkelijker ten prooi aan depressiviteit en levensmoeheid.

Een doel hebben in je leven

Een reden om ‘s morgens op te staan heb je natuurlijk al gauw. Als kind moet je naar school, als volwassene moet je eruit om voor je gezin te zorgen, om naar het werk te gaan, om al die dingen te doen die elke dag weer op je afkomen. Maar nu ik herlees wat ik  zojuist schreef, voel ik hoe weinig positieve kracht daarvan uitgaat. Als je leven alleen bestaat uit dat wat moet, dan gaat er geen vreugde van uit. En als er geen vreugde van uitgaat, dan volgt ook geen geluk, gezondheid of langer leven. Willen we die vinden, dan is er een zekere ‘drive’ nodig: goesting om te doen wat je te doen hebt.

Nu zijn er natuurlijk een aantal dingen die een invloed hebben op het vinden van ‘goesting’ in wat je te doen hebt. Een eerste zal zeker gaan over hoe zinvol jij die dagtaak ervaart. Uit werken gaan – zelfs als dat werk je niet helemaal ligt – zal je met meer voldoening doen als dat je andere mogelijkheden geeft: voor je gezin zorgen, een huis verwerven, op reis kunnen gaan, … Als die dagtaak voor jou dan ook nog zinvol is op zichzelf, en als jij je erin kunt ontplooien, dan vermeerdert dat de energie die je ervan krijgt.

Een tweede wat invloed heeft op jouw ‘goesting’ om je dagtaak aan te vatten is dat die dagtaak bij je past. Je begrijpt dat als die dagtaak fysiek te zwaar is voor jou, of als je bij die dagtaak voortdurend moet zitten terwijl jij veel liever in beweging bent (of omgekeerd), of als die dagtaak te veel van je intellectuele vermogens vraagt of juist te weinig, dat het dan met die ‘goesting’ niet zo best zal blijven gaan. Je kunt even op de tippen van je tenen lopen, maar je houdt dat onmogelijk langere tijd vol.

Nog belangrijker wellicht is of je al dan niet voldoening haalt uit wat je doet. Het gaat erom dat wat je doet, op het moment dat je het doet, je meer energie geeft dan het energie vraagt. Dat kan gaan om wat je doet op zich, maar ook om het resultaat van die taak of om de mensen die je daarbij ontmoet. De balans tussen energiegevers en energievreters moet in evenwicht zijn, of nee, liever toch een beetje doorslaan in de richting van die energiegevers. Als je aan een job niet alleen centen overhoudt, maar ook fijne contacten met collega’s en het gevoel te hebben bijgedragen aan iets goeds, dan is die job voor jou leven-gevend, letterlijk!

Je unieke levensopdracht

Wil je in dit alles nog een stapje verder gaan, probeer dan zicht te krijgen op jouw unieke levensopdracht. Dat kan een opdracht zijn voor een heel leven lang, maar dat kan evenzeer een tijdelijke opdracht zijn, of nog opeenvolgende tijdelijke opdrachten die aaneengeschakeld worden tot één grote levensopdracht.

Voor velen bestaat die opdracht er minstens voor een deel uit een relatie aan te gaan, kinderen op de wereld te zetten en daarna misschien ook nog de zorg op te nemen voor kleinkinderen en zelfs achterkleinkinderen. Ook in de originele Blue Zones zie je dat oudere mensen die mee instaan voor de zorg van kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen daar levensvreugde, een betere gezondheid en een langer leven uit halen.

Voor wie nog even dieper wil graven naar die unieke levensopdracht, geef ik het volgende mee:

  1. Lijst even al jouw talenten op. Pak een blad papier en noteer daarop alles wat jij goed kunt. Wees daarbij eerlijk en kijk vooral ook even verder dan naar wat je gewoonlijk doet.
  2. Pak daarna een ander blad papier en noteer daarop alles waar jij enthousiast van wordt, alles wat jou blij maakt. Kijk ook naar waar jij als kind van droomde, waar je toen gelukkig van werd.
  3. Leg uiteindelijk die twee blaadjes naast elkaar. Jouw unieke levensopdracht ligt ergens op het snijvlak van die twee. Heb je ergens wel de talenten voor, maar je mist het nodige enthousiasme, dat is het toch dat niet. Ben je ergens heel erg enthousiast over, maar je beseft dat je niet kunt wat daarvoor nodig is, dat is het ook dat niet. Jouw unieke levensopdracht kent ze allebei tegelijk: het enthousiasme én de talenten.
  4. Eén ding is nu nog nodig: als jij jouw unieke levensopdracht vervult, dan vind je daar niet alleen vreugde in voor jezelf. Wil het plaatje helemaal kloppen, dan heb jij er deugd aan, maar ook de wereld rondom – de mensen, de dieren, de natuur, moeder aarde zelf. Je wordt als het ware een waterbekken dat zich vult en waarvan het water overloopt. Jouw unieke levensopdracht? Jij wordt er beter van en de hele wereld met jou!

Dat laatste wens ik de wereld toe. Ik zou willen dat heel veel mensen op zoek gaan naar die eigen unieke levensopdracht. Ik zou willen dat meer en meer mensen de vreugde uitstralen van een zinvol leven en daar geluk, gezondheid en een lang leven in vinden. En ik zou willen dat de wereld delen mag in al die overvloed.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Regelmatig even niksen

Zoals je misschien al weet, verdiep ik me momenteel in The Blue Zones, een aantal gebieden in de wereld waar mensen uitzonderlijk lang, uitzonderlijk gezond en uitzonderlijk gelukkig leven. Uit het bestuderen van deze originele Blue Zones heeft Dan Buettner negen lessen getrokken, negen richtlijnen die elk op hun beurt leiden tot gezonder leven.

The Blue Zones: Power Nine

We hadden het eerder al over beweging en over voeding, twee bijzonder belangrijke pijlers als het gaat om gezondheid. Minstens even belangrijk echter is jouw kijk op het leven, je manier van omgaan met de dingen die op je pad komen. In de Power Nine, de negen lessen klinkt dat als: Right Outlook. En onder het tabblad ‘Right Outlook’ vind je twee richtlijnen:

    1. Purpose: een doel in je leven, een reden om ‘s morgens je bed uit te komen.
    2. Downshift: regelmatig stilvallen, even alle activiteit stilzetten om naar binnen te keren.

Beide staan met elkaar in relatie, ze kunnen niet zonder elkaar. Wil je op het spoor komen van het doel van jouw leven, val dan stil. Luister naar je binnenste en ga daarop in. Doe dat regelmatig opnieuw, want in de drukte van het dagelijks leven hoor je die roepstem pas als het te laat is: als je ziek valt, als het leven je dwingt het rustiger aan te doen.

Stilvallen, dagdromen, uit het raam zitten staren, lanterfanten, …

Onder ‘downshift’ verstaan we spontaan iets als ‘mediteren’. Dat klinkt verheven, en daarvan willen we nog wel geloven dat het goed is voor onze gezondheid en ons welbevinden. Ik wil in dit verhaal echter een hele stap vroeger beginnen. Lukt het ons nog wel om eens gewoon helemaal niks te doen? Even geen TV, geen radio, geen computer of smartphone. Even geen dingen te doen, geen boek of krant, gewoon niks.

Wij, Westerse mensen uit de 21ste eeuw, krijgen dagelijks meer prikkels dan een Middeleeuwer in zijn hele leven. Al die prikkels komen de hele dag door bij ons binnen en moeten dan verwerkt worden. Ons hoofd staat quasi nooit meer stil. Dat doet wat met een mens. Voor mezelf weet ik bijvoorbeeld dat, als de dag te druk is geweest en er onvoldoende ‘lege’ tijd was, ik dan ‘s nachts, nadat de eerste vermoeidheid is verdwenen, wakker lig om dan die overvloed aan prikkels te verwerken. Oplossing voor mijn slapeloosheid is dus ‘meer lege tijd overdag’.

Wat is dan voor mij ‘lege tijd’?

  • Een wandeling in de natuur, en dus leven op het tempo van te voet. Prikkels komen dan op je af op een manier die jou niet overweldigt. Er is zelfs ruimte om iets van de overvloed aan prikkels van de voorbije tijd los te laten.
  • Uit het raam zitten staren. Kijken naar de bloemen en de struiken in de tuin. Kijken naar een vogel of naar een kat die hun spel spelen.
  • Dagdromen en fantaseren, ontdekken welke richting het verlangen in mij uit wil. Het is in dagdromen en fantaseren dat creativiteit in mij ontstaat. De mooiste dingen worden geboren uit ‘niets doen’.
  • En tot slot: me vervelen! Ja, soms heb ik zo’n dag waarop ik nergens zin in heb. Geen goesting om ook maar iets aan te pakken. En als ik dat dan wel probeer, geef ik er na nog geen tien minuten de brui aan. Het is dan alsof diep van binnen iemand me toeroept: ‘Stop! Vandaag even niet!’ Op het eind van zo’n verveeldag weet ik het wel: dit was precies wat ik vandaag nodig had.

In al deze gevallen is mijn zelfgenezend vermogen op volle toeren aan het werk. Omdat er geen nieuwe info, geen nieuwe prikkels binnenkomen, krijgt mijn geest de kans om op te ruimen, om los te laten, om ruimte te creëren. In die ruimte ontstaat eerst rust en ontspanning, en vervolgens krijgt mijn wezen de kans om van zich te laten horen. In die ruimte ontdek ik, als ik luister, welke volgende stap ik dien te zetten om mijn leven de moeite waard te maken.

Ziek worden

Vaak is ziekte een middel om ons te doen stilvallen. Wie ooit een burn-out had, weet hoe je dan gedwongen wordt om niks te doen, en dat een hele lange tijd. Ergens in dat ziekteproces ontstaat iets als een vermoeden dat het ‘rennen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan’ van de tijd voor de burn-out je ziek heeft gemaakt. In de leegte ontstaat een verlangen om het voortaan anders te doen. Vaak ontdekken mensen op dat moment een andere drive, een ander doel. Een gedwongen ‘downshift’ (=stilvallen) brengt je op het spoor van een nieuwe ‘purpose’ (= levensdoel).

Ziekte is in die zin altijd een beetje een tijdstip van heroriëntering. Je was te druk bezig, je verloor te veel energie, en nu moet je gedwongen rusten. Je lichaam en je geest krijgen de tijd om te helen. En luister je goed naar je eigen binnenste, dan hoor je die stem die jou vertelt welke stappen je van hieruit zetten moet. Je komt op het spoor van dat diepere verlangen in jou. Volg je dat spoor, dan is heling het gevolg. Gezondheid volgt vaak vanzelf.

Pleidooi om dagelijks even te niksen

Jawel, ik hou een pleidooi om dagelijks even alle prikkels uit te schakelen. Doe even niks, zorg voor alleen maar natuurgeluiden, voor quasi stilstaande beelden. Lukt dat je niet ineens, waag je dan aan routineklussen: de afwas of de strijk doen, in de tuin werken, opruimen of poetsen. Het zijn dingen waarbij je niet hoeft na te denken en waarbij je geest alle ruimte krijgt om de indrukken van de voorbije dagen te verwerken.

Gun het jezelf om te luieren, te lanterfanten, te dagdromen. Dit is geen verloren tijd, integendeel. De tijd die je ogenschijnlijk verliest, krijg je dubbel en dik terug in efficiënter werk en in minder ziekteverzuim. Zoek je eigen manier om helemaal tot rust te komen en ervaar de deugddoende werking daarvan. Ik wens het je van harte toe.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Een zakhorloge ligt in het zand, beeld van intermittent fasting.

Intermittent fasting

Snacken, snacken, snacken

Er was een tijd waarin een maaltijd nog een maaltijd was: ontbijt, middagmaal, vieruurtje, avondmaal. Buiten die maaltijden om werd niks gegeten. Geen tussendoortjes, geen hapje hier of hapje daar, gewoon niks: vasten. Op vandaag eten velen van ons minstens zes keer op een dag, en sommigen snacken zelfs de hele dag door. Door artsen en diëtisten worden die vele kleine hapjes per dag zelfs als gezond voorgesteld. Jammer genoeg is dat laatste helaas onwaar.

Wij, Westerlingen, eten van ‘s morgens als we opstaan tot ‘s avonds als we slapen gaan. Ons spijsverteringsstelsel is daardoor quasi continu aan het werk. Maag en darmen krijgen amper rust. Je moet weten dat na die laatste hap het nog minstens twee uur duurt vooraleer die helemaal verteerd is en in het bloed opgenomen. Dat alleen al is een belemmering voor onze gezondheid, want ook ons spijsverteringsstelsel verdient een dagelijks rustmoment. Daarom is het een aanbeveling van gezondheidsbegeleiders om minstens de tijd tussen het avondmaal en het ontbijt op de volgende dag vrij van eten te houden. En ja, reken daar ook maar de energierijke dranken bij. Immers, ook alcohol en frisdranken moeten verteerd en in het bloed opgenomen worden.

Doordat wij ons spijsverteringsstelsel die avondlijke rust niet gunnen, en dus vaak te laat op de avond nog eten en drinken, krijgt het metabolisme op celniveau te weinig tijd. Even wat uitleg:

  • Voedsel komt, helemaal verteerd, ons bloed binnen. Dat met voedsel verrijkte bloed wordt continu het hele lichaam rondgepompt.
  • Elke cel in ons lichaam haalt uit dat met voedsel verrijkte bloed alles wat hij nodig heeft om zijn eigen specifieke taak naar behoren te kunnen vervullen.
  • Daar nu in het bloed ‘leegte’ is ontstaan, kunnen diezelfde cellen ook wat van hun afvalstoffen in het bloed achterlaten. Die afvalstoffen worden dan naar de lever en naar de nieren getransporteerd. Op die manier zuivert het hele lichaam zich, telkens en telkens weer.
  • Als in de nacht het laatste voedsel is verteerd, opgenomen en door de cellen verbruikt, ontstaat er in het bloed ‘een grote leegte’. Juist daardoor is de nacht dé ontgiftingstijd bij uitstek. Alle cellen, alle weefsels, alle organen ontdoen zich van alles wat niet meer bruikbaar is. Vervolgens worden allerlei herstelprocessen in gang gezet, waardoor wij ‘s morgen als herboren een nieuwe dag aanvatten.

Door telkens weer ‘s avonds laat nog te eten en te drinken, maken wij de tijd van ontgiften en herstel te kort. Geleidelijk aan stapelt het lichaam een teveel aan afvalstoffen op. Het doet dat eerst op de meest veilige plekken:

  • in de vetcellen. Vandaar dat vermageren zo’n lastige klus is, de opgestapelde gifstoffen komen immers in het bloed en zorgen ervoor dat wij binnen de kortste keren een poging tot vermageren opgeven.
  • in extra vocht dat in het lichaam opgehouden wordt. Immers, gifstoffen in verdunning zijn minder gevaarlijk dan gifstoffen pur sang.
  • in gewrichten en in spierweefsel. Dat geeft op korte termijn een stram gevoel en op langere termijn echte pijn- en bewegingsklachten.

Maar ook overdag eten wij te vaak. En dat geeft last aan ons immuunsysteem. Immers, iedere hap die naar binnen komt, wordt door ons immuunsysteem gecontroleerd op ‘vreemde indringers’: bacteriën, virussen, schimmels, parasieten. Als wij driemaal daags eten, dan moet het immuunsysteem driemaal daags een tweetal uur op post staan. Zolang duurt het immers tot alle voedsel als een verteerde brei in de darm terecht komt. Zowat 80% van ons immuunsysteem bevindt zich juist daarom in de darmwand. Daar komt de buitenwereld ons lichaam binnen. Eten wij zes keer per dag, dan moet ons immuunsysteem zes keer twee uur aan de slag. Eten wij quasi continu, dan is ons immuunsysteem continu in de weer. Daaruit ontstaan die steeds vaker voorkomende laaggradige ontstekingen. Dat laatste wil zeggen dat ons immuunsysteem eigenlijk nooit meer uitgaat. Het blijft steeds op een laag pitje aan de slag. Daarbij gaat het niet alleen echte vijanden te lijf, maar meer en meer ook dingen die voor ons niet echt een bedreiging vormen en zelfs het eigen lichaamsweefsel. Op die manier ontstaan allergieën en auto-immuunziektes.

Als je dan ook nog weet dat het immuunsysteem een van de duurste systemen in ons lichaam is – het verbruikt heel veel energie – dan snap je dat ook blijvende vermoeidheid zijn oorzaak kan vinden in een overactief immuunsysteem.

Breakfast

Wat is dan een normale eet- en drinkcyclus? Wel, zoals eerder al gezegd zouden wij na het avondmaal helemaal niks meer mogen eten (en drinken, behalve water of kruidenthee dan) tot ‘s anderendaags ‘s morgens. Dan hebben we dagelijks en vastenperiode van zo’n 12 uur. In het Engels klinkt dat door in het woord dat gebruikt wordt voor het ontbijt: break – fast, oftewel, breek de vasten. Elke dag opnieuw is er een vastenperiode, die met het ontbijt gebroken wordt.

Dat in die tijd de zuivering van het lichaam volop kansen  krijgt, merk je ‘s morgens bij het opstaan. De lucht in je slaapkamer ruikt weinig fris, omdat er veel koolzuurgas is uitgeademd. Misschien transpireerde je ook wat tijdens de nacht, vandaar dat een douche zo’n deugd doet voor je de dag aanvat. Je ochtendurine is doorgaans donkerder dan je urine tijdens de rest van de dag. Er zitten meer afvalstoffen in. En velen van ons moeten ‘s ochtends, net voor of net na het ontbijt, naar het groot toilet. In je stoelgang zitten onder andere alle afvalstoffen die je lever naar je dikke darm gestuurd heeft.

Wil je de gezondheidsvoordelen van zo’n kortdurende vasten nog versterken, dan kun je twee dingen doen:

  • de tijd van de nachtelijke vasten langer maken. Dat kan je door ofwel je laatste maaltijd vroeger op de dag te nemen, ofwel je eerste maaltijd uit te stellen.
  • ook tijdens de dag minder vaak te eten en te drinken. Hou je vb. weer aan ontbijt, middagmaal en avondmaal. Dan kan je lichaam ook tussendoor al even met zuivering aan de slag. En nee, ook het heel frequent een slokje water drinken is in deze zin geen goed idee. Beter is het een paar glazen water ineens te drinken, en dan een tijdlang gewoon niks tot je te nemen.

Voordelen van het minder vaak eten

  • Je spijsverteringsstelsel zal er je dankbaar om zijn. Het krijgt de kans om tot rust te komen, om herstelprocessen aan te gaan.
  • Je hele lichaam zal er baat bij hebben, omdat afvalstoffen makkelijker afgevoerd kunnen worden. De kans op obesitas, oedeem en spier- en gewrichtsklachten wordt kleiner.
  • Er ontstaat metabole flexibiliteit. Omdat na twee uur al het voedsel dat je at verteerd is en opgenomen in het bloed, ontstaat na die tijd geleidelijk aan een tekort aan suikers in je bloed. Als jij dan niet opnieuw eet, moet je lichaam wel gebruik maken van de aangelegde reserves. Je lichaam leert opnieuw niet alleen te leven van de telkens nieuw aangevoerde suikers, maar gaat daarna vanzelf over op vetverbranding. Een beter wapen in de strijd tegen overtollig gewicht is er niet.
  • Omdat de suikers in je bloed veel meer opgebruikt worden voor er nieuw voedsel binnenkomt, is de kans op diabetes type 2 kleiner.
  • Omdat je immuunsysteem tijd krijgt zich te ontspannen, is de kans op continue laaggradige ontstekingen veel minder groot. Daarmee verminder je vanzelf de kans op allergieën, auto-immuunziekten en chronische vermoeidheid.

Intermittent fasting

Dit alles is de hele idee achter intermittent fasting. Je maakt dagelijks tijd voor een of meerdere kleine vastenperiodes. Je kunt daarbij verschillende keuzes maken:

  • Je houdt je aan ontbijt, middagmaal, avondmaal. Je gebruikt geen tussendoortjes.
  • Je slaat het ontbijt over en eet vb. enkel tussen 11u en 19u.
  • Je gebruikt dagelijks maar één maaltijd, vb. enkel een vroeg avondmaal.
  • Je slaat af en toe een dagje over en eet dan helemaal niks. Er ontstaat een vastenperiode van 36 uur.

Zoals je ziet, is er dus voor elk wat wils. Eet je vandaag nog vele keren per dag, begin dan alvast met één of twee van die eetmomenten uit te bannen. Neem je tijd en zet geleidelijk aan stappen in de goeie richting. Het komt je gezondheid vast en zeker ten goede.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Fotocollage met suikerklontje, stevia en canderell

Suiker of zoetstoffen?

Zoetekauwen

Wij, mensen, zijn hopeloze zoetekauwen. Evolutionair gezien was dat een goede zaak. Waar onze voorouders dat maar konden, aten ze zoet, vet en zout. We hebben deze drie immers nodig om te overleven. Je vraagt je misschien af waar onze voorouders dat zoet vandaan haalden. Wel, ze aten knollen, waar koolhydraten in zitten. Denk maar aan de wortel, de pastinaak, de biet. Als ze honing vonden, dan hadden ze daar wel een paar bijensteken voor over. Verder waren er op eind van de zomer en in het najaar volop bessen en de (minder zoete) voorlopers van ons fruit. Dat was het zowat.

Wat een verschil met wat wij op onze dagen eten en drinken aan zoet. Suiker is aan zoveel voedingsproducten toegevoegd, dat wij, Belgen, gemiddeld zo’n 95 gram suiker per dag eten. Dat komt neer op bijna 24 klontjes, en daarmee staan wij op de 6de plaats van de landen waar het meest suiker geconsumeerd wordt. Alleen in de USA, Duistland, Nederland, Ierland en Australië gebruikt men nog meer suiker dan wij.

Zowel de Westerse geneeskunde als de voedingsindustrie hebben door dat dit helemaal niet gezond voor ons is. Daarom zijn ‘nepsuikers’ ontwikkeld, stoffen die zoet smaken maar niet of veel minder onze bloedsuikerspiegel verhogen, de bekende zoetstoffen. In deze blog wegen we de klassieke suiker even af tegenover deze industriële zoetstoffen en proberen we bloot te leggen waarmee echt gezondheidsvoordeel te halen valt.

Suiker

Suiker is voor de gezondheid een boosdoener. We kennen allemaal wellicht al het verhaal van ‘suikerziekte’ of diabetes type 2, ook ouderdomsdiabetes genoemd. Even kort door de bocht: bij een overvloed aan suiker in het bloed stelt de pancreas insuline vrij. Die insuline haalt de suiker uit het bloed en zorgt ervoor dat die suiker, omgezet in vet, als reserve-energie opgeslagen wordt in onze vetcellen. Bij uitputting van de pancreas blijft er te veel suiker in het bloed, waardoor diabetes ontstaat.

De suiker in ons bloed is echter niet allemaal het gevolg van het eten van suiker. Ook andere koolhydraten – ook suikers genoemd – dragen daartoe bij: brood, pasta, rijst, aardappelen, groenten (waarvan vooral de knollen zoals wortel, pastinaak, biet) en fruit. Suiker is in dat rijtje echter wel een bijzondere boosdoener:

  1. Suiker is een hypergeraffineerd product dat uit 100% suiker bestaat. De meeste andere vormen van koolhydraten bevatten ook volop vezels. Alleen brood, pasta en rijst kunnen ook zo sterk geraffineerd zijn. Daarom raden we hier volkoren producten aan. Doordat bij de bereiding van suiker alle hulpstoffen uit de biet of het riet verdwenen zijn, rooft suiker die hulpstoffen uit ons lichaam. Die stoffen, zoals bijvoorbeeld calcium, zijn nodig om suiker in energie te kunnen omzetten. Eet je een suikerbiet, dan zijn die stoffen meegeleverd. Eet je suiker, dan moeten die stoffen uit je lichaam gehaald wordt. Vandaar dus dat suikerconsumptie ook osteoporose in de hand werkt.
  2. Suiker die te lang in het bloed aanwezig blijft, tast de wanden van de bloedvaten aan. Suiker maakt als het ware kleine scheurtjes in de bloedvatwanden. Op langere termijn zou dat tot inwendige bloedingen kunnen leiden, met de dood tot gevolg. Ons lichaam heeft daar een ‘oplossing’ voor. Het versterkt de bloedvatwanden met cholesterolplaques. We kunnen dus stellen dat niet cholesterol de oorzaak is van de meeste hart- en vaatziekten, maar suiker.
  3. Suiker speelt een heel belangrijke rol in de ontwikkeling en groei van kanker. Elk lichaam kent kankercellen, maar in gezonde omstandigheden kan ons lichaam die cellen de baas. Wordt een lichaam minder gezond, dan draait het immuunsysteem overuren. Er blijft minder energie over om de aanwezig kankercellen te lijf te gaan, waardoor een tumor zich kan ontwikkelen. Nu moet je weten dan kankercellen hun energie om te groeien niet via de normale weg kunnen produceren. Gezonde cellen verbranden in de mitochondriën – dat zijn kleine energiefabriekjes – suiker tot energie. Deze manier van energieproductie geeft een hoog rendement. In kankercellen werkt dat systeem niet meer, kankercellen halen energie uit fermentatie van suiker. Deze manier van energieproductie geeft een laag rendement. Kankercellen doen er dus alles aan om zoveel mogelijk suiker naar zich toe te trekken. Wie kanker heeft, eet dus best zo weinig mogelijk suiker en beperkt beter ook de inname van voedsel hoog in koolhydraten. Daardoor raken de kankercellen uitgehongerd, wat ze vanzelfsprekend ook zwakker maakt.

Je begrijpt dat de overvloed aan suiker die we op onze dagen nuttigen, onze gezondheid ernstig ondermijnt. Vandaar wellicht de zoektocht naar alternatieven voor suiker.

Zoetstoffen

Bij de zoetstoffen moeten we twee grote categorieën onderscheiden:

  1. De suikeralcoholen of semisynthetische zoetstoffen: erytritol, lactitol, maltitol, xilytol, sorbitol, mannitol, isomalt. Deze stoffen zijn verkregen door minieme chemische aanpassing van bestaande natuurlijke suikers. Ze hebben een zoete smaak, bevatten vaak weinig calorieën en jagen de bloedsuikerspiegel niet tot maar matig omhoog. Ze hebben echter wel één nadeel: ze werken ernstig in op de darmen. Ze zorgen voor winderigheid, krampen en diarree. Matigheid is dus zeker geboden.
  2. De synthetische zoetstoffen: aspartaam, sucralose, acesulfaam K, cyclamaat, saccharine, alitaam, neotaam. Deze stoffen zijn lichaamsvreemde stoffen, en hebben vaak een toxische werking in het lichaam. Met recht en reden kun je deze stoffen ‘zoet vergif’ noemen. Meer dan één studie toont aan dat deze stoffen klachten veroorzaken of verergeren. We denken dan onder andere aan hoofdpijn en migraine, duizeligheid, evenwichtsstoornissen, stemmingswisselingen, depressiviteit, misselijkheid, braken, buikpijn, krampen, wazig zicht, brandende ogen, constipatie, diarree, epileptische aanvallen, geheugenverlies, verwardheid, vermoeidheid, zwakte, angst, paniekaanvallen, huiduitslag, netelroos, slapeloosheid, hartkloppingen, enz. Het lijstje met mogelijk bijwerkingen van deze synthetische zoetstoffen blijft maar doorgaan.

Er zijn twee redenen waarom deze zoetstoffen graag gebruikt worden:

  1. Ze verhogen de bloedsuikerspiegel niet of nauwelijks.
  2. Ze voegen weinig of geen calorieën toe aan de voeding.

Vandaar dat men ervan uitgaat dat deze stoffen zowel diabetes als overgewicht tegengaan. Niets is echter minder waar, het tegendeel is eerder waar. Als de zoete smaak van deze producten op de tong terecht komt, gaat er al een signaal van de hersenen uit naar de pancreas: ‘Wees alert, er komt zoet aan, stuur alvast maar al wat insuline naar het bloed!’ En de pancreas, als goede medewerker in het lichaam, doet wat de hersenen vragen. Op het moment nu dat het voedsel verteerd is en de bloedbaan binnenkomt, is daar niet de beloofde suiker bij. De insuline in het bloed gaat vergeefs op zoek naar z’n maatje en bindt alle in het bloed aanwezig suiker (uit koolhydraten zoals bijvoorbeeld groenten). Er blijkt een teveel aan insuline, er komt een suikerdip, met als gevolg dat het lichaam hunkert naar extra voedsel.

Gevolg: je eet niet één keer, maar twee keer, om hetzelfde hongergevoel te lijf te gaan. Het moge duidelijk zijn dat de zoetstoffen op deze manier noch diabetes, noch overgewicht verminderen. Studies tonen aan de mensen die zoetstoffen gebruiken op langere termijn meer overgewicht vertonen dan mensen die in diezelfde mate suiker gebruiken. En ook diabetes wordt niet verholpen door het inzetten van zoetstoffen. Daar kan een ander eetpatroon veel meer soelaas brengen.

Stevia

Stevia, ook wel honingkruid genoemd, is een natuurlijke suikervervanger. In die zin heeft stevia niet de negatieve kenmerken van zoetstoffen. Je krijgt er geen diarree van en ook al die andere klachten blijven achterwege. Stevia en stevioglycosyden kunnen dus een gezondere vervanging van suiker zijn. Toch blijft ook hier het gevaar van de zoete smaak die de hersenen triggert. Je kunt het lichaam immers niet bedriegen. Jij belooft zoet, en dus verwacht het lichaam energie. Komt die niet, dan zal het lichaam daarnaar blijven hunkeren, tot jij het geeft wat je hebt beloofd.

Minderen in zoet

Er is dus maar één weg uit de ‘suikerpandemie’. We moeten af van die voortdurende hang naar de zoete smaak. Dat kun je het beste doen door eens een maand helemaal geen suiker of suikervervangers te gebruiken. In het begin is dat lastig, je lichaam hunkert eerst nog naar al dat zoet. Maar al gauw merk je dat de andere smaken intenser worden. Je proeft weer het heerlijke zoet van fruit, je lichaam voedt zich zonder problemen met de koolhydraten uit groenten. En eet je zonder het te beseffen toch iets waar suiker in zit, dan proef je dat direct.

Durf je die uitdaging aan, dan kun je ook verschillende soorten reacties aan je lichaam merken:

  • Je valt vanzelf gestaag af, tot je lichaam op een juist gewicht terecht komt. Zo lang je een gezond voedingspatroon (zonder suiker of zoetstoffen dus) hanteert, blijft dat gewicht ook weg. Pas als je weer wel zoet gaat eten, vliegen de kilo’s er ook terug aan.
  • Je dag en nachtritme komt in een juister evenwicht. Je gebruikt immers niet meer de snelle suikers om je ‘s avonds nog een nieuwe energiestoot te geven. Je wordt als vanzelf moe en je gaat vroeger slapen.
  • Je huid wordt zuiverder. Dat merk je al na een tweetal weken. Het is alsof je lichaam zichzelf zuivert van de kleine ontstekingen die door suiker of zoetstoffen ontstaan.
  • Gewrichtspijnen of spierpijnen worden minder. Zowel suiker als zoetstoffen zorgen immers voor ontstekingen, en doordat die ontstekingen verminderen, verminderen ook de pijnklachten.

Wil je deze uitdaging aan, maar durf je dat niet goed in je eentje, dan kun je terecht bij mezelf of bij één van de andere gezondheidsbegeleiders. We helpen je graag op weg naar een betere gezondheid.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Groenten, fruit en kruiden op een tafel

Eat real food – Eet echt en eerlijk voedsel

Als bezieler van GEZONDHEID-WIJZER hou ik ervan mensen wegen te wijzen naar het behoud, verbeteren en verwerven van gezondheid. Grote items, zoals we leerden van de Blue Zones, zijn daarin beweging, voeding, verbinding met dierbaren en een levensdoel. Vandaag neem ik je mee in het verhaal van ‘gezonde voeding’. 

Voedingstips vanuit de Blue Zones

Vanuit de originele Blue Zones – vijf gebieden in de wereld waar verrassend veel eeuwelingen leven – krijgen we drie voedingstips mee:

  • 80% rule – Eet tot je maar voor 80% vol zit. Op die manier krijg je steevast 20% minder calorieën binnen.
  • Plant Slant – Wees matig met dierlijk voedsel, neem vooral plantaardig voedsel tot je.
  • Wine at 5 – Geniet op het eind van de dag van een glaasje wijn, en zeker al als je dat met vrienden samen doet.

Zoals je ziet, zijn de voedingstip uit de Blue Zones niet van de strengste. Geen sprake van diëten of van bepaalde voeding helemaal niet meer te mogen eten. Wat in deze voedingstips niet aan bod komt, maar eigenlijk gewoon in het concept ‘Blue Zone’ mee inbegrepen is, is dat deze mensen lokaal en seizoensgebonden voedsel eten … én dat ze echt en eerlijk voedsel eten. Van zodra ‘fabrieksvoedsel’ zijn intrede doet in deze gebieden, is het ook daar met die goede gezondheid afgelopen. In meeste van die Blue Zones zijn de jongeren veel minder gezond dan de oude bevolkingsgroep. Jongeren laten immers vaak de oude tradities achterwege en laten zich verleiden tot fastfood en frisdranken. De resultaten daarvan laten zich duidelijk merken: klassieke Westerse welvaartsziekten doen ook in de Blue Zones hun intrede.

Eet echt en eerlijk voedsel

Als het gaat om voedingskeuzes die onze gezondheid bevorderen, dan is ‘Eat real food’ of ‘Eet echt en eerlijk voedsel’ wellicht de allerbelangrijkste keuze. Als wij van nu af aan alleen onbewerkt voedsel zouden kopen en dat zelf tot maaltijden zouden bereiden in de eigen keuken, dan kan het met onze gezondheid eigenlijk niet fout lopen. Dan eten we:

  • vers fruit en verse groenten
  • kruiden uit de eigen tuin of uit een plantenbak op het terras
  • onbewerkt vlees, onbewerkte vis
  • eieren
  • bonen, linzen
  • granen die we koken of zelf malen en daarvan dan ons broodje bakken
  • pitten, zaden en noten
  • zuivel van bij boer

Jammer genoeg leert men het vanuit de klassieke dieetleer nog steeds anders. Daar kiest men voor light producten, voor margarine, voor frisdranken zonder suiker, voor magere vleeswaren of dieetsmeerkaas. En wij, we worden dikker, krijgen vaker diabetes of hart- en vaatziekten, en ja, ook kanker. In al die soorten ‘fabrieksvoedsel’ zitten vele toevoegingen waar ons lichaam niks van begrijpt. We ervaren het niet eens als voedsel, eerder als toxisch afval. 

Toen één van de docenten van De Levensschool – de school waar ik studeerde voor Gezondheidsbegeleider – op vraag van een huisarts een vorming ging geven over ‘gezonde en ongezonde vetten’, had die huisarts in het tuinhuis een pakje boter neergelegd naast een vlootje margarine. Na een tweetal weken was de boter helemaal opgegeten. De margarine was onaangeroerd. Dieren weten: ‘Dit is niet eetbaar, dit is geen voedsel!’ Wij, mensen, zijn die wijsheid kwijt.

Hield ik in mijn vorige blog een pleidooi om in de lente op de een of andere manier een ‘grote schoonmaakbeurt in het lichaam te houden’, dan houd ik nu een pleidooi om het hele jaar door aandacht te geven aan wat je al dan niet eet. Wie echt en eerlijk voedsel eet, hoeft veel minder op te ruimen. 

De grote vraag: ‘Hoe doe je dat?’

Inderdaad, dat is dé vraag die we ons nog stellen moeten. Het is een keuze die al bij de aankoop van je voedsel begint. Als je het meeste haalt in de versafdelingen en daar kiest voor de minst bewerkte voeding, ben je al een heel eind op weg. Vermijd bijvoorbeeld fijne vleeswaren, chapelurevlees of -vis, allerlei kant en klare slaatjes. Koop je voedsel dat verpakt is, lees dan de ingrediëntenlijst. Bestaat die uit meer dan vijf ingrediënten of staan er onbegrijpelijke namen op, dan weet je dat je dat soort voedsel beter laat liggen. 

Een tweede keuze is die om weer tijd in je keuken door te brengen. Wat je zelf kookt is doorgaans veel gezonder en ook lekkerder dan welke kant-en-klare maaltijd ook. Zelf heb ik geleerd om voor doordeweeks op zoek te gaan naar gerechten die niet al te veel bereidingstijd vragen. Ook maak ik geregeld grotere porties klaar, waarvan ik er dan een deel van invries. Op die manier heb ik ook vlug een maaltijd klaar als ik weinig tijd heb of laat thuis kom. Ik merk dat mijn maaltijden eenvoudig zijn, maar wel lekker en voedzaam. De kleine hongertjes blijven makkelijk achterwege. 

Als ik jullie die deze blog lezen één iets toewens, dan is het wel dit: dat je mag ontdekken dat het te doen is. Tijd besteed aan gezonde maaltijden is wel besteed. Geld besteed aan eerlijk voedsel betaalt zich op langere termijn terug aan vermindering van ziektekosten. Probeer het uit, zou ik zeggen, en leer weer genieten van de pure smaak van echt en eerlijk voedsel.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

 

Een stukje strand vol afval

Opgepast: Mensenvlees is niet eetbaar!

De docent van het vak ‘Zuiveringskuren’ begon zijn lessenreeks met de volgende woorden: ‘Voor de kannibalen onder ons heb ik slecht nieuws. Mensenvlees is niet eetbaar!’ En vervolgens toonde hij een beeld van allerlei soorten toxische stoffen die wij met de regelmaat van de klok naar binnen krijgen. Het gaat om toevoegingen aan ons voedsel, om vervuilende stoffen in aarde, lucht en water, om toxische elementen in verzorgingsproducten, om hormoonverstoorders in de vele soorten plastic waarin ons voedsel verpakt zit, om chemische stoffen in bouwmaterialen, verven, onderhoudsproducten, … De lijst van toxische stoffen die vroeg of laat in ons lichaam terecht komen is oneindig. Zelfs een foetus is er niet vrij van.

Om die toxische stoffen het lichaam uit te krijgen, maken we gebruik van vasten, van een zuiveringskuur.

Over vasten

Veel religieuze strekkingen kennen de een of andere vorm van vasten. In het Christendom valt traditioneel die periode van vasten in het voorjaar. Dat is bij ons, in het noordelijk halfrond, ook helemaal niet zo raar. Het voorjaar is traditioneel de tijd waarin veel minder voedsel beschikbaar is. Nee, wij voelen dat niet meer. Wij vinden het jaar rond zowat elk voedingsmiddel in onze grootwarenhuizen. Tomaten of aardbeien in de winter? Geen probleem, we halen ze wel uit het zuiden. Appels of peren in de late lente? Evenmin een probleem, we hebben methodes om ze het jaar rond te bewaren. Wij kennen geen seizoenen meer, er is altijd overvloed. 

Dat laatste is een probleem, daar is ons lichaam niet op aangepast. Ons lichaam kan veel beter overweg met af en toe wat ‘moeten minderen’ dan met de voortdurende overvloed waarin wij leven. Gevolgen van die overvloed zijn onze Westerse welvaartsziekten: obesitas, diabetes type 2, chronische hoofdpijn, spierpijnen, gewrichtsklachten, hart- en vaatziekten en nog zoveel andere ziektes meer. Af en toe een vastenperiode inbouwen, geeft ons lichaam de kans zich te ontdoen van alles wat overtollig is. In een vastenperiode eet het lichaam als het ware alles op wat niet meer nodig is: vet uit onze vetcellen, plaques van cholesterol en calcium uit onze bloedvaten, alles wat in de lever opgestapeld ligt, mineralen die zich als kleine kristalletjes in onze gewrichten hebben vast geankerd en zelfs kleine tumoren. 

Willen we dus lang gezond blijven of opnieuw gezond worden, dan is het inbouwen van een of andere vorm van vasten een van de belangrijkste tools. Dat kan door dagelijks minder te eten: minder eetmomenten per dag, af en toe een maaltijd overslaan, eten tot je maar voor 80% vol zit, intermittend fasten (en dus de tijd van niet eten langer maken door ofwel het ontbijt ofwel het avondmaal over te slaan). Dat kan ook door regelmatig een periode van sterke matiging in te lassen. 

Over een zuiveringskuur

Zuiveringskuren bestaan er in vele maten en gewichten: een echte vasten waarbij je een tijd lang alleen water of kruidenthee drinkt, een sapkuur, een Mayrkuur, een fruit- en groentekuur, een suikerdetox, Café Minérale (en dus een maand lang geen alcohol), … Elk van deze ‘kuren’ heeft een positief effect op de gezondheid. Ze halen niet alleen overtolligheden weg, ze maken ook energie vrij voor een grote schoonmaak.

Voor wie aan een zuiveringskuur denkt, heb ik een gouden raad: begin met je dagelijkse eet- en drinkgewoontes onder de loep te nemen en snoei eerst daar waar dat het makkelijkste kan. Creëer nieuwe gezonde gewoontes. Als jij bijvoorbeeld dagelijks aan het snoepen gaat, dan ligt daar een voor de hand liggende kans. Vermijd die lege calorieën, en je lichaam wordt vanzelf al heel wat schoner. Eet in de plaats daarvan een stuk fruit of wat noten, of laat dat snoepmoment gewoon helemaal weg. Als jij elke avond nog een glas drinkt met daarbij wat borrelhapjes, probeer dan eerst daar te snoeien. Maak de ‘vastentijd’ tussen avondmaal en ontbijt (breakfast = het breken van de nachtelijke vasten) vrij van eten en drinken (met uitzondering water of kruidenthee).

Pas als je al een paar basisprincipes hanteert, heeft het zin om een stap verder te zetten.

  • Eet maximaal 3 keer per dag. Laat alle tussendoortjes achterwege.
  • Eet ‘echt voedsel’, vermijd alles wat uit een fabriek komt en wat op het etiket vreemde toevoegingen vermeldt.
  • Eet langzaam en kauw goed.
  • Vermijd het drinken van calorieën: frisdrank, fruitsap, alcohol, koffie of thee met suiker.

Wil je dan toch met een zuiveringskuur aan de slag, laat je dan begeleiden door iemand met kennis van zaken. Sommige van mijn collega’s gezondheidsbegeleiders hebben zich hierin gespecialiseerd. Je vindt ze op de website van de Verenging voor Gezondheidsbegeleiders. Wat je wel in je eentje kunt proberen is een fruit- en groentekuur. Daar schreef ik een hele tijd geleden al over. Wil je meer weten, klik dan op deze link

Wil jij echt met je gezondheid aan de slag, doe dan mee en maak je lichaam schoon. Je zult er wel bij varen.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Joggende vrouw bij eerste daglicht

Nuchter bewegen

Nuchter bewegen?

Misschien vraag jij je af wat ik bedoel met ‘nuchter bewegen’. Begrijpelijk, en dus schets ik eerst even waar het om gaat, vooraleer ik het heb over de gezondheidsvoordelen ervan. Als we de term ‘nuchter’ gebruiken, als in ‘je moet nuchter blijven’, dan bedoelen we meestal dat je nog niet gegeten of gedronken mag hebben. Denk maar aan ‘nuchter achter het stuur’ (geen alcohol genuttigd hebben) of nuchter naar de dokter omdat je een bloedonderzoek moet ondergaan (nog niet ontbeten hebben).

Met de term ‘nuchter bewegen’ bedoelen we iets gelijkaardigs:

  • Vooraleer je ‘s morgens aan de ontbijttafel gaat, doe je eerst wat fysieke inspanning. Denk maar aan ochtendgymnastiek, een fikse wandeling voor het ontbijt, even de hometrainer op en stevig doorfietsen en dan pas je eerste maaltijd nuttigen, of zelfs … een paar keer de trappen op en af voordat je aan tafel gaat.
  • Voor elke maaltijd, en dus ook voor het middagmaal en voor het avondmaal, beweeg je eerst even. Het is dan de bedoeling dat je kort en krachtig een bepaalde spiergroep in actie zet tot je vermoeidheid in die spiergroep begint te voelen. 

Als we dat doen, dan doen we precies dat wat ons lichaam nodig heeft om gezond te blijven. We volgen als het ware onze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing: eerst inspanning doen om voedsel te vinden, te verzamelen, te bereiden … en dan pas aan tafel gaan. We verbruiken energie voordat we nieuwe energie toevoegen.

Wat er dan gebeurt in ons lichaam?

 Ons lichaam is een fantastisch instrument. Het is voorzien op tijden van overvloed én het is voorzien op tijden van schaarste. Om je daarvan te vertellen, moet ik je laten zien wat er gebeurt als wij eten.

  • Voedsel komt binnen en wordt in een compleet proces, waar ik nu niet dieper op inga, verteerd van voedselbrokken tot de allerkleinste moleculen. Die moleculen – koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitamines en mineralen – gaan door de darmwand heen en komen in ons bloed terecht. 
  • Eiwitten zijn bouwstoffen voor ons lichaam. Vetten kunnen bouwstoffen zijn, maar ook energiereserve. Koolhydraten – ook suikers genoemd – dienen enkel als energiebron. En juist over die koolhydraten moeten we het vandaag hebben.
  • Koolhydraten die het lichaam binnenkomen onder de vorm van glucose geven het lichaam energie zonder dat er verdere verwerking nodig is. Glucose zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel stijgt. 
  • Gebruiken we die energie direct, dan is er geen probleem. Dat gebeurt vanzelf als de suikerpiek niet te hoog gaat. Dan hebben we die energie nodig om gewoon te bestaan: hartslag, ademhaling, spijsvertering, warmtehuishouding, werking van hersenen en zenuwen en nog zoveel dingen meer vragen continu energie. Gaat de suikerpiek toch hoger, omdat we veel zoet of zetmeel aten, bijvoorbeeld, dan moeten we gaan bewegen om de overtollige energie op te souperen. Doen  we dat niet, dan blijft de bloedsuikerspiegel hoog.

Wat gebeurt er nu met die overtollige energie? Wel, ons lichaam kent twee mogelijke manieren om die energie te stockeren:

  • Als eerste gaat ons lichaam die glucose omzetten in glycogeen. Die glycogeen wordt opgeslagen, enerzijds in onze lever (zo’n 75 gram) en anderzijds in onze spieren (zo’n 150 gram). Glycogeen is een vorm van reserve-energie die zeer vlot aangesproken kan worden. Als we gaan bewegen, bijvoorbeeld, dan is het helemaal niet nodig om tegelijk ook te gaan eten om energie te hebben. Dan wordt die glycogeen uit de spieren aangesproken. De reserves worden leeggemaakt, en bij een volgende maaltijd weer aangevuld. De glycogeenreserves in de lever worden aangesproken voor alle andere processen in ons lichaam die energie vragen. 
  • Vervolgens geeft onze pancreas, als er nog te veel suiker in ons bloed aanwezig blijft, insuline vrij. Insuline verbindt zich in ons bloed met vrije glucosemoleculen en transporteert die overtollige glucose naar onze vetcellen. In die vetcellen wordt suiker omgezet in vet. En dat vet kan – in tegenstelling tot het vet dat we eten – alleen nog gebruikt worden als energiebron. In tijden van echte schaarste wordt dat vet opnieuw omgezet in glucose. 

Over het grote voordeel van nuchter bewegen

Als we nu nuchter gaan bewegen, dan maken we de glycogeenreserves in spieren en lever leeg. Dat maakt dat, als we daarna gaan eten, de bloedsuikerspiegel veel minder stijgt. Heel wat glucose wordt immers omgezet in glycogeen om de leeggemaakte reserves weer aan te vullen. Als we er dan nog op letten dat onze maaltijden niet al te veel koolhydraten bevatten, maar eerder meer eiwitten en vetten, dan is er amper insuline nodig. 

Dat betekent:

  • Veel minder kans op het ontwikkelen van diabetes type 2, en voor mensen die al diabetes type 2 hebben, de mogelijkheid om die kwaal om te keren. Nuchter bewegen, in combinatie met een aangepaste voeding, kan diabetes type 2 zo goed als genezen.
  • Veel minder kans op het ontwikkelen van obesitas. Aangezien bij een te hoge bloedsuikerspiegel insuline ervoor zorgt dat de overtollige suiker in vetcellen opgestapeld wordt onder de vorm van vet, kun je met recht en reden stellen dat het eten van veel koolhydraten obesitas in de hand werkt. Als nu, door nuchter bewegen, de bloedsuikerspiegel nooit zo hoog kan worden omdat heel wat glucose meteen omgezet wordt in glycogeen, dan mag je als vanzelf veronderstellen dat er minder vet aangemaakt wordt. Ga je net een beetje verder dan het opgebruiken van de glycogeenreserves, dan wordt ook het vet uit die vetcellen opnieuw omgezet in de nodige glucose. 

Nuchter bewegen helpt op die manier het lichaam om weer evenwicht te vinden. Het zelfgenezend vermogen van ons lichaam gaat daarbij weer op volle toeren draaien. En kun je in het begin nog wel eens last hebben van plotse suikerval en dus een gevoel van flauwte, na verloop van tijd zal je merken dat je gewoon langere tijd zonder voedsel kunt. Je lichaam schakelt dan als het ware over van suikerverbranding naar vetverbranding. 

Heb ik je warm gemaakt? Doe je mee met nuchter bewegen? Laat gerust hieronder een berichtje na, en vertel ons over hoe jij dit gezond makende principe in praktijk brengt.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Moeder omhelst zoon, beide lachend.

Gelukkig en gezond

De combinatie van de woorden ‘gelukkig’ en ‘gezond’ zal je in deze tijd van het jaar niet vreemd in de oren klinken. Als mensen je immers een gelukkig nieuwjaar toewensen, noemen ze in één adem door ook zo goed als altijd een goede gezondheid. ‘t Is alsof ze samen horen, alsof het één niet zonder het ander kan. En weet je, vanuit de natuurlijke gezondheidszorg gezien is dat ook zo, ontegensprekelijk …

Gezond maakt gelukkig

Het is natuurlijk niet zo dat je, als je maar gezond bent, automatisch ook gelukkig bent. Toch ervaren velen van ons een goede gezondheid als een basisvoorwaarde voor geluk. Als je maar gezond bent, dan kun je duizend dromen leven, en ergens moet daar wel geluk in verscholen zitten. 

Een goede gezondheid is een kostbaar goed, dat is alvast waar. En in de mate dat we dat beseffen en er ook het nodige voor doen om onze gezondheid hoog te houden, zal de dankbaarheid om die goede gezondheid een dosis geluk met zich meebrengen. Zolang die gezondheid vanzelfsprekend is – en we er eigenlijk niet zoveel aandacht aan geven -, zal ook het geluk dat eruit voortvloeit eerder lauw aanvoelen. In de mate echter dat we beseffen dat onze gezondheid kwetsbaar is (en dus niet zo vanzelfsprekend!), appreciëren we die gezondheid des te meer en draagt ze ook een groter geluksgevoel in zich. 

En met die gezondheid, daar kunnen we bewust mee aan de slag: ons lichaam voeden met gezond en eerlijk voedsel, voldoende bewegen – liefst in open lucht, ontspanning inbouwen in onze agenda, zorgen voor een goede nachtrust, tijd vrijhouden voor onze dierbaren, … 

Wij, gezondheidsbegeleiders, staan je graag bij in het werken aan een goede gezondheid. Anders dan artsen, die ziekte wegwerken, bouwen wij gezondheid op. Gezondheid is immers zoveel meer dan alleen maar het ontbreken van ziekte, en juist daar ligt onze sterkte als gezondheidsbegeleider. Mocht je dus hulp willen bij het versterken van je gezondheid, dan kun je bij mij of bij één van mijn collega’s terecht. 

Gelukkig maakt gezond

Klonk de eerste spreuk – gezond maakt gelukkig – nogal evident, de omkering ervan klinkt je wellicht wat vreemd. Zou het echt zo zijn dat, naarmate je gelukkiger bent, je ook gezonder wordt? 

Misschien moeten we dan eerst eens nagaan wat geluk in feite is, en hoe het ontstaat. Ja, we halen een zeker geluk uit het verwerven van dingen en uit het bereiken van doelen. Als ik naar mezelf kijk, dan zie ik hoe het verwerven van een eigen huis mij met een zekere trots vervult, en hoe daar geluk in vind. Aangezien ik er alleen voor sta en de centen niet voor rapen liggen, bouw ik daar jaar na jaar aan verder. Ik spaar telkens weer voor iets nieuws, iets moois om mijn huis verder aan te kleden. En dat geeft voldoening, ik weet nog steeds waarvoor ik werk, begrijp je. 

En toch is dat een oppervlakkige vorm van geluk. Dat wordt duidelijk als je nagaat wat er gebeurt op het moment dat je iets waar je zo naar verlangde verworven hebt. Even voel je dan die voldoening, maar dat gevoel ebt algauw weer weg en er komt een nieuw verlangen naar boven, naar weer iets wat je zo graag zou willen hebben. ‘t Is alsof het nooit genoeg is, alsof het geluk dat uit het verwerven van dingen of bereiken van doelen haalt, verdwijnt als sneeuw voor de zon. 

Er is echter een diepere vorm van geluk, het soort geluk dat voortkomt uit het waarmaken van wie jij in wezen bent. Jij bent geboren met een uniek pakketje aan talenten en mogelijkheden enerzijds en met specifieke beperkingen en belemmeringen anderzijds. Jij kwam op aarde met een unieke droom over je leven, en daartoe heb je alles meegekregen wat nodig is, jawel talenten en mogelijkheden én je beperkingen en belemmeringen. Zij wijzen je de weg van wat jij hier komt verwezenlijken.

Een eerste moeilijkheid op dat pad is te ontdekken wat het juist is dat jij hier komt doen. Of nee, ik noem het wel een moeilijkheid, maar als je heel eerlijk bent, dan weet je meestal wel wat er jou gelukkig zou kunnen maken. Alleen ligt dat evidente geluk vaak verscholen onder alles wat ‘moet’. Als kind al voeg jij je naar de wensen van je ouders, leerkrachten en andere volwassenen die jou een schijnbaar juiste weg naar een goed leven aanwijzen: je moet goed je best doen op school, dan haal je een mooi diploma. Je moet je houden aan allerlei regeltjes en afspraken, dan zijn je ouders tevreden over je. Je moet gaan voor een mooie carrière, dan kom je niks te kort. Je moet, je moet, je moet …

… en je vergeet waar jij van droomde, wat jou gelukkig maken kon. Denk maar eens terug aan vroeger, aan wat je toen graag deed, aan wat je toen wilde worden, aan wat jij goed kon. Daarin immers ligt de sleutel van wie jij in wezen bent. Als je doet wat je graag doet, waar je de talenten voor hebt en waar ook anderen van kunnen meegenieten, dat zit je wellicht op het goede pad … ook als je daarmee minder geld verdient of minder aanzien verwerft. Het zijn de talenten die je hebt, en het enthousiasme in jou die je de weg wijzen naar een gelukkig leven.

Volg je die weg, dan kom je als vanzelf in een flow terecht. Het leven loopt als het ware op wieltjes, en jij voelt diep vanbinnen een geluk, een vrede, een ‘te-vrede-nheid’. Het geluk dat je dan voelt is niet langer afhankelijk van de uiterlijke omstandigheden van het leven. Het mag al eens slecht weer zijn, er mag al eens iets tegenvallen, met de gezondheid mag het al eens iets minder gaan, dat alles raakt niet aan het diepere ‘weten’ dat je goed bezig bent.

En ja, dat alles brengt gezondheid met zich mee. ‘t Is makkelijker zichtbaar als je tegen die flow ingaat. Dan bots je vroeg of laat op weerstand, op tegenkantingen, op ziektes als burn-out (ziek door uitputting) of bore-out (ziek door verveling). Ziekte is dan als het ware een stopsignaal: halt, je bent op de verkeerde weg. En in die ziekte zit ook altijd een wegwijzer: je valt stil, je moet wel. En dan komt wellicht iets naar boven van waar jij wel voldoening uit haalt. Volg je dat spoor, dan volgt ook gezondheid. 

Misschien nog één kanttekening daarbij: dit alles betekent niet dat je fysieke gezondheid altijd compleet zal zijn, als jij maar doet wat jou diep gelukkig maakt. Soms zijn en blijven mensen ziek, beperkt in mogelijkheden, gehandicapt, … terwijl ze toch gelukkig zijn. Weet dan dat voor jou, voor je wezen, het gelukkig makende deel belangrijker is dan het gezond makende deel. Daar waar je vrede vindt doorheen je beperkingen, kom je uit op Léven, honderduit! En zo’n Léven, dat wens ik je toe bij het begin van dit nieuwe jaar …

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

De stam van een berk in de winter, met daaraan een vogelhuisje.

Winterslaap

Donkere dagen

‘t Is winter!

De dagen zijn kort, de nachten lang. De bomen zijn kaal, de planten groeien niet, de dieren houden een winterslaap. ‘t Is alsof de natuur dichtgevouwen is en het leven alleen nog doorgaat in zijn minimaalste versie. Terecht worden de dagen net voor en net na de winterzonnewende (21 december) en Kerstmis (25 december) de donkere dagen genoemd. En precies op dat moment, als het licht lijkt te verdwijnen, vieren we de geboorte van dat licht. Omdat we weten – geloven – al vele keren mochten ervaren dat op het donkerste moment de kentering komt. Het licht zal groeien, zal planten, dieren en mensen nieuwe energie geven, waaruit dan in de lente nieuwe leven zal ontspruiten.

Want, ook al zie je het nog niet, het leven bereidt zich voor. In het donker ontkiemt wat komen zal. Het niets van deze donkere dagen is niet doods. Het is ‘leven in het verborgene’, en als de tijd daar rijp voor is, zal dat leven zich openbaren. Wacht maar, je zult het wel zien …

Zoals in de natuur, zo ook in een mensenleven

Jawel, ook wij mogen in deze donkere dagen naar binnen keren. Creativiteit, bruisende energie, uitbundig leven, … hoeft niet altijd zichtbaar te zijn. Ook wij hebben af en toe nood aan zo’n ‘winterdipje’. Traditioneel is dat er altijd wel wat, zo rond die donkere dagen. Het zijn momenten van minder naar buiten gaan en meer binnen blijven, van cocoonen, van feest vieren in familiekring. En we vullen onze huizen en onze straten met licht, omdat we willen geloven dat het donker niet zal zegevieren.

Dat ook wij stilvallen en naar binnen keren, is goed. Doen we dat niet, dan leggen we een hypotheek op onze gezondheid, op onze creativiteit, op dat bruisende leven dat ons te wachten staat. Want ook in ons leven is het in het donker, als de dagen eerder doods lijken, dat nieuw leven kiemt. Wil je straks weer volop léven, met alles erop en eraan, laat dan nu eerst even die winterslaap toe.

Donkere dagen in jouw leven

Ik geef toe, de donkere dagen in een mensenleven vallen niet altijd samen met deze winterse tijden. Ze krijgen dan ook andere namen: een ernstige ziekte, rouw om een overleden dierbare, burn-out, depressie, het even niet meer zien zitten, pijn lijden aan het leven zelf. Als dat gebeurt, dan wens ik je toe dat je je deze ‘donkere dagen’ herinnert – het doodse én het ontkiemende leven. Zoek ook dan naar die ene sprankel licht: de mens die naast je gaat, een boom die groeit en bloeit en dan z’n blad verliest, dat weten diep vanbinnen dat nieuw leven kiemen zal. 

Uit eigen ervaring én van anderen die het hebben meegemaakt, weet ik dat juist in die donkere dagen aan het licht komt hoe het verder moet. Daar toont zich de weg waarlangs voller en rijker leven gevonden kan worden. Als je dus die donkere dagen toelaat, als je dan diep naar binnen keert en laat gebeuren wat gebeurt, dan zal iets nieuws geboren worden!

Makkelijk is dat niet, want je moet door die donkere dagen heen. Maar weet – onthoud – herinner je: vroeg of laat sta jij op uit je winterslaap en duik je weer het volle leven in. 

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

%d bloggers liken dit: