Een zakhorloge ligt in het zand, beeld van intermittent fasting.

Intermittent fasting

Snacken, snacken, snacken

Er was een tijd waarin een maaltijd nog een maaltijd was: ontbijt, middagmaal, vieruurtje, avondmaal. Buiten die maaltijden om werd niks gegeten. Geen tussendoortjes, geen hapje hier of hapje daar, gewoon niks: vasten. Op vandaag eten velen van ons minstens zes keer op een dag, en sommigen snacken zelfs de hele dag door. Door artsen en diëtisten worden die vele kleine hapjes per dag zelfs als gezond voorgesteld. Jammer genoeg is dat laatste helaas onwaar.

Wij, Westerlingen, eten van ‘s morgens als we opstaan tot ‘s avonds als we slapen gaan. Ons spijsverteringsstelsel is daardoor quasi continu aan het werk. Maag en darmen krijgen amper rust. Je moet weten dat na die laatste hap het nog minstens twee uur duurt vooraleer die helemaal verteerd is en in het bloed opgenomen. Dat alleen al is een belemmering voor onze gezondheid, want ook ons spijsverteringsstelsel verdient een dagelijks rustmoment. Daarom is het een aanbeveling van gezondheidsbegeleiders om minstens de tijd tussen het avondmaal en het ontbijt op de volgende dag vrij van eten te houden. En ja, reken daar ook maar de energierijke dranken bij. Immers, ook alcohol en frisdranken moeten verteerd en in het bloed opgenomen worden.

Doordat wij ons spijsverteringsstelsel die avondlijke rust niet gunnen, en dus vaak te laat op de avond nog eten en drinken, krijgt het metabolisme op celniveau te weinig tijd. Even wat uitleg:

  • Voedsel komt, helemaal verteerd, ons bloed binnen. Dat met voedsel verrijkte bloed wordt continu het hele lichaam rondgepompt.
  • Elke cel in ons lichaam haalt uit dat met voedsel verrijkte bloed alles wat hij nodig heeft om zijn eigen specifieke taak naar behoren te kunnen vervullen.
  • Daar nu in het bloed ‘leegte’ is ontstaan, kunnen diezelfde cellen ook wat van hun afvalstoffen in het bloed achterlaten. Die afvalstoffen worden dan naar de lever en naar de nieren getransporteerd. Op die manier zuivert het hele lichaam zich, telkens en telkens weer.
  • Als in de nacht het laatste voedsel is verteerd, opgenomen en door de cellen verbruikt, ontstaat er in het bloed ‘een grote leegte’. Juist daardoor is de nacht dé ontgiftingstijd bij uitstek. Alle cellen, alle weefsels, alle organen ontdoen zich van alles wat niet meer bruikbaar is. Vervolgens worden allerlei herstelprocessen in gang gezet, waardoor wij ‘s morgen als herboren een nieuwe dag aanvatten.

Door telkens weer ‘s avonds laat nog te eten en te drinken, maken wij de tijd van ontgiften en herstel te kort. Geleidelijk aan stapelt het lichaam een teveel aan afvalstoffen op. Het doet dat eerst op de meest veilige plekken:

  • in de vetcellen. Vandaar dat vermageren zo’n lastige klus is, de opgestapelde gifstoffen komen immers in het bloed en zorgen ervoor dat wij binnen de kortste keren een poging tot vermageren opgeven.
  • in extra vocht dat in het lichaam opgehouden wordt. Immers, gifstoffen in verdunning zijn minder gevaarlijk dan gifstoffen pur sang.
  • in gewrichten en in spierweefsel. Dat geeft op korte termijn een stram gevoel en op langere termijn echte pijn- en bewegingsklachten.

Maar ook overdag eten wij te vaak. En dat geeft last aan ons immuunsysteem. Immers, iedere hap die naar binnen komt, wordt door ons immuunsysteem gecontroleerd op ‘vreemde indringers’: bacteriën, virussen, schimmels, parasieten. Als wij driemaal daags eten, dan moet het immuunsysteem driemaal daags een tweetal uur op post staan. Zolang duurt het immers tot alle voedsel als een verteerde brei in de darm terecht komt. Zowat 80% van ons immuunsysteem bevindt zich juist daarom in de darmwand. Daar komt de buitenwereld ons lichaam binnen. Eten wij zes keer per dag, dan moet ons immuunsysteem zes keer twee uur aan de slag. Eten wij quasi continu, dan is ons immuunsysteem continu in de weer. Daaruit ontstaan die steeds vaker voorkomende laaggradige ontstekingen. Dat laatste wil zeggen dat ons immuunsysteem eigenlijk nooit meer uitgaat. Het blijft steeds op een laag pitje aan de slag. Daarbij gaat het niet alleen echte vijanden te lijf, maar meer en meer ook dingen die voor ons niet echt een bedreiging vormen en zelfs het eigen lichaamsweefsel. Op die manier ontstaan allergieën en auto-immuunziektes.

Als je dan ook nog weet dat het immuunsysteem een van de duurste systemen in ons lichaam is – het verbruikt heel veel energie – dan snap je dat ook blijvende vermoeidheid zijn oorzaak kan vinden in een overactief immuunsysteem.

Breakfast

Wat is dan een normale eet- en drinkcyclus? Wel, zoals eerder al gezegd zouden wij na het avondmaal helemaal niks meer mogen eten (en drinken, behalve water of kruidenthee dan) tot ‘s anderendaags ‘s morgens. Dan hebben we dagelijks en vastenperiode van zo’n 12 uur. In het Engels klinkt dat door in het woord dat gebruikt wordt voor het ontbijt: break – fast, oftewel, breek de vasten. Elke dag opnieuw is er een vastenperiode, die met het ontbijt gebroken wordt.

Dat in die tijd de zuivering van het lichaam volop kansen  krijgt, merk je ‘s morgens bij het opstaan. De lucht in je slaapkamer ruikt weinig fris, omdat er veel koolzuurgas is uitgeademd. Misschien transpireerde je ook wat tijdens de nacht, vandaar dat een douche zo’n deugd doet voor je de dag aanvat. Je ochtendurine is doorgaans donkerder dan je urine tijdens de rest van de dag. Er zitten meer afvalstoffen in. En velen van ons moeten ‘s ochtends, net voor of net na het ontbijt, naar het groot toilet. In je stoelgang zitten onder andere alle afvalstoffen die je lever naar je dikke darm gestuurd heeft.

Wil je de gezondheidsvoordelen van zo’n kortdurende vasten nog versterken, dan kun je twee dingen doen:

  • de tijd van de nachtelijke vasten langer maken. Dat kan je door ofwel je laatste maaltijd vroeger op de dag te nemen, ofwel je eerste maaltijd uit te stellen.
  • ook tijdens de dag minder vaak te eten en te drinken. Hou je vb. weer aan ontbijt, middagmaal en avondmaal. Dan kan je lichaam ook tussendoor al even met zuivering aan de slag. En nee, ook het heel frequent een slokje water drinken is in deze zin geen goed idee. Beter is het een paar glazen water ineens te drinken, en dan een tijdlang gewoon niks tot je te nemen.

Voordelen van het minder vaak eten

  • Je spijsverteringsstelsel zal er je dankbaar om zijn. Het krijgt de kans om tot rust te komen, om herstelprocessen aan te gaan.
  • Je hele lichaam zal er baat bij hebben, omdat afvalstoffen makkelijker afgevoerd kunnen worden. De kans op obesitas, oedeem en spier- en gewrichtsklachten wordt kleiner.
  • Er ontstaat metabole flexibiliteit. Omdat na twee uur al het voedsel dat je at verteerd is en opgenomen in het bloed, ontstaat na die tijd geleidelijk aan een tekort aan suikers in je bloed. Als jij dan niet opnieuw eet, moet je lichaam wel gebruik maken van de aangelegde reserves. Je lichaam leert opnieuw niet alleen te leven van de telkens nieuw aangevoerde suikers, maar gaat daarna vanzelf over op vetverbranding. Een beter wapen in de strijd tegen overtollig gewicht is er niet.
  • Omdat de suikers in je bloed veel meer opgebruikt worden voor er nieuw voedsel binnenkomt, is de kans op diabetes type 2 kleiner.
  • Omdat je immuunsysteem tijd krijgt zich te ontspannen, is de kans op continue laaggradige ontstekingen veel minder groot. Daarmee verminder je vanzelf de kans op allergieën, auto-immuunziekten en chronische vermoeidheid.

Intermittent fasting

Dit alles is de hele idee achter intermittent fasting. Je maakt dagelijks tijd voor een of meerdere kleine vastenperiodes. Je kunt daarbij verschillende keuzes maken:

  • Je houdt je aan ontbijt, middagmaal, avondmaal. Je gebruikt geen tussendoortjes.
  • Je slaat het ontbijt over en eet vb. enkel tussen 11u en 19u.
  • Je gebruikt dagelijks maar één maaltijd, vb. enkel een vroeg avondmaal.
  • Je slaat af en toe een dagje over en eet dan helemaal niks. Er ontstaat een vastenperiode van 36 uur.

Zoals je ziet, is er dus voor elk wat wils. Eet je vandaag nog vele keren per dag, begin dan alvast met één of twee van die eetmomenten uit te bannen. Neem je tijd en zet geleidelijk aan stappen in de goeie richting. Het komt je gezondheid vast en zeker ten goede.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Handen die een rug masseren

Een massage? Dat doet deugd!

Of een massage deugd doet? Zeker weten, ik spreek uit ervaring, van twee kanten zelfs. Ik geniet af en toe een deugddoende massage en ik geef ook massages. Een massage werkt helend, en ze doet dat op verschillende manieren. Er is eenvoudigweg het fysieke contact, het lichaam komt in een modus van ontspanning en bij diepere massage wordt zelfs pijn weggewerkt. Het allerlaatste beeld in onze lessen dieptemassage was een paar handen, met daaronder het opschrift: ‘Je hebt gouden handen, maar je weet het nog niet!’ Deze wijze woorden blijken maar al te waar …

Fysiek contact dat heelt

We leven in een tijd waarin fysiek contact de stempel krijgt gevaarlijk te zijn. Een knuffel of een zoen mogen niet meer, een handdruk is vervangen door een elleboogje. We raken elkaar nog amper aan, en dat missen we. Ach, misschien zijn we ons daar niet van bewust, maar ons lichaam mist wel die fysieke verbinding met anderen.

Uit medische experimenten met aapjes bleek dat baby-aapjes die gevoed werden door een mama-aap veel beter groeiden dan baby-aapjes die gevoed werden door een robot-aap. De voeding die ze kregen was exact dezelfde, het contact was echter van een andere aard. En juist dat ene verschil bleek van het allergrootste belang voor de verdere ontwikkeling van deze baby-aapjes. Ook bij couveusekindjes kwam men tot dezelfde conclusie. Die kindjes kregen in vroegere tijden alle zorgen die ze nodig hadden, behalve misschien voldoende fysieke aanraking. En wat bleek, ze deden het niet zo wel. Alleen op die ene afdeling deden ze het beter. Daar werkte een nachtverpleegster die het niet kon laten om de huilende kindjes aan te raken, telkens weer. En juist die kindjes deden het wonderwel goed.

Je hoeft er dan ook niet raar van op te kijken dat in deze tijden van contactarmoede meer mensen onderuit gaan aan zowel fysieke als psychische klachten. Onze huid voelt immers hoe eenzaam we wel zijn, en die eenzaamheid heeft een negatief effect op onze gezondheid. Weer knuffelen en handen geven … en een massage nu en dan kunnen onze gezondheid weer op peil brengen en zelfs beter maken.

Een massage brengt ontspanning

Massage gaat natuurlijk nog wel een stapje verder dan alleen maar dat fysieke contact. Doorheen ons dagelijks leven bouwen wij spanning op. Een zekere spanning – ook spiertonus genoemd – hebben we nodig. Zonder die spanning zouden wij als een pudding in elkaar zakken. We zouden ons hoofd niet rechtop kunnen houden, we zouden op onze benen niet kunnen staan, we zouden onze handen niet kunnen gebruiken omdat onze armen slap langs ons lijf zouden hangen. Als ons leven in balans is, dan hebben wij als we wakker zijn voldoende spiertonus om alle dagelijkse dingen te kunnen doen en als we slapen ontspant ons lichaam zich grotendeels, zodat we ‘s morgens vitaal terug wakker worden.

Wij, drukke moderne Westerse mensen, bouwen echter overdag meer spanning op dan we ‘s nacht weer kwijt kunnen raken. Misschien zitten we te veel gekluisterd aan een computerscherm en bouwen we spanning op in nek en armen en onderrug. Of misschien zijn we vaak op de baan en verkrampen onze benen in een voortdurende houding van gas geven en remmen. Of nog anders voeren we tijdens onze job steeds dezelfde beweging uit, waardoor bepaalde spieren onder te veel spanning komen te staan. Zonder dat we ons daar bewust van zijn, stapelt al die spanning zich in onze spieren op. In een goede massage (die dieper gaat en meer dan alleen maar je huid beroert) wordt die spanning weer losgemaakt. Het is dan ook heel goed mogelijk dat je na een massage enerzijds de energie weer voelt stromen en anderzijds je loom voelt en bijna in slaap valt. Moet het nog gezegd dat die diepe ontspanning je gezondheid op een hoger peil brengt?

Dieptemassage doet pijn verdwijnen

Veel mensen negeren die signalen van spanning in het lichaam. Ze doen maar door, tot de spanning zo intens wordt dat er pijn ontstaat, eerst af en toe en tenslotte continu. Die pijn toont zich dan in de nek of in de onderrug of misschien wel in gewrichten of in sommige pezen. Zelfs spanningshoofdpijn is een gevolg van te veel spanning en te weinig ontspanning. Meestal grijpen mensen dan naar pijnstillers … die natuurlijk niet echt helpen. Eens de pijnstiller uitgewerkt, is de pijn daar terug. De oorzaak van de pijn – die te grote spierspanning – is immers niet weg. Vervolgens, als die pijn blijft duren, gaan mensen naar de dokter. In het beste geval herkent de dokter spierspanning als oorzaak van de pijn. Wellicht verwijst hij je dan door naar een kinesist. Bij de meeste kinesisten krijg je een paar oefening, die echter op het einde van de rit niet echt helpen. Je pijn blijft de kop opsteken.

Wij, gezondheidsbegeleiders, maar ook kinesisten die zich net dat tikkeltje verder bekwaamd hebben, doen het anders. Wat wij doen heet ‘dieptemassage’ of ‘manuele therapie’. We masseren je overspannen spieren weer los, in een massage die niet altijd aangenaam aanvoelt. Je moet als ware door de pijn heen om je spieren weer soepel te krijgen. Achteraf voelt je lichaam vermoeid aan – alsof je een zware fysieke training achter de rug hebt. Na een paar dagen voelt je lichaam veel losser en vaak kun je zonder (of met veel minder) pijn weer verder.

Een cadeautje aan jezelf

Hoe weet ik nu of een massage aan de orde is, hoor ik je denken … Wel, laat ik je dit vertellen aan de hand van een verkeerslicht:

  • Rood betekent stop. Op deze manier kun je niet verder. Je lichaam voelt pijn, en dat is niet goed. Neem nu toch eerst contact op met je gezondheidsbegeleider (of andere verstrekker van diepe massage) en maak een afspraak. Je zult er zo blij om zijn als die pijn wat minder wordt.
  • Bij oranje mag je nog wel verder, maar het wijs om toch nu al halt te houden. Je lichaam voelt immers – geheel of gedeeltelijk – vaak erg gespannen aan. Misschien word je zelf ‘s nachts wakker van te veel spanning. Hier kan een massage zowel verlichting brengen als erger voorkomen. Negeer je deze situatie te lang, dan ontstaat vanzelf pijn.
  • Bij groen kies je alleen voor massage omdat je dat fijn vind. Je gunt jezelf, naast voeding en kleding en andere vormen van ontspanning, ook dit pleziertje. Omdat je weet dat het goed voor je is … en omdat je ervan geniet!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Twee vrouwen nemen elkaar vast bij de handen.

Over wat fysiek contact met je doet

In mijn blog ‘Geef je gezondheid een zetje!‘ vertelde ik je vorige keer al dat ik momenteel stage loop als onderdeel van mijn opleiding tot gezondheidsbegeleider. Ik volgde vier jaar lang op donderdag les aan De Levensschool, en nu voltooi ik die opleiding met een paar stages en straks ook nog door het schrijven van een eindwerk. Die beruchte laatste loodjes, weet je wel … Maar goed, ook die horen erbij.

Eind november en begin december liep ik, samen met een paar medestudenten, stage bij mensen met een beperking. En op dit moment doe ik mijn laatste stage-uurtjes in een woonzorgcentrum, waar ik werk met mensen met dementie. In beide stages gebruikte ik aanraking, fysiek contact. Tijdens de opleiding kregen wij vorming in voetreflexologie en dieptemassage, en die kennis zette ik in praktijk tijdens deze stages. Onze mensen met beperkingen gaven ons de volgende feedback: ‘Zalig!’ en ‘Van mij mag je dit elke week wel doen!’ en ‘Hé (zucht), ik voel me wel 20 kg lichter!’ Na afloop van de stage klonk een unaniem: ‘Dit is voor herhaling vatbaar!’

Mensen met dementie geven je natuurlijk niet dat soort feedback. Daar gaat het om veel subtielere signalen: een glimlach als je iemand over de rug wrijft, een stevige handdruk als je een hand vastneemt voor een lichte massage, een vrouw die de rug recht zodat je nog maar eens over haar hele rug zou kunnen wrijven. En dan toch ook weer woorden: ‘Mijn handen en mijn voeten zullen blij zijn, ze hebben anders altijd zoveel pijn.’

Fysiek contact heelt

Wij, mensen, zijn fysieke wezen. Zonder ons fysieke lichaam kunnen wij in deze wereld niet leven. Ons lichaam, met zijn mogelijkheden en met zijn beperkingen, maakt deel uit van wie wij zijn. We zijn fysieke wezens … en daarom is fysiek contact belangrijk voor ons welzijn, voor onze gezondheid, voor onze groei en onze ontwikkeling.

Bij fysiek contact komt oxytocine vrij, een stofje uit de hersenen dat ook wel eens het ‘knuffelhormoon’ genoemd wordt. Het zorgt voor een gelukzalig gevoel, voor verbinding, voor sociale cohesie en altruïsme. Het zorgt ook voor vermindering van pijnklachten, voor reductie van stress, voor terugdringen van angst. Ontneem mensen kans tot fysiek contact en ze sterven een langzame dood: door eenzaamheid, door depressie, door stress, door fysieke pijn, door ‘geen zin meer om te leven’.

In onze huidige maatschappij van ‘anderhalve meter afstand’ en van ‘een elleboogje’ in plaats van een handdruk komt onze huidhonger steeds scherper naar boven. Mensen hunkeren naar fysiek contact met elkaar, maar omwille van de angst om ziekte over te dragen, durven ze elkaar niet meer aanraken. Daarom worden vandaag meer mensen psychisch ziek, daarom voelen meer mensen zich niet goed in hun vel, daarom zie je meer agressie en geweld en zelfdoding.

Gun jezelf weer fysiek contact

Als ik je – in deze tijd van het jaar – één ding toewensen mag, dan is het wel dit: ‘Gun jezelf weer fysiek contact!’ Het is goed voor zoveel dingen:

  • Je wordt er gelukkiger van, echt waar. Daar zorgt oxytocine wel voor!
  • Fysiek contact vermindert pijn, alleen al door de aanraking. Denk maar aan het kusje op de zere knie van een kind dat gevallen is. Bij (diepte)massage gaat dat proces nog een beetje verder. Niet alleen de huid wordt beroerd, ook de spieren worden in dat proces meegenomen. De ontspanning die daaruit ontstaat, maakt dat de pijn voor langere tijd verdwijnt.
  • Je wisselt bacteriën en virussen en god-weet-wat-nog-allemaal met elkaar uit, … en dat is goed. Om je immuunsysteem alert te houden, is het van belang dat je telkens weer met al die dingen in contact komt. Op die manier krijgt je immuunsysteem een levenslange training, en het is zoals met zovele dingen: Wat je traint, blijft sterk. Wat je niet meer traint, verzwakt langzaamaan, tot het helemaal niet meer werkzaam is.
  • Je maakt verbinding die je op geen enkele andere manier kunt maken. Een huid-op-huid-contact creëert herinneringen die je nooit vergeet. De warmte van huid op huid, die je als baby hebt ervaren, spreekt nog als je diep-dementerend niemand nog herkent. Wat je brein vergeten is, herinnert je huid zich nog: het contact met de ander is belangrijk.
  • Je wordt een ge-heel-de mens. Je wordt weer heel, als je dat fysieke lichaam van jou geeft wat het nodig heeft: gezonde voeding, de nodige beweging … én het fysieke contact met anderen. Zonder dat contact ben je maar half … en dus ook altijd een beetje ziek!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Een mistig landschap in het najaar

Het ‘vitamine D-seizoen’ komt eraan!

Vitamine D, een zonnevitamine

De meeste vitamines krijgen wij via onze voeding binnen. Met vitamine D ligt dat een beetje anders. Je kunt veel vette vis eten, zoals zalm en sardines en makreel en haring, en dat helpt al een beetje. Vitamine D zit in de vetten van deze vissen. Denk maar aan die vieze levertraan van vroeger. Je kunt ook grijpen naar eieren, boter, melk en kaas, want ook daar zit een klein beetje vitamine D in. En toch kan dat alles niet tippen aan de hoeveelheid vitamine D die we onder invloed van direct zonlicht aanmaken in onze huid. Willen we voldoende vitamine D aanmaken om gezond te blijven, dan moeten we met z’n allen aan de evenaar gaan wonen. In de zomer hebben we misschien net voldoende vitamine D ter beschikking, op voorwaarde dat we op het middaguur minstens een half uur in de zon komen met nogal wat ontblote huid en zonder zonnebrandcrème. Een andere optie is het om – misschien wel het hele jaar door, maar zeker tijdens de wintermaanden – een goed vitamine D3 supplement te nemen.

Vitamine D3 en sterke botten

Vitamine D3 speelt een heel belangrijke rol in de calciumopname, en is dus van levensbelang voor sterke botten, sterke tanden en goed werkende spieren. Voor goede botten en tanden en voor goed functionerende spieren zijn in gelijke mate voldoende calcium en voldoende magnesium nodig. Om de calcium uit onze voeding op de juiste plaatsen te krijgen, hebben we twee vitamines nodig. Vitamine D3 haalt calcium uit de voeding en brengt die in het bloed, en dat is alvast het halve werk.

Maar misschien hoorde je al van mensen die tegelijk osteoporose of botontkalking hebben én atherosclerose of aderverkalking (in wezen gaat het om slagaderverkalking). Dat zijn de mensen die wellicht wel vitamine D3 nemen, maar niet die andere o zo belangrijke vitamine. Wat deze mensen nodig hebben, bovenop vitamine D3, dat is vitamine K2. Deze laatste doet het vervolgtransport: ze haalt de calcium uit het bloed en brengt die naar de botten, de tanden, de spieren en overal waar calcium nog nodig mocht zijn. Vitamine K2 wordt enerzijds aangemaakt in onze darmen door goede darmbacteriën en anderzijds vinden we ze vooral in gefermenteerde voedingsmiddelen, zoals zuurkool of yoghurt en kwark. Bij neiging tot atherosclerose is wellicht ook een supplement nodig.

Vitamine D3 als regulator

Vitamine D3 reguleert in ons lichaam heel wat processen. Deze vitamine heeft invloed op het hartritme, de bloeddruk, de bloedviscositeit (ofte het al dan niet stroperig worden van ons bloed), de bloedsuikerspiegel, het zenuwstelsel en zelfs de celgroei. Dat betekent dat vitamine D3 een rol speelt in het vermijden van hart- en vaatziekten, diabetes, ziekten van de hersenen en de zenuwen – van zenuwachtigheid, prikkelbaarheid en depressiviteit tot dementie, multiple sclerose en de ziekte van Parkinson – en zelfs kanker. Tel daarbij nog de rol van vitamine D3 in het vermijden van osteoporose, cariës en tanduitval én spierzwakte en je begrijpt hoe belangrijk een goede Vitamine D status in je lichaam is.

Vitamine D3 en het immuunsysteem

De vitamine die we vandaag onder de loep nemen is ook nog eens van onmisbaar belang voor een goed werkend immuunsysteem en wel op twee fronten tegelijk:

  • Vitamine D3 hebben we absoluut nodig in de preventie en de aanpak van winterse infecties, zoals verkoudheid en griep, maar ook COVID in al zijn varianten. Indien nodig stimuleert vitamine D3 ons immuunsysteem, zodat het vreemde indringers te lijf kan gaan. Bij voldoende voorraad gaat dat vaak zelfs zonder dat wij symptomen vertonen bij een eventuele besmetting. En worden we toch ziek, dan ondersteunt vitamine D3 ons immuunsysteem om de ziekmaker efficiënt te bestrijden.
  • Maar vitamine D3 doet meer. Ze is immers ook op dit front een regulator. We zagen het bij COVID en we zien ook bij het ontstaan van allergieën en auto-immuunziektes: ons immuunsysteem kan ook te alert zijn en blijven doorgaan met aanvallen, ook waar dat niet langer nodig is. Bij COVID kregen we de cytokinestorm, en mensen stierven aan een overactiviteit van het immuunsysteem. Hetzelfde gebeurt eigenlijk bij allergie en auto-immuunziektes: ons immuunsysteem ziet overal vijanden, ook waar die er eigenlijk niet zijn. En het valt maar aan, zonder ophouden. Gevolg: we hebben voortdurend last van steeds zwaardere symptomen en we worden ziek door uitputting (want ons immuunsysteem is een duur systeem, het vraag heel veel energie). Vitamine D3 is bij wijze van spreken niet alleen de ‘aan’-knop van ons immuunsysteem, maar ook de ‘off’-knop, en die is minstens even belangrijk.

… en dus, een supplement!

Een goed vitamine D3 supplement kun je veilig het hele jaar door nemen in een hoeveelheid van 2000 IU (International Units, of in het Nederlands: Internationale Eenheden en dus IE) per dag. Dat is een goede basismaatregel en kan zonder medisch toezicht genomen worden.

Heb je echter klachten zoals hierboven beschreven, vraag dan misschien eens aan je huisarts om de vitamine D-status van je bloed na te gaan. Orthomoleculair wordt aangenomen dat je minimaal 75 nmol vitamine D per liter bloed zou moeten hebben om gezond te kunnen functioneren. Optimaal is een bloedspiegel tussen 75 nmol/L en 150 nmol/L. Je huisarts zal wellicht al tevreden zijn vanaf 30 nmol/L, en misschien heb jij nog minder dan dat. Met zo’n lage bloedspiegel van vitamine D kun je echter onmogelijk optimaal functioneren. Vraag dan aan je huisarts beslist naar extra vitamine D3, of laat je bijstaan door iemand die orthomoleculair geschoold is. Je kunt er veel leed mee voorkomen.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Geef je gezondheid een boost door regelmatig te bewegen

Vorige keer schreef ik al over wat je zelf kunt doen om je weerbaarder te maken tegen infectieziektes als het coronavirus. Zelf vind ik het ongelooflijk jammer dat er vanuit onze virologen niet meer aandacht gegeven wordt aan een gezonde levensstijl. Als de meeste mensen die op de Intensive Care terecht komen, mensen zijn met obesitas en met diabetes, zou het dan geen goed idee zijn om juist daar iets aan te doen? Als de meeste mensen die sterven aan de gevolgen van het coronavirus mensen zijn met onderliggend lijden, zou het dan geen goed idee zijn om te zoeken naar een alternatief voor de huidige medische aanpak van onze welvaartsziektes? Want dat pilletje dat jij dagelijks neemt om je bloeddruk of het suikergehalte in je bloed of je cholesterol binnen aanvaardbare grenzen te houden, dat geneest niet. Het zorgt er alleen maar voor dat de klachten onder de duim gehouden worden.

In Amerika bijvoorbeeld, maar ook bij onze Noorderburen, komt steeds meer aandacht voor leefstijlgeneeskunde. Het gaat dan om dingen als het aanpassen van je voedingsgewoontes, het zorgen voor voldoende ontspanning en slaap, het gaan voor wat in jou leeft … en het regelmatig bewegen. Over dat laatste schrijf ik vandaag …

Stilzitten wordt wel eens ‘het nieuwe roken’ genoemd

Een kleine schets van het leven van veel mensen vandaag …

‘s Morgens opstaan, je wassen en aankleden en dan ontbijten. Vervolgens een paar stappen naar de auto en dan naar het werk of naar school. Zowel bij een kantoorbaan als op school volgt dan een lange dag van veel zitten. Na de dagtaak met de auto naar huis, wat huishoudelijk werk, en na het avondeten wat ontspanning … in de zetel voor de TV. Toegegeven, dit is een karikatuur, maar dan wel eentje die behoorlijk goed lijkt op het reële leven van veel mensen.

Nu blijkt dat al dat zitten even schadelijk voor ons is als roken. Als je wil weten hoe beweeglijk wij horen te zijn, kijk dan maar eens naar een jong kind. Je kunt zo’n kind niet stilletjes op een stoel of in een zetel laten zitten. Het wil bewegen, en als het speelt is het voortdurend in beweging. Alleen als zo’n kind slaapt, valt al dat bewegen stil. Zo zijn wij mensen bedoeld, zo zit het in onze genen ingebakken. Doen we dat niet, dan gaan alle systemen in ons lichaam op een lager pitje draaien, en dat draait uit op schade van onze vitaliteit.

‘Regelmatig bewegen’ is niet gelijk aan ‘twee keer per week sporten’

Dat bewegen goed is voor onze gezondheid, dat weten we eigenlijk wel. Daarom ook gaan veel mensen één tot een paar keer per week sporten: lopen, fietsen, fitnessen, zwemmen, tennissen. Joepi, da’s goed, da’s winst …

… en toch is het niet dat wat we bedoelen met ‘regelmatig bewegen’. Met dat af en toe eens sporten maak je niet ongedaan wat je je lichaam aandoet met de rest van de tijd dan toch weer zitten. Eigenlijk zou je niet langer dan een half uur mogen blijven zitten. Daarna moet je eerst weer even in beweging komen, vooraleer je weer even mag zitten. Het gaat daarbij niet om ‘sport’, maar om ‘je hele lichaam weer even losmaken’. Je spieren moeten even in actie komen, je bloedsomloop moet een beetje harder gaan, je ademhaling moet wat intenser, … en dat krijg je bij alleen maar zitten allemaal niet.

Bijzonder positief is het als je voor elke maaltijd wat intensiever gaat bewegen. Enerzijds maak je dan de directe reserves van energie op. Je zorgt er dus voor dat er ruimte is om nieuwe energie binnen te laten, zonder dat die ineens maar in je vetcellen gestockeerd moet worden. Anderzijds maak je bij het even uitputten van je spieren ‘lactoferrine’ aan. Die lactoferrine zorgt ervoor dat je lichaam minder gaat ontsteken na een maaltijd. Lactoferrine helpt je immuunsysteem om ziekteverwekkers in je voeding te neutraliseren.

Tips om meer te gaan bewegen

Als jij regelmatig gaat sporten, dan is dat een goede zaak. Maar zoals eerder al aangegeven, het is niet voldoende en misschien ook niet echt noodzakelijk. Veel belangrijker is het dat je vele keren doorheen de dag in beweging komt. Enkele tips om dat soort beweging in je dag in te bouwen:

  • Doe je huishouden zoveel mogelijk zelf. Ook als je al wat ouder bent en hulp krijgt bij het huishouden, blijf je best toch nog een beetje bezig met bijvoorbeeld je eigen potje koken of opruimen en je huis netjes houden.
  • Doe je kleine boodschappen te voet of met de fiets.
  • Maak elke dag een kleine wandeling in je buurt. Parkeer bijvoorbeeld je auto iets verder af als je ergens moet zijn, en doe de rest dan gewoon te voet.
  • Werk regelmatig een beetje in de tuin – en ook dat liever elke dag een half uurtje dan één keer in de week een hele namiddag.
  • Als je bij het opruimen iets naar boven zou moeten brengen, zet het dan niet eerst onderaan de trap. Breng het ineens naar boven. Dat extra traplopen kost je misschien wel wat tijd, maar het is winst voor je gezondheid.
  • Doe af en toe kleine oefeningen:
    • Je eens helemaal uitrekken.
    • Ouderwets je helemaal voorover laten hangen en met je handen de vloer proberen te raken.
    • Even op je hurken gaan zitten – als je dat nog kan!
    • In slowmotion ter plaatste stappen. Dat is niet alleen een goede bewegingsoefening, maar ook een evenwichtsoefening, belangrijk in de valpreventie.

Wie jonger is en meer aankan, mag gerust zijn lichaam verder uitdagen dat wat ik hier aangeef. Maar ook als je ouder wordt en minder kunt bewegen, is het belangrijk je lichaam toch telkens weer uit te dagen een beetje meer te doen dan jij dacht aan te kunnen. Uit eigen ervaring weet ik dat er een weg terug is, van voortdurend pijn hebben en haast niet meer kunnen bewegen naar weer voluit en met plezier kunnen bewegen. Datzelfde wens ik ook jou van harte toe.

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Verbonden leven …

Op vakantie in de Vogezen dook ik, tussen het vele wandelen door, ook nog even in mijn pen. Ik schreef een mijmering voor vrienden van mij, die onlangs van start gingen met een nieuw religieus project: ‘Verbonden Léven’. Meer over Verbonden Léven vind je op hun website: www.verbondenleven.be. Hieronder kun je alvast lezen wat ik schreef …

Verbonden leven …
… met mijn lijf

Verbonden leven … met mijn lijf

Ik vertrek op vakantie met op het verlanglijstje: weer Grote Routepaden lopen. Tien jaar geleden liep ik voor ’t laatst zo’n traject. Ik verkende de bekende GR5 tot Barr, aan de voet van de Vogezen, en nu wil ik de draad weer oppikken. De grote vraag is echter: Zal het mij, tien jaar ouder toch al weer, nog lukken? Kan ik nog 20 tot 25 km stappen, klimmend en dalend over de cols en de crêtes van de Vogezen?

Die eerste avond, na een autorit van zo’n 600 km, maak ik een eerste wandeling. Een kleine oefening, als het ware. Zalig toch, die zoete geur van bomen en struiken en dat klateren van hier en daar een watervalletje. Na een uurtje klimmen, vind ik het welletjes geweest en keer ik me om, terug naar mijn vakantiehuisje.

Die nacht kan ik de slaap niet vatten. Mijn benen zijn zo onrustig, pijnlijk bijna. Uiteindelijk val ik toch in slaap … en word ’s morgens vroeg gewekt door de zon op mijn gezicht. Zalig!

Klaar voor die eerste echte staptocht. Het is alsof alles weer moet wennen: het rijden in de bergen naar mijn vertrekplek, het zoeken van dat eerste tekentje – nee, geen rood-wit hier, maar een rode rechthoek –, de zon die doet zweten, de insecten zoemend om m’n kop, het klimmen en dalen, … en de last en de pijn in mijn lijf!

De voeten, dat gaat nogal, maar de kuiten … Ik wist niet dat er zoveel spieren vast konden zitten in je kuiten. Ik voel ze bij iedere stap omhoog en ik voel ze nog meer bij iedere stap omlaag. Hoe ik terug bij mijn auto geraak, weet ik niet, maar ik haal het. Uitgeput. Moe. En met pijn. Morgen zal ik een dagje thuisblijven, omwille van voorspelde regen. Veel regen, de hele dag lang. En dat is maar goed ook, want ik kan haast geen stap verzetten. Geen stap zonder pijn, althans.

En toch probeer ik het daarna opnieuw, weer een dagje stappen, met het vaste voornemen uit te maken of ik mijn vakantie op die manier wil verder zetten. Doorzetten of opgeven, dat is de vraag. Bij het idee dat GR-lopen te moeten opgeven, voel ik iets als spijt en iets als moedeloosheid. Als dit niet meer kan, wat heb ik er dan aan om twee weken hier te zitten? Mijn hoofd en mijn hart willen dit. De vraag is dus alleen nog of mijn lijf dit ook wil …

Ik neem me voor om heel rustig aan te klimmen, mijn adem sparend, en het lukt. In een tweetal uur haal ik de top voor die dag, ik klim van 300 m in het dorpje tot 900 meter op de ‘sommet’ van de Ungersberg. Vandaar terug naar beneden, nog wel gevoelig in de kuiten, maar toch al minder pijnlijk, en via een (te) grote omweg terug naar het dorpje, naar mijn wagen.

Pas op de derde dag wandelen voel ik dat ook mijn lijf weer helemaal ‘ja’ kan zeggen tegen het trekken. En dan pas wordt het echt vakantie. Nu mijn lijf geaccepteerd heeft, kan ook mijn hoofd tot rust komen en hoeft het niet meer voortdurend te piekeren over hoeveel kilometer ik nog moet lopen en of ik dat wel haal.

Verbonden leven …
… met leven en dood

Verbonden leven … met leven en dood

Zo wandelend in de wouden komen gedachten aan leven en dood spontaan bij me op. Bomen ontworteld, omgewaaid misschien tijdens de laatste storm, dood hout … gevuld met leven: mos overwoekert, zwammen vinden voeding, kleine diertjes – van bacteriën tot insecten – nestelen er. Soms ziet zo’n woud er levend uit, sprankelend groen in diverse tinten. Soms ziet het er somber en doods uit, op het griezelige af.

Leven en dood, … in zo’n woud zie je ze samengaan … in de opeenvolging van de seizoenen, in dorre bladeren die tot humus worden, in jong groen dat opschiet, groeit en volwassen wordt … en uiteindelijk sterft.

Is het verwonderlijk dat ook je eigen sterfelijkheid dan net even wat dichterbij lijkt? Wellicht speelt een gezonde dosis angst hier ook een rol: hier ben ik dan, helemaal in mijn eentje, op paden waar bijna niemand langsloopt, met naast mij een duizelingwekkende diepte. Wat als ik een misstap doe, en naar beneden val? Wat als ik een voet verzwik of een been breek? Wat als ik hier het leven laat?

Ja, wat dan? Wat als ik hier het leven laat? Aan de ene kant voel ik zoiets als: ‘Als het dan zo moet zijn, wel, dan is het maar zo!’ Ook al is er een zekere angst – hoogtevrees, weet je wel – en ook al raak ik tijdens het stappen wel vermoeid, ik geniet. Volop, eigenlijk, en dat zou ik niet willen missen. Dus, als ik hier het leven laat, weet dan dat ik volop leefde. Aan de andere kant is er ook zoiets van: ‘Nu toch nog niet, er is nog zoveel wat ik zou willen doen, nog zoveel waar ik voor zou willen gaan.’ Want ja, vakantie is ook creativiteit, nieuwe ideeën opdoen, brouwen op een volgende stap in het leven.

En dus, lieve God – Gij die geen God van doden zijt maar van levenden – als het Jou hetzelfde is, dan blijf ik liever nog een poosje leven. Om nieuwe wegen te gaan, weet je wel, GR-paden én andere …

Verbonden leven …
… met moeder aarde

Verbonden leven … met moeder aarde

Wandelend door quasi ongerepte natuur voel ik me … als de eerste mens op aarde. ‘Ga …, onderwerp de aarde en maak haar vruchtbaar.’ Juist ja, het begint allemaal met dat ene woord: ‘Ga …’

En dat doe ik dan ook. Ik ga, stap voor stap. Over berg en dal, door woud en wijngaard, in de dorpen en ver daarbuiten. Helemaal in mijn eentje, en toch niet alleen. Af en toe een groet van een zeldzame wandelaar of fietser op mijn pad, omringd door die prachtig uitdagende natuur … en gedragen, stap na stap, door moeder aarde.

Ze is sterk, moeder aarde. Niet alleen draagt ze ons allen met al onze fabricaten, maar ze verdraagt ook alle kwetsuren die wij haar toebrengen. Wij vellen bomen, en moeder aarde ontfermt zich over wat achterblijft. Een stronk raakt verteerd en schenkt leven aan plant en dier. Wij ontginnen steen, en moeder aarde bedekt de kwetsuur, eerst met water en dan misschien met mos en ander groen en zo groeit stilaan een nieuwe vegetatie. Wij roeien alle planten en dieren uit die we niet willen – met voldoende straf vergif, als het maar goed werkt –, en moeder aarde verdraagt en wacht geduldig en tooit uiteindelijk zichzelf, door alles heen, met een nieuw en kleurrijk kleed.

O ja, wij moeten zorg dragen voor moeder aarde. Echter, niet zozeer om harentwil, maar veel meer om onzentwil. Moeder aarde kan zonder ons, dwaze mensen met ontoombare verwoestingsdrang, maar wij kunnen niet zonder haar. Wij, mensen, kunnen de aarde in zoverre verwoesten dat zij ons niet meer dragen kan. Dat ze ons geen voedsel meer kan geven en geen water en geen plekje om te wonen. En daar zullen wij aan ten onder gaan.

En dan komt weer het rijk van moeder aarde, die zich zal herstellen. Ze zal wat tijd nodig hebben, maar tijd heeft zij in overvloed. Ze zal levenskracht nodig hebben, maar naar wat ik heb gezien, heeft ze dat. En ze zal ons moeten missen, … maar als wij het zover laten komen …, misschien is ze dan wel beter af zonder die mens met zijn neiging tot overheersen en uitbuiten en leegroven.

Verbonden leven …
… met plant en dier

Verbonden leven … met plant en dier

Een zonnige dag in de Vogezen. Rondom mij een voortdurend gezoem van insecten. Niet dat ik er last van heb, ze bevinden zich meestal hoog boven mij. Alleen als ik ga zitten om even te rusten, komen ze kijken (of voelen of horen of zoiets). Dan komen ze naar me toe, eerst naar mijn wandelboekje dat blinkt in de zon. Daar zitten ze dan op, alsof ze proeven van een lekkernij. En als ik mijn lippen lik, dan proef ik het ook. Zout is wat ze zoeken.

In de boventoon van dat insectenkoor hoor ik voortdurend het koorgekwetter van vogels. Dat is mijn muziek, onderweg langs de GR5. Het schilderij daarentegen bestaat uit wel vijftig tinten groen, en hier en daar een bloem: wit en geel en roze en paars. Vormen heb je ook bij de vleet. Neem nu mos, bijvoorbeeld, kort en donzig, lang en sliertig, felgroen in sterretjes, gelig groen in krulletjes, enzovoort, enzovoort, enzovoort.

Ook bomen heb je in alle soorten en maten. Van het kleinste en jongste boompje, amper twintig centimeter hoog tot reuzen waar ik me klein bij voel. Donkere dennen, lichtere eiken en beuken nog in hun wintertooi – wist je dat beuken pas hun herfstbladeren loslaten als het jonge groen er al is? In lagere regionen zien de beuken dus al groen, op de hoogste toppen – en dat is boven de duizend metergrens – blijken ze nog roestbruin.

Dieren spotten is wat moeilijker. Eigenlijk is het zo dat ik ze eerder hoor dan ik ze zie. En dus, als ik iets bijzonders hoor, kijk ik vlug die kant even uit. En dan zie ik ze: een kever die cirkelend rond zoemt, een vogel met verzamelwoede in het struikgewas, een specht tokkend in een boom, een hagedis die van een warme rots weg sputtert omdat ik eraan kom, een haas die zich vlug een holletje zoekt, en jawel, ook een paar keer een hert dat bij mijn komst de benen neemt. Eén keer zelfs, echt waar, zie ik een ooievaar. Gewoon, in de Elzas, in een weide. En ik denk: ‘Oei, als daar maar niks van komt!’

Verbonden leven …
… met ‘Jij’

Verbonden leven … met ‘Jij’

Dag God, ik kom weer wandelen. En ik weet, Jij bent er ook.

Jij bent er al, in alles rondom mij. Jouw Kracht stroomt door alles heen, zodat de natuur sprankelt en vol leven is. De schepping groeit en bloeit en spreekt van zoveel meer. Jouw Wijsheid weet van zon en regen, van seizoenen met elk hun eigenheid, van tot leven komen en ook weer doodgaan. Jouw Woord is waar en leeft, dat merk ik aan al wat is. En inderdaad, wat ik zie, is goed!

Jij bent er ook, in beeld en bouwsel. Want mensen hier hebben het nodig Jou tot uitdrukking te brengen. In elk dorp een kerk – en meestal zelfs twee, eigenlijk –, een plek waar Jij Je vinden laat. Ik kom wel eens binnen, misschien wel meer op zoek naar een plekje uit de zon om eventjes uit te rusten. Maar ik weet me welkom, dankjewel daarvoor.

Heel veel keren kom ik ook, midden in de bossen en de velden, een kruisbeeld tegen. Een kruisbeeld, met op de voet daarvan een inscriptie: Uit dank voor een uit de oorlog teruggekeerde zoon, ter nagedachtenis aan oorlogsslachtoffers, gewoon een citaat uit de bijbel, gedenkplek voor een jongeman op die plaats neergebliksemd, …

Dag God, ik kom weer wandelen. En ik weet, Jij bent ook in mij. Jij bent in de kracht in mijn voeten, die mij doet gaan. Jij bent in de creativiteit die gaandeweg opborrelt. Jij bent in de rust die ik ervaar. Jij bent in dat zalige vakantiegevoel en Jij bent in het schrijfwerk dat ik op ‘niet-wandeldagen’ doe. En ik besef: Jij bent er anders ook, alleen neem ik dan niet de tijd dat ook uitdrukkelijk op te merken.

Dankjewel, God, gewoon omdat Jij er bent.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Lenteschoonmaak

Er was een tijd waarin elke huisvrouw tegen Pasen een lenteschoonmaak deed. Ik weet niet of jij dat nog doet, maar ik helaas niet meer. Bij mij komt zo’n uitgebreide schoonmaak eerder ergens in de grote vakantie, na de eventuele werken die ik in huis wilde doen. Pas daarna maak ik het hele huis weer schoon, zodat het er weer een jaartje tegen kan …

Nu denk jij waarschijnlijk: dit is toch een website in verband met gezondheid. Wat heeft een lenteschoonmaak in hemelsnaam van doen met gezondheid? Wel, ook je lichaam vraagt om schoonmaak, en inderdaad, de lente is een ideale periode daarvoor!

Lenteschoonmaak voor je body

Geloof het of niet, maar net zoals het gaat in je huis, gaat het ook in je body. Ongemerkt blijft hier wat liggen en daar stapelt zich iets op en op nog een andere plek kom je helaas zo weinig aan poetsen toe … tot er uiteindelijk te veel ‘vuil’ blijft liggen. Plots zie je, voel je, merk je dat er iets moet gebeuren.

Bij je lichaam begint het met een zekere vermoeidheid die niet overgaat, met een paar kilo’s die erbij geslopen zijn, met een pijntje hier en daar, met een klacht die maar aansleept. Ook de winterblues en de voorjaarsmoeheid zijn in wezen tekenen aan de wand dat er vervuiling is opgetreden.

Nu vraag jij je wellicht af waar die vervuiling vandaan komt. Wel, ons lichaam is een ‘fabriek’ die voedsel omzet in energie. Daarbij worden vanzelfsprekend ook afvalstoffen geproduceerd. Als alles gaat zoals het hoort, zouden die afvalstoffen dag na dag afgevoerd moeten worden, via uitademing, stoelgang, urine, transpiratie, huidschilfers, talg, oorsmeer, … Vrouwen hebben zelfs een extra uitlaatklep: de maandelijkse menstruatie.

Soms echter is er meer nodig dan dat. Dan krijg je huiduitslag of puistjes of zweren of een loopneus of tranen die zomaar komen of diarree of super donkere urine. Het gaat allemaal om extra uitscheiding van toxines. En soms is ook dat nog niet genoeg. En dan wordt het teveel aan toxines ‘tijdelijk’ opgeslagen in ons lichaam. Het lichaam is wijs en doet dat op de minst schadelijke plekken: in onze vetcellen, in onze gewrichten, in onze spieren.

Op onze dagen komt het vuil lang niet alleen meer van ons eigen metabolisme. Wij krijgen nogal wat toxische stoffen binnen via onze omgeving: we ademen vuile lucht en fijn stof, we drinken toch niet helemaal zuiver water, we eten pesticiden en bewaarmiddelen en kleurstoffen en smaakmakers, we behandelen ons huis en onze huid met chemische reinigers, we slikken medicijnen, enzovoort, enzovoort, enzovoort.

Je begrijpt dat wij dagelijks helaas veel meer toxische stoffen binnenkrijgen dan we op een etmaal weer kwijtraken. Het gevolg daarvan is dat we met z’n allen geleidelijk aan dikker, moeër, zieker worden. En juist daar kan zo’n lenteschoonmaak wonderen verrichten.

Allemaal goed en wel, maar hoe begin je eraan?

Wel, vandaag schets ik je de grote trekken. In een volgende blog ga ik hier veel dieper op in, zodat je zelf aan de slag kunt met een matige reinigingskuur. Ik begeleid je dan naar een groenten- en fruitkuur.

Wil je straffer aan de slag – met een sapkuur of een echte vastenkuur – dan raad ik je aan om je te laten begeleiden. Dat kan individueel, bij een gezondheidsbegeleider met ervaring met vastenkuren. Dat kan in groep, in een georganiseerd initiatief. Google je maar eens op ‘sapkuur’ of ‘vastenkuur’. Je vindt vast wel iets.

Maar goed, wil je een reinigingskuur doen, dan is het eerste wat je moet doen ‘tijd vrijmaken’. Je hebt minstens drie weken nodig waarin je geen verplichtingen hebt wat betreft eten. Geen feestjes dus, geen bruiloften, geen kroegentochten of kaas- en wijnavonden of wat dan ook. Wil je de eigenlijke kuur twee weken laten duren, dan heb je vijf weken ‘feestverlof’ nodig. Het klinkt misschien gek, maar het allerbelangrijkste om je kuur te doen slagen, is de planning van deze kuur in je agenda.

Dat plannen heeft een tweede voordeel. Je kiest er dan als het ware nu al voor om ‘dan’ te investeren in je gezondheid. Je programmeert daardoor je mindset op iets positiefs, nl. het winnen van gezondheid. Je plant het niet in als iets negatiefs, nl. het tijdelijk niet meer alles mogen eten. Die positieve kijk is van het allergrootste belang. Als jij ervan overtuigd bent dat je jezelf ermee tekort doet, dan zal die kuur zijn gezondheidsbevorderende doel missen. Als jij er echter van overtuigd bent dat je iets doet wat goed voor je is, dan zul je er ook de positieve gevolgen van ervaren: je zult je – na een moeilijke beginfase – fitter gaan voelen, je zult beter slapen, je zult wat kilo’s kwijtraken, …

Zo’n reinigingskuur bestaat telkens uit drie delen:

  • De eerste week ga je afbouwen. Dat wil zeggen dat je geleidelijk aan alles uit je voedingspatroon weglaat wat niet tot het kuurvoedsel behoort. Dit is een heel belangrijke fase en het is ook de lastigste fase. Doe je dit goed, dan zorg je ervoor dat je minder last krijgt van hongergevoel, van misselijkheid, van hoofdpijn, van algehele malaise … Wie deze geleidelijke afbouw van voedsel niet doet, loopt heel veel kans op een zogenaamde ‘vastencrisis’. En ik kan je garanderen, die wil je beslist vermijden!
  • De tweede en eventueel ook derde week doe je dan de eigenlijke kuur. Dat kan een fruit- en groentenkuur worden. Dan eet je tijdelijk alleen maar fruit en groenten, in kleinere hoeveelheden. Het kan ook een sapkuur worden. Dan lepel je alleen maar een paar keer per dag een glaasje groenten- of vruchtensap naar binnen. Het kan ook een echte vastenkuur worden. Dan laat je even alle voedsel voor wat het is. Je drinkt alleen water en kruidenthee. En daar doe je het dan mee. Die laatste twee vragen extra begeleiding, zeker als je ze voor de allereerste keer doet. Aan een fruit- en groentenkuur mag je je, na wat extra uitleg in een volgende blog, in je eentje wel wagen.
  • In de laatste week / weken van de kuur ga je terug opbouwen, naar een nieuw en gezond eet- en leefpatroon. Als het goed ging, ben je in de afgelopen weken afgekickt van toch wel wat ongezonde gewoontes. Misschien rookte je of dronk je te veel alcohol, misschien snoepte je toch wel wat te veel, misschien was je voortdurend aan het snacken, zonder zelfs maar te beseffen dat je aan het eten was. Je begrijpt dat het de bedoeling is de meest ongezonde gewoontes definitief uit je leef- en eetpatroon te weren.
    Men zegt wel eens dat de opbouw na een kuur even lang hoort te duren als de kuur zelf. Dat betekent dat, als je twee weken bezig was met je fruit- en groentenkuur, je ook twee weken de tijd moet nemen om geleidelijk aan weer te wennen aan een normaal eetpatroon. In ieder geval gaat het erom dat je niet ineens weer gaat overeten. Daarom moet je tijd nemen om van ‘kuur’ weer over te schakelen op het nieuwe ‘normaal’.

Zin om het zelf ook eens te proberen? Over twee weken krijg je van mij veel meer praktische informatie. Wat je nu al kunt doen, is het plannen van die drie of vijf weken ‘feestverlof’ in je agenda.

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Een hernia hoeft je geen last te bezorgen!

Wat is een hernia?

discushernia

Je moet je de wervelkolom voorstellen. Dat is een opeenstapeling van wervels, waardoorheen het ruggenmerg loopt. Tussen de botjes van de wervelkolom zit telkens een tussenwervelschijf, die beweeglijkheid geeft aan de wervelkolom. Ter hoogte van de tussenwervelschijven ontstaat ook ruimte voor de aftakkingen van het ruggenmerg: de zenuwen.

De tussenwervelschijven bestaan uit een buitenste omhulsel van taai, vezelig kraakbeen (paars op de tekening). Daar binnenin zit een geleiachtige kern (blauw op de tekening).

Een hernia ontstaat als er een te grote belasting op een tussenwervelschijf komt. Dan kan het gebeuren dat de taaie omhulling scheurt en dat de geleiachtige kern door die scheur naar buiten stulpt. Als die uitstulping gaat drukken op een zenuw, dan ontstaat in eerste instantie pijn en in tweede instantie kan ook uitval van functie optreden.

Pijn en verlammingsverschijnselen dus … naar de benen toe als de hernia zich in de lage rug bevindt, naar de armen toe als de hernia zich in de hals bevindt.

Op zoek naar de oorzaak van de hernia

Willen we iemand van zijn klachten afhelpen, dan is het van belang de oorzaak van die klachten te vinden. Zoek je even mee naar de ware oorzaak van de hernia en dus ook van de klachten?

  • De hernia duwt op de aanzet van de zenuwbaan naar de benen of naar de armen toe, en dat geeft pijn en / of verlammingsverschijnselen.
  • De hernia is een breuk in het taaie deel van een tussenwervelschijf, waardoor de geleiachtige kern uitstulpt.
  • De tussenwervelschijf is gebroken door een te felle druk of spanning op die plek.
  • En die te sterke spanning … is afkomstig van te sterk gespannen spieren!

Dat die spieren zo gespannen staan, heeft ook weer z’n oorzaak, maar dat wordt een individuele zoektocht. Welke bewegingen moet iemand constant of in een kramp of boven zijn krachten of … doen, waardoor de spieren in de (boven- of onder-)rug zich te sterk gaan aanspannen?

Dieptemassage helpt

Met dieptemassage worden te gespannen spieren weer soepel gemaakt. Spieren die gespannen staan, worden korter. Spieren die ontspannen zijn, zijn wat langer. Door de spieren te ontspannen … en dus langer te maken, ontstaat weer meer ruimte tussen de wervels. De druk op de tussenwervelschijven vermindert, waardoor de geleiachtige kern weer naar binnen kan. Dat is wat ‘spontaan herstel’ van een hernia wordt genoemd.

In de rugschool leer je de aangedane plek minder te belasten. Dat doe je door bepaalde bewegingen te vermijden, dat doe je ook door andere spieren dan de meest getroffene te gaan gebruiken. Dieptemassage werkt meer rechtstreeks op de te gespannen spieren in. Door de spieren rondom de hernia weer los te maken, krijgen de zenuwbanen opnieuw de ruimte die ze nodig hebben. Daardoor worden pijn en andere klachten minder.

Helpt dieptemassage altijd? Dat weet ik (nog) niet, ik heb nog niet zoveel ervaring. Maar één ding weet ik wel: als ik voor mezelf de keuze zou moeten maken, dan probeer ik het vast en zeker. Liever een gok met dieptemassage, dan blijvend te leven met pijn of met verlammingsverschijnselen. Liever eerst eens proberen met dit alternatief, dan ineens te beslissen om wervels vast te laten zetten.

En ja, met de weinige ervaring die ik al heb, kan ik je dit al wél vertellen: bij rugpijn en de andere klachten die daaruit voortkomen, helpt dieptemassage écht!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

GEZONDHEID-WIJZER bij hoofdpijn

Hoofdpijn is een van die kleine kwaaltjes die het leven grondig kunnen vergallen. Ze kan gaan van lichtjes op de achtergrond aanwezig tot een alles overheersende pijn die je zelfs werkonbekwaam kan maken. En wie regelmatig hoofdpijn heeft, weet het wel: een dag met of een dag zonder hoofdpijn, dat is een wereld van verschil!

Een tekort aan paracetamol is niet de oorzaak!

In de natuurlijke gezondheidszorg gaan we altijd op zoek naar de oorzaak van een kwaal. Daar ligt immers de échte genezing. Als je de oorzaak van een kwaal ontdekt en je doet er iets aan, kan je helemaal en vaak definitief van je kwaal verlost worden.

De meeste mensen nemen bij hoofdpijn een of ander geneesmiddel dat de chemische stof paracetamol bevat. Wat paracetamol doet is niks anders dan de pijn verdoven. Het neemt niet de oorzaak van de pijn weg en ‘geneest’ dus niet in de strikte zin van het woord. Paracetamol maakt dat je nu even geen pijn voelt, maar als het medicijn uitgewerkt raakt, komt de pijn terug. Hoofdpijn is immers geen ‘tekort aan paracetamol’, want als dat wel het geval was, dan bleef de pijn na het aanvullen van dat tekort gewoon weg.

Twee mogelijke oorzaken van hoofdpijn

Er zijn twee grote categorieën van oorzaken van hoofdpijn. De meeste vormen van hoofdpijn zijn tot die twee categorieën terug te voeren:

  • een teveel aan spanning
  • een teveel aan toxische stoffen in het bloed

Vaak het is makkelijk te achterhalen om welke van die twee het gaat bij jouw specifieke vorm van hoofdpijn. En daar dan iets aan doen, kan je de verlichting geven die je zoekt.

Een teveel aan spanning

Een teveel aan spanning kan op diverse manieren ontstaan. Het kan gaan om een teveel aan stress, om teveel drukte om je heen en dus ook teveel drukte in je hoofd. Het kan ook gaan om gespannen relaties met de mensen om je heen, of om financiële of andere moeilijkheden waarmee jij te maken hebt. Die spanning kan zich op de duur ook vastzetten in je hoofdhuid en in de spieren van je nek, je hoofd en je gezicht.

Stilte en rust kunnen hier wonderen doen, maar ook een ontspannende douche of een relaxerende massage. Als de spanning zich al in je spieren heeft vastgezet, kan zelfs een dieptemassage van bovenrug, nek en hoofd nodig zijn om de pijn weg te nemen.

Een specifieke vorm van spanningshoofdpijn is de pijn die ontstaat als iets binnenin je hoofd teveel druk geeft. Ik denk hierbij aan een goed- of kwaadaardig gezwel. Ook hier bestaat een echte oplossing erin de druk weg te nemen, al is dat natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.

Een teveel aan toxische stoffen in het bloed

Een tweede mogelijke oorzaak van hoofdpijn is een teveel aan toxische stoffen in het bloed. De hersenen zijn immers een heel gevoelig orgaan. Gelukkig bestaat er zoiets als de ‘hersenbloedbarrière’, waardoor niet elke toxische stof tot in de hersenen kan komen, want anders hadden we wellicht allemaal voortdurend hoofdpijn.

Een heel bekend voorbeeld van dit soort hoofdpijn is de kater na een teveel aan alcohol. Een ander voorbeeld is de hoofdpijn die ontstaat als je spijsvertering het niet helemaal doet. Je voelt wat last aan maag en darmen … én een lichte hoofdpijn.

Migraine heeft vaak ook een component hiervan. Mensen die vaak migraine hebben, weten dat bepaalde voedingsmiddelen de hoofdpijn kunnen uitlokken. Ook hier gaat het om stoffen uit de spijsvertering die door het lichaam als ‘vergif’ ervaren worden.

Dit verklaart ook waarom bij detoxkuren of dieptemassages makkelijk hoofdpijn ontstaat. In beide gevallen worden toxische stoffen uit de weefsels vrijgemaakt. Via de bloedbaan komen die stoffen in de lever terecht, waar ze onschadelijk gemaakt worden. Maar de lever kan door een teveel aan toxische stoffen tijdelijk overbelast zijn. De gifstoffen blijven dan langer in het bloed aanwezig … en zorgen voor hoofdpijn.

Heb je hoofdpijn? Ontdek de oorzaak en doe er iets aan!

Bij hoofdpijn heb ik dus maar één goeie raad: Ga bij jezelf na wat de oorzaak van de pijn kan zijn. Met bovenstaande grote categorieën voor ogen, is het vaak helemaal niet zo moeilijk om die oorzaak te vinden. Luister naar je lichaam, zou ik zeggen, … en wees dan gehoorzaam aan wat je hoort!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Dieptemassage tegen pijn- en bewegingsklachten

Wakker geworden met een stijve nek? ‘t Doet pijn als je je hoofd wil draaien en nu voel je je precies een plank? Dat het maar gauw avond wordt, dat je kunt gaan rusten. En dan maar hopen dat het morgen beter is. Of je hebt altijd maar pijn in je rug, daar ergens onderaan, en zeker als je lichtjes gebogen moet lopen bij het werk dat je doet? Je bent het al ‘gewoon’, je leerde leven met die dagelijkse pijn. Of misschien heb je wel last van een overbelaste achillespees, een niet meer behoorlijk ronddraaiende knie, een pijnlijke schouder, een tenniselleboog of een computerduim? Ontsteking of artrose is het verdict van je arts.

Allemaal voorbeelden van pijn- en bewegingsklachten …

… en anders dan je misschien zou denken, kun je daar echt wel iets aan doen. En nee, ik heb het niet over pijnmedicatie en ook niet over het pijnlijke gewricht wekenlang onbeweeglijk houden en zeker al niet over een operatie.

Te gespannen spieren geven pijn

In veel van deze gevallen – om niet te zeggen, in zowat alle gevallen – is de pijn afkomstig van te gespannen spieren. Spieren die te gespannen staan, geven druk op een gewricht, waardoor het gewricht niet meer soepel draaien kan. Spieren die te gespannen staan, trekken te veel aan de pees waarmee ze aan het gewricht verbonden zijn. Door die te grote spanning kan de pees overbelast en ontstoken raken. Spieren die te gespannen staan, kunnen zoveel druk op een gewricht geven dat zenuwen gekneld raken en dat hernia’s uitstralingspijn geven. Te gespannen nek- en schouderspieren kunnen zelfs voor hoofdpijn zorgen.

En het enige wat we zouden moeten doen om al deze soorten pijn te verminderen – of zelfs weg te krijgen -, is het ontspannen van die te gespannen spieren. Klinkt logisch, is het niet? En toch wordt daar nu juist vaak niet aan gedacht.

Dieptemassage maakt spieren los

Het woord zegt het zelf: dieptemassage is massage die heel diep gaat. Dieptemassage is een techniek waarbij vastzittende spieren weer losgemaakt worden. Degene die de behandeling geeft, masseert de betrokken spier of spieren in alle richtingen. Hij of zij voelt waar verklevingen zitten en probeert die weer beweeglijk te krijgen. Door die diepe massage worden de spieren ook verzadigd met vers en zuurstofrijk bloed. Afvalstoffen worden afgevoerd en het spierweefsel krijgt wat het nodig heeft om weer helemaal zijn werk te kunnen doen.

Dieptemassage is geen massage waarbij je lekker zalig ligt te genieten van de ontspanning die andere massages je wel kunnen geven. Dieptemassage is integendeel vaak een beetje pijnlijk. Het is de pijn die nodig is om wat verkrampt is weer in beweging te brengen. Achteraf kun je dan ook het gevoel hebben alsof je ‘ik-weet-niet-wat-voor-inspanning’ hebt geleverd. Na een paar dagen echter komt de echte ontspanning én de vermindering van de pijn.

Dieptemassage is anders

Inderdaad, dieptemassage is anders dan wat andere hulpverleners doen. Elk van die hulpverleners heeft dan ook zijn eigen kracht én zijn eigen zwakte.

Een klassieke arts zal bij pijn- en bewegingsklachten foto’s laten nemen van de getroffen plek. Artrose is dan vaak het verdikt, en als het dat niet is, dan zal het wel ontsteking zijn. In het eerste geval is, als de last erg genoeg is, een operatie om het gewricht te vervangen vaak de voorgestelde oplossing. In het tweede geval worden het meestal ontstekingsremmers. Aan te gespannen spieren – vaak de echte oorzaak van de pijn – wordt niet eens gedacht.

Een kinesist levert schitterend werk als het gaat om het opnieuw in beweging brengen of het in beweging houden van een gewricht dat betrokken is bij een trauma. Stel dat ik een been brak en mijn been en mijn voet een tijdje in het gips moesten, dan is nodig om achteraf mijn enkel en eventueel ook mijn knie en de betrokken spieren te behandelen om de beweging zo maximaal mogelijk te herwinnen. Als dat niet goed gebeurt, kan het dat ik blijvend last ervaar bij het gebruiken van dat been.

Een osteopaat werkt in principe op het skelet. Waar beenderen, bijvoorbeeld in je ruggengraat, niet meer zitten zoals het hoort, ontstaat last. Je krijgt pijn- en bewegingsklachten. Osteopathie en dieptemassage zijn twee kanten van dezelfde stiel. Daar waar de dieptemasseur spieren losmaakt, zal de osteopaat het skelet corrigeren. Beide zijn dus een goede aanvulling van elkaar, en samen geven ze de beste kans om jou van je klachten af te helpen.

Een dieptemasseur werkt in op te gespannen spieren, een vaak vergeten aspect van pijn- en bewegingsklachten. Het proberen waard, als het genoeg pijn doet, zou ik zeggen …

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

 

%d bloggers liken dit: