Iemand spuit insuline in de buik

Insuline, een dik makend hormoon

Als ik jou zou vragen wat je moet doen om niet dik te worden, dan is de kans groot dat je iets noemt als: minder eten en meer bewegen, en vooral minder vet en minder suiker eten. Het zijn de adviezen die dokters en diëtisten al jarenlang verkondigen, … echter zonder veel resultaten. In mei 2022 waarschuwde de WHO – World Health Organization – voor een epidemie van obesitas in Europa. Meer dan de helft van de volwassenen is zwaarlijvig of heeft obesitas, en ondertussen zijn ook een derde van alle kinderen te dik. Met recht en reden kunnen we spreken van een pandemie van obesitas, en in het kielzog daarvan ook van diabetes type 2.

Dit is de situatie zoals ze vandaag is, in Amerika en in Europa en in alle landen in de wereld die hun voeding aanpassen naar Westerse normen. Er is dus blijkbaar iets mis met de redenering van dokters, diëtisten, voedingsfabrikanten. De adviezen die we krijgen helpen niet, onze voeding en onze manier van leven maakt ons steeds dikker.

De boosdoeners: insuline en insulineresistentie

Ik las in de voorbije vakantie twee superinteressante boeken van dr. Jason Fung over dit onderwerp:

  • De obesitascode – Het geheim van gewichtsverlies
  • De diabetescode – Hoe je diabetes type 2 kunt voorkomen en omkeren met dieet en leefstijl

Dr. Jason Fung is een Canadese nefroloog, een nierarts. Oorspronkelijk gaf hij zijn patiënten de adviezen die hierboven beschreven zijn, en hij merkte dat die adviezen geen verbetering gaven, noch in de algemene gezondheidstoestand van mensen, noch in het specifieke domein van obesitas en diabetes type 2. Nierziekten zijn immers vaak het gevolg van diabetes. Hij startte zijn eigen onderzoek, en las daarbij vele studies door anderen ooit gedaan. Hij las en interpreteerde die studies en kwam tot verrassend eenvoudige conclusies. Toen ik las wat hij schreef viel bij mij de frank, de euro, de dollar: zijn conclusies waren juist! Ik neem je mee in zijn verhaal …

Dr. Fung haalt eerst de huidige adviezen onderuit. Zijn redenering is simpel. Als die adviezen niet werken, dan zijn er twee mogelijkheden:

  • De mensen zeggen wel dat de ze adviezen naleven, maar ze doen het niet. Ze zijn laks, ze snoepen en eten in het geniep, ze doen veel minder aan beweging dan ze zeggen te doen.
  • De mensen volgen de adviezen wel op, maar die helpen niet. De adviezen zijn fout, en als dat zo is, dan moet daar in de wetenschap bewijs voor te vinden zijn.

En dus ging dr. Jason Fung op zoek naar bewijs tegen de heersende adviezen bij obesitas en diabetes type 2. Hij zocht en hij vond, en gaandeweg formuleerde hij een eigen theorie. Van die theorie voel ik intuïtief aan dat ze juist is. Ik zie er ook resultaten van, bij mensen rondom en bij Susan Pierce Thompson en haar ‘Bright Line Eating Movement’. Dr. Jason Fung noemt het hormoon insuline als grote boosdoener.

Insuline is een adipogeen hormoon, dat wil zeggen: een vet aanmakend hormoon. Dat zie je eerst en vooral bij mensen met diabetes type 1, die door een defect aan de pancreas geen insuline kunnen aanmaken. Als zij geen insuline toegediend krijgen, vermageren zij steeds meer, tot ze sterven aan ondervoeding. Zonder insuline kan de glucose de cellen niet binnen en wordt er geen energie aangemaakt. Er is ook geen reserve aan glucose en dus wordt er geen vet aangemaakt. Dat zie je ook bij mensen met diabetes type 2 die wel insuline spuiten. Binnen de kortste keren krijgen zij een ‘insulinebuik’, een enorm dikke buik, die niet in verhouding is tot de rest van hun lichaam en die ook niet in verhouding is tot wat ze eten of hoe ze bewegen. Ze worden steeds dikker, schijnbaar zonder aanwijsbare redenen.

Vorige keer schreef ik over Metabool Syndroom en over hoe daar een constant verhoogde bloedsuikerspiegel bij hoort. Die constant verhoogde bloedsuikerspiegel roept de pancreas op om telkens maar weer insuline aan te maken en vrij te geven. Maar de cellen zitten overvol, ze willen geen glucose meer opnemen, en dus verminderen ze het aantal insulinereceptoren aan hun buitenkant. Als insuline de sleutel is, dan zijn de insulinereceptoren de slotjes. Er is dus meer insuline in het bloed om de glucose de cellen binnen te helpen, maar de cellen belemmeren uit zichzelf dat het nog lukt. Vol is vol, er kan niets meer bij. Op dat moment ontstaat insulineresistentie.

Vandaag nemen we insuline onder de loep en wat die met onze gezondheid doet. Een volgende keer hebben we het over insulineresistentie. Voegen we beide samen, dan hebben we een effectieve remedie tegen obesitas en diabetes type 2.

Over insuline en wat die met je doet

Insuline is een hormoon dat wij in onze pancreas zelf aanmaken. Iedere keer als dat nodig is, laat onze pancreas wat insuline vrij in het bloed. De insuline moet ervoor zorgen dat de glucose uit ons bloed de cellen binnen kan. Dat is goed, dat is normaal. Op die manier krijgen de cellen de nodige glucose om energie te produceren.

Is er te veel glucose in ons bloed aanwezig in vergelijking met de energie die we nodig hebben, dan wordt die overtollige glucose, weer onder invloed van insuline, omgezet in ‘reserves’: in de lever en in de spiercellen wordt een beperkte hoeveelheid glycogeen opgeslagen. Dat is een soort makkelijk bereikbare reserve, die vb. tijdens de nacht en als we eens een maaltijd overslaan weer opgebruikt wordt. Is de opslagcapaciteit voor glycogeen bereikt, dan wordt de overtollige glucose omgezet in vet. Dat vet is – als overlevingsmechanisme uit oeroude tijden – reserve voor wintermaanden, hongersnoden en alle andere situaties waar voedsel niet voorhanden is.

Dr. Jason Fung zet hier eventjes de puntjes op de i. Het is wel degelijk insuline die dik maakt en niet glucose. Alleen als insuline de glucose de cellen in kan krijgen, kan er vet aangemaakt worden. Dit wordt overduidelijk bij mensen met diabetes type 1 die niet behandeld worden met insuline. De glucose kan de cellen niet binnen en wordt uitgeplast. De urine smaakt zoet en deze mensen vermageren zienderogen, tot stervens toe.

Wanneer komt er insuline in je bloed?

Het is algemeen geweten dat het eten van koolhydraten een insuline-reactie geeft. We eten koolhydraten – suiker, brood, pasta, rijst, aardappelen en in mindere mate ook vele soorten groenten en fruit – en die worden in maag en darmen verteerd, waarbij glucose vrijkomt. Als die glucose in het bloed wordt opgenomen, geeft de pancreas een shotje insuline vrij. De hoeveelheid glucose bepaalt in grote mate de hoeveelheid insuline. Bevat je voeding veel koolhydraten, en zeker als ze veel geconcentreerde koolhydraten bevat, dan loop je veel kans om vlugger dik te worden. Wat we kunnen doen is zoveel mogelijk dingen met suiker vermijden, maar ook zoveel mogelijk granen. Op onze dagen, waar heel veel voedsel in fabrieken wordt samengesteld, is het van belang de ‘kleine lettertjes’ te lezen. Alle vormen van suiker en alle vormen van zetmeel moeten dus vermeden worden, willen we kunnen vermageren. Veel makkelijker is het om standaard te kiezen voor onbewerkt voedsel.

Maar er is meer. In de mond zitten sensoren voor een zoete smaak, wij proeven als iets zoet is. Die zoete smaak geeft een signaal aan de hersenen, die detecteren dat er zoet voedsel aankomt. Al voordat het voedsel de mond heeft verlaten, wordt insuline in het bloed vrijgegeven. Dr. Jason Fung vertelt van een experiment: er waren twee groepen mensen. De ene groep moest een slok cola met suiker in de mond proeven en dan weer uitspuwen. De andere groep moest een slok cola zero in de mond proeven en weer uitspuwen. Niemand had iets binnen, en dus zou je geen insuline-reactie verwachten. Niets was echter minder waar: bij beide groepen werd een toename van insuline in het bloed gemeten. Je kunt dus dik worden van alleen nog maar het proeven van cola of van cola zero, echt waar.

In de maag zitten hormoonachtige stofjes en ook die geven een insuline-reactie op de inname van voedsel. En jawel, ik heb het hier over de inname van voedsel tout court. Elke keer als je eet, zal je maag aanzetten tot het vrijgeven van insuline in het bloed, onafhankelijk van wat er aankomt. Dat betekent dus dat wie drie keer per dag eet en ook nog enkele tussendoortjes gebruikt meer insuline in het bloed krijgt, dan iemand die slechts drie keer per dag eet, zonder die tussendoortjes. Wie maar één keer per dag eet, krijgt op basis van dit principe het minst insuline binnen. Wil je vermageren, schrap dan alvast alle tussendoortjes. En probeer misschien ook af en toe eens een maaltijd over te slaan.

Een tweede stofje in de maag detecteert wat er aankomt. Koolhydraten en eiwitten geven een sterke insuline-reactie, op vetten reageert onze pancreas neutraal. Dat koolhydraten insuline vrijmaken, dat wisten we al. Door de vetfobie die al sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw bestaat, experimenteerden mensen daarom met vetarme, maar eiwitrijke producten. Denk maar aan kippenwit of light kaas. Ook dit bleek veel insuline in het bloed te brengen, waardoor mensen die dit soort dieet volgden niet vermagerden. Alleen vet blijkt ‘insulineneutraal’, en hoe raar je dit ook mag vinden, het eten van voldoende gezonde vetten zal je doen vermageren.

En dan is er nog iets wat een belangrijke invloed heeft op de insuline in ons bloed, nl. stress. Stress maakt dat er cortisol wordt aangemaakt. Cortisol – verwant met het medicijn ‘cortisone’, waar je ook dik van wordt – zorgt ervoor dat er, om de stressvolle situatie aan te kunnen, voldoende energie kan aangemaakt worden. Er worden reserves omgezet, zodat er voldoende glucose in het bloed aanwezig komt. Daarop krijg je vanzelfsprekend een insuline-reactie. Die glucose moet immers de cellen in om energie te produceren. Hier wordt insuline aan het bloed afgegeven zonder dat je ook maar iets eet of proeft.

Bij acute stress is dat geen probleem. Acute stress vraagt om een vecht- of vluchtreactie. Je moet het gevaar te lijf of je moet ervan weglopen. Beide vragen veel energie, en dus wordt de glucose in het bloed opgebruikt. Er is niks over om vet mee aan te maken. Het probleem ontstaat bij chronische stress: wij verbruiken niet meer energie door ons druk te maken omdat we in de file staan en ook niet als we op het werk voortdurend onder tijdsdruk staan. We verbruiken niet meer energie door te piekeren of door ongerust te zijn over onszelf of over dierbare anderen. We verbruiken niet meer energie als we naar een spannende film kijken of als we onze hersenen bombarderen met te veel harde geluiden. Al die dingen veroorzaken chronische stress, waardoor extra glucose en dus ook extra insuline in ons bloed terecht komt. En wij, wij worden daar dikker van. Belangrijk is hier aandacht voor echte ontspanning en voor een goede nachtrust.

Wat moet je nu doen om te vermageren?

Als je leest wat ik hierboven schreef, dan begrijp je dat er geen eenduidig antwoord is. Wie veel koolhydraten eet, zal wellicht vermageren door die wat te verminderen. Wie voortdurend eet, zal vermageren door tussendoortjes weg te laten. Wie last heeft van chronische stress kan beter kiezen voor een passende manier om tot ontspanning te komen. Wie in elk bedje een beetje ziek is, zal op elk domein de juiste keuzes moeten maken. Er is dus niet één antwoord, maar een diversiteit aan mogelijkheden. Weet je zelf niet goed hoe het bij jou zit, dan kun je je beter laten begeleiden door iemand die weet heeft van deze informatie. Helaas zijn dat nog niet al onze diëtisten.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

 

Personenweegschaal en lintmeter

Ik ben te dik!

Niet zomaar een idée fixe

Jawel, ik ben te dik. En nee, dat is niet zomaar het idee dat elke vrouw wel eens van zichzelf heeft. Volgens zowat alle gekende parameters – gewicht, BMI of Body Mass Index en tailleomtrek – ben ik te dik. Vanuit gezondheidsperspectief bekeken is dat eigenlijk niet oké.

Als ik op de weegschaal ga staan, gaat er als vanzelf een belletje rinkelen. Alarm, alarm, alarm, dat cijfer op de weegschaal is gewoon te hoog. En met het ouder worden, wordt dat er niet beter op. Als ik niet oplet, gaat dat cijfer gestaag verder omhoog. Dringend tijd, dus, om daar iets aan te doen.

Een juister beeld over dat te hoge gewicht, en wel in verhouding tot mijn lengte, is de Body Mass Index, afgekort: BMI. De formule is deze:

Gewicht in kg / (lengte in meter X lengte in meter)

Stel dat je 70 kg weegt en 1,70 meter groot bent. Dan deel je 70 door 1,70 X 1,70, oftewel door 2,89. Uitkomst is dus: 24,22. Wat is nu een gezond BMI?

  • Tussen 18,5 en 24,9 heb je een gezond BMI.
  • Vanaf 18,4 en lager heb je een ongezond te laag BMI. Je riskeert gezondheidsklachten door ondergewicht.
  • Tussen 25 en 29,9 heb je overgewicht.
  • Vanaf 30 behoor je tot de categorie mensen die lijdt aan obesitas.
  • Vanaf 40 ben je morbide obees, wat wil zeggen dat je zomaar kunt sterven van te dik te zijn.

Let wel, deze cijfers gelden voor volwassenen tussen 19 en 69 jaar. Voor kinderen en voor ouderen gelden andere cijfers. En wat mezelf betreft, ik kan je verklappen dat mijn BMI dichter bij de 35 dan bij de 30 aanleunt. Ik ben dus te dik, echt waar.

Een laatste manier om te bepalen hoe het gesteld is met mijn gewicht tegenover mijn gezondheid is het meten van mijn tailleomtrek. Dat doe je zo: Je gaat rechtop staan. Je meet op de blote huid in het midden tussen de onderste rib (A) en je bekken (B). Je houdt het meetlint niet te strak, je ademt uit en je leest af.

Voor vrouwen is een ideale middelomtrek minder dan 80 cm. Tussen 80 en 88 cm is er sprake van een verhoogde tailleomtrek. Vanaf 88 cm is je tailleomtrek te hoog. Voor mannen is een ideale tailleomtrek minder van 94 cm. Tussen 94 en 102 cm is de tailleomtrek verhoogd, vanaf 102 cm is die te hoog. Bier- en andere buikjes zijn dus zeker niet gezond. Het toont immers aan dat de organen in je buikholte in te veel vet liggen, waardoor hun functioneren gehinderd wordt. En ja, ook mijn tailleomtrek is te hoog. Weerom wordt bevestigd: ik ben te dik!

Metabool Syndroom

Veel Westerse mensen zullen zich herkennen in het beeld dat ik van mezelf heb geschetst. Vaak komen daar nog bij een te hoog cholesterolgehalte, een te hoge bloedsuiker en een te hoge bloeddruk. Je bent in wezen nog niet ziek, je voelt je eigenlijk wel goed in je vel. Alleen, al die parameters wijzen erop dat je gezondheid toch niet helemaal je dat is. En de combinatie van twee of meer van die ‘mankementen’ kreeg een naam: Syndroom X of Metabool Syndroom.

Metabool Syndroom is op zichzelf nog geen ziekte. Het is een syndroom, en dus een combinatie van symptomen die wijzen op een verminderde gezondheid. Metabool Syndroom is als het ware een voorloper van diabetes type 2, van hart- en vaatziekten, en ja, ook van kanker. Om dit nu allemaal uit de doeken te doen, zou ons te ver leiden. Ik beloof je, in een volgend schrijven vertel ik je meer over dit Metabool Syndroom.

Wat te doen?

Te weten dat je te dik bent, is natuurlijk maar een eerste stap. Daar verandert niks aan, tenzij je er iets aan doet. Maar, wat moet je doen, dat het ook succes zal kennen? Want, geef toe, wie van ons heeft nog nooit geprobeerd gewicht te verliezen? En wie van ons kwam toen niet tot de ontdekking dat het nog zo simpel niet is? Ja, je kunt tijdelijk heel wat kilo’s verliezen, maar na verloop van tijd komen ze er zo gemakkelijk weer bij. Meer nog, je riskeert zelfs dat je gewicht op het eind van de rit hoger ligt dan voor je dieetpoging. Vandaag alvast iets over wat niet helpt. In volgende blogs in dit najaar vertel ik je stap voor stap wat wel werkt.

Zomaar calorieën beperken helpt niet

Het eerste waar je wellicht zelf aan denkt, en beslist ook het eerste wat een arts of een diëtist je zal aanraden is je calorieën te beperken. Dat lijkt een goed idee, maar is het jammer genoeg niet. Je moet immers weten dat ons lichaam slim is. Als er minder calorieën binnenkomen, zal ons lichaam gewoon minder calorieën verbruiken. Alles wat niet strikt noodzakelijk is om te overleven wordt op een minimumrantsoen gezet. Zo zal je het makkelijker koud hebben, want warmte produceren verbruikt veel energie. Je zult minder fut hebben om van alles te doen, want bewegen kost meer energie dan stil zitten. Je lichaam past zich aan om de hongersnood te overleven en wacht op betere tijden om de voorraden weer aan te vullen.

Ondertussen ga jij steeds meer verlangen naar calorierijk voedsel. Je lichaam hunkert naar vet en naar zoet. Als jij dan uiteindelijk toegeeft, vult je lichaam de vetvoorraden in één twee drie weer aan. En omdat je energieverbruik lager ligt dan vroeger, zal je oorspronkelijke gewicht binnen de kortste keren overschreden worden. Met andere woorden, je wordt dikker dan voorheen. Dit is het berucht jojo-effect.

Minder eten en meer bewegen helpt niet

Een variant op het vorige klinkt ook heel erg bekend: je moet minder eten en meer bewegen. Uit wat ik hierboven schreef, komt het al even naar voor, dit lukt gewoon niet. Als je minder gaat eten (caloriebeperking), dan ga je vanzelf minder bewegen. Je lichaam spaart energie omdat overleven belangrijker is dan bewegen. Als je meer gaat bewegen, dan heb je na die inspanning meer honger. Je eet meer om de tekorten aan te vullen.

Let wel, ik zeg niet dat bewegen slecht is. Integendeel, bewegen is absoluut goed, ook wat je gewicht betreft. Alleen, bewegen zal de kilo’s er niet doen afsmelten. Als je hoopt door meer te bewegen ook te vermageren, dan kom je van een koude kermis thuis.

Wat helpt dan wel?

Het opgebouwde gewicht is een zaak van voeding. De oplossing zal dus ook gezocht moeten worden in een gezond voedingspatroon. En in dat verhaal wil ik je in de komende tijd meenemen, stap voor stap, zodat je mee met mij gaat snappen hoe je lichaam werkt en vervolgens de richtlijnen kunt toepassen … en met eigen ogen zien dat werkt!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

 

Kruisbessen in de tuin

Vakantie

Je leest het goed, ik schrijf vandaag al over vakantie. Ga ik dan nu – op de laatste dag van mei – al met vakantie. Wel, ja en nee, … of eerder nee, en toch al wel een beetje.

Want, ja, dit is mijn laatste schrijfsel voor dit werkjaar. Ik schrijf elk jaar zowat van oktober tot en met mei. Van juni tot en met september neem ik vrijaf, ‘t is te zeggen, toch wat bloggen betreft. Al dat andere werk loopt voorlopig nog wel even door, dus echt vakantie is het nog niet. En toch, dat ik je vandaag voor de allerlaatste keer van dit seizoen een berichtje stuur, dat geeft mij toch al een beetje een vakantiegevoel. Er komt wat tijd vrij …

Laat dat nu precies zijn wat het woord ‘vakantie’ in zich draagt: er komt wat tijd vrij! Ons Nederlandse begrip ‘vakantie’ komt van het Latijnse woord ‘vacare’, waar ons woord ‘vacuüm’ dan weer van afgeleid is. Vakantie doet een leegte ontstaan, een vacuüm in de tijd. De gewone gang van de dagen wordt even onderbroken, en dat doet letterlijk ‘vrije tijd’ ontstaan. Er hoeft even niks, je krijgt alle ruimte om in te gaan op dat wat zich spontaan aan je aanbiedt.

Dat laatste is natuurlijk alleen maar waar als wij niet al die ‘vrije tijd’ al van te voren invullen met allerlei dingen die ook weer moeten. Dat kunnen huis-, tuin- en keukenklussen zijn, al die dingen waar je doorheen het jaar niet aan toekomt, maar dat kan evengoed gaan om de ‘verplichte grote reis’, omdat zoiets nu eenmaal hoort. Vakantie wordt nooit echt vakantie als alle vrije tijd al van te voren propvol is ingevuld. Vakantie wordt pas echt vakantie als er ruimte blijft, vrije tijd, waarin gebeuren mag waar jij op dat moment écht van genieten kunt.

Ooit – lang geleden, zo’n 19 jaar al, en ja, dat was toen ik nog pastoraal werk deed en ook daarvoor al diepe dingen schreef. Ooit, dus – schreef ik over vakantie al het volgende:

Heb jij dat ook? Dat gevoel het hele jaar door te moeten lopen en vliegen om er te geraken. Voor je gezin, voor je werk, voor de vereniging waar je lid van bent, … Altijd is er wel iets dat je aandacht en je energie vraagt. Altijd is er wel iets waarbij jouw hulp nodig is. Zonder dat je het in de gaten hebt, blijft steevast datgene liggen wat je voor jezelf had willen doen. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd maken voor jezelf …

Heb jij dat ook? Dat gevoel toch zo weinig tijd te kunnen maken voor de mensen om je heen, voor buren, familie en vrienden. Voor je ‘t weet is er weer een jaar voorbij waarin je steevast dezelfde mensen liet wachten op een telefoontje, een bezoekje of een ander teken van leven. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd maken voor anderen …

Heb jij dat ook? Dat gevoel geen tijd te hebben om stil te vallen. Om te genieten van zoveel moois om je heen. Om echt dankbaar te zijn. Om te bidden. Een dag, een week, een jaar zijn in een flits voorbij. En steevast is het dat moment voor ‘God’ dat plaats moet maken voor wat anders. 

Vakantie? Dat ze ‘t durven vragen! Het is tijd voor ‘God’, dé Ander …

Mijn wens voor jou? Een vakantie met wat tijd. En mocht jouw vakantie al voorbij zijn, dan wens ik je een jaar vol her-inne-ring aan echte vakantietijd.

Dus, ja, ik hou er voor nu even mee op. Ik neem tijd voor mezelf – mijn eigen huis en tuin: lekker kokerellen met kruiden en met bessen uit die tuin van mij. Ik neem tijd voor mensen voor wie ik in mijn drukke leven doorgaans minder tijd kan vrijmaken. En ik neem tijd om stil te vallen, weer ‘God’ op het spoor te komen in dat leven van mij: noem het inspiratie, bezieling, begeestering. Want juist die Bron is het van waaruit ik dan weer een jaar het beste van mezelf kan geven, overal waar dat nodig is.

En dus, ja, zo’n ‘vakantie’ wens ik ook jou toe. Moge jij ruimte vinden, moge jij tijd vinden: voor jezelf, voor belangrijke anderen, voor die ‘diepte binnen in jou’ ook ‘God’ genoemd. En moge je na die vakantietijd vol frisse energie weer aan de slag kunnen met alles wat zich dan weer aandient.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Regelmatig even niksen

Zoals je misschien al weet, verdiep ik me momenteel in The Blue Zones, een aantal gebieden in de wereld waar mensen uitzonderlijk lang, uitzonderlijk gezond en uitzonderlijk gelukkig leven. Uit het bestuderen van deze originele Blue Zones heeft Dan Buettner negen lessen getrokken, negen richtlijnen die elk op hun beurt leiden tot gezonder leven.

The Blue Zones: Power Nine

We hadden het eerder al over beweging en over voeding, twee bijzonder belangrijke pijlers als het gaat om gezondheid. Minstens even belangrijk echter is jouw kijk op het leven, je manier van omgaan met de dingen die op je pad komen. In de Power Nine, de negen lessen klinkt dat als: Right Outlook. En onder het tabblad ‘Right Outlook’ vind je twee richtlijnen:

    1. Purpose: een doel in je leven, een reden om ‘s morgens je bed uit te komen.
    2. Downshift: regelmatig stilvallen, even alle activiteit stilzetten om naar binnen te keren.

Beide staan met elkaar in relatie, ze kunnen niet zonder elkaar. Wil je op het spoor komen van het doel van jouw leven, val dan stil. Luister naar je binnenste en ga daarop in. Doe dat regelmatig opnieuw, want in de drukte van het dagelijks leven hoor je die roepstem pas als het te laat is: als je ziek valt, als het leven je dwingt het rustiger aan te doen.

Stilvallen, dagdromen, uit het raam zitten staren, lanterfanten, …

Onder ‘downshift’ verstaan we spontaan iets als ‘mediteren’. Dat klinkt verheven, en daarvan willen we nog wel geloven dat het goed is voor onze gezondheid en ons welbevinden. Ik wil in dit verhaal echter een hele stap vroeger beginnen. Lukt het ons nog wel om eens gewoon helemaal niks te doen? Even geen TV, geen radio, geen computer of smartphone. Even geen dingen te doen, geen boek of krant, gewoon niks.

Wij, Westerse mensen uit de 21ste eeuw, krijgen dagelijks meer prikkels dan een Middeleeuwer in zijn hele leven. Al die prikkels komen de hele dag door bij ons binnen en moeten dan verwerkt worden. Ons hoofd staat quasi nooit meer stil. Dat doet wat met een mens. Voor mezelf weet ik bijvoorbeeld dat, als de dag te druk is geweest en er onvoldoende ‘lege’ tijd was, ik dan ‘s nachts, nadat de eerste vermoeidheid is verdwenen, wakker lig om dan die overvloed aan prikkels te verwerken. Oplossing voor mijn slapeloosheid is dus ‘meer lege tijd overdag’.

Wat is dan voor mij ‘lege tijd’?

  • Een wandeling in de natuur, en dus leven op het tempo van te voet. Prikkels komen dan op je af op een manier die jou niet overweldigt. Er is zelfs ruimte om iets van de overvloed aan prikkels van de voorbije tijd los te laten.
  • Uit het raam zitten staren. Kijken naar de bloemen en de struiken in de tuin. Kijken naar een vogel of naar een kat die hun spel spelen.
  • Dagdromen en fantaseren, ontdekken welke richting het verlangen in mij uit wil. Het is in dagdromen en fantaseren dat creativiteit in mij ontstaat. De mooiste dingen worden geboren uit ‘niets doen’.
  • En tot slot: me vervelen! Ja, soms heb ik zo’n dag waarop ik nergens zin in heb. Geen goesting om ook maar iets aan te pakken. En als ik dat dan wel probeer, geef ik er na nog geen tien minuten de brui aan. Het is dan alsof diep van binnen iemand me toeroept: ‘Stop! Vandaag even niet!’ Op het eind van zo’n verveeldag weet ik het wel: dit was precies wat ik vandaag nodig had.

In al deze gevallen is mijn zelfgenezend vermogen op volle toeren aan het werk. Omdat er geen nieuwe info, geen nieuwe prikkels binnenkomen, krijgt mijn geest de kans om op te ruimen, om los te laten, om ruimte te creëren. In die ruimte ontstaat eerst rust en ontspanning, en vervolgens krijgt mijn wezen de kans om van zich te laten horen. In die ruimte ontdek ik, als ik luister, welke volgende stap ik dien te zetten om mijn leven de moeite waard te maken.

Ziek worden

Vaak is ziekte een middel om ons te doen stilvallen. Wie ooit een burn-out had, weet hoe je dan gedwongen wordt om niks te doen, en dat een hele lange tijd. Ergens in dat ziekteproces ontstaat iets als een vermoeden dat het ‘rennen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan’ van de tijd voor de burn-out je ziek heeft gemaakt. In de leegte ontstaat een verlangen om het voortaan anders te doen. Vaak ontdekken mensen op dat moment een andere drive, een ander doel. Een gedwongen ‘downshift’ (=stilvallen) brengt je op het spoor van een nieuwe ‘purpose’ (= levensdoel).

Ziekte is in die zin altijd een beetje een tijdstip van heroriëntering. Je was te druk bezig, je verloor te veel energie, en nu moet je gedwongen rusten. Je lichaam en je geest krijgen de tijd om te helen. En luister je goed naar je eigen binnenste, dan hoor je die stem die jou vertelt welke stappen je van hieruit zetten moet. Je komt op het spoor van dat diepere verlangen in jou. Volg je dat spoor, dan is heling het gevolg. Gezondheid volgt vaak vanzelf.

Pleidooi om dagelijks even te niksen

Jawel, ik hou een pleidooi om dagelijks even alle prikkels uit te schakelen. Doe even niks, zorg voor alleen maar natuurgeluiden, voor quasi stilstaande beelden. Lukt dat je niet ineens, waag je dan aan routineklussen: de afwas of de strijk doen, in de tuin werken, opruimen of poetsen. Het zijn dingen waarbij je niet hoeft na te denken en waarbij je geest alle ruimte krijgt om de indrukken van de voorbije dagen te verwerken.

Gun het jezelf om te luieren, te lanterfanten, te dagdromen. Dit is geen verloren tijd, integendeel. De tijd die je ogenschijnlijk verliest, krijg je dubbel en dik terug in efficiënter werk en in minder ziekteverzuim. Zoek je eigen manier om helemaal tot rust te komen en ervaar de deugddoende werking daarvan. Ik wens het je van harte toe.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Een zakhorloge ligt in het zand, beeld van intermittent fasting.

Intermittent fasting

Snacken, snacken, snacken

Er was een tijd waarin een maaltijd nog een maaltijd was: ontbijt, middagmaal, vieruurtje, avondmaal. Buiten die maaltijden om werd niks gegeten. Geen tussendoortjes, geen hapje hier of hapje daar, gewoon niks: vasten. Op vandaag eten velen van ons minstens zes keer op een dag, en sommigen snacken zelfs de hele dag door. Door artsen en diëtisten worden die vele kleine hapjes per dag zelfs als gezond voorgesteld. Jammer genoeg is dat laatste helaas onwaar.

Wij, Westerlingen, eten van ‘s morgens als we opstaan tot ‘s avonds als we slapen gaan. Ons spijsverteringsstelsel is daardoor quasi continu aan het werk. Maag en darmen krijgen amper rust. Je moet weten dat na die laatste hap het nog minstens twee uur duurt vooraleer die helemaal verteerd is en in het bloed opgenomen. Dat alleen al is een belemmering voor onze gezondheid, want ook ons spijsverteringsstelsel verdient een dagelijks rustmoment. Daarom is het een aanbeveling van gezondheidsbegeleiders om minstens de tijd tussen het avondmaal en het ontbijt op de volgende dag vrij van eten te houden. En ja, reken daar ook maar de energierijke dranken bij. Immers, ook alcohol en frisdranken moeten verteerd en in het bloed opgenomen worden.

Doordat wij ons spijsverteringsstelsel die avondlijke rust niet gunnen, en dus vaak te laat op de avond nog eten en drinken, krijgt het metabolisme op celniveau te weinig tijd. Even wat uitleg:

  • Voedsel komt, helemaal verteerd, ons bloed binnen. Dat met voedsel verrijkte bloed wordt continu het hele lichaam rondgepompt.
  • Elke cel in ons lichaam haalt uit dat met voedsel verrijkte bloed alles wat hij nodig heeft om zijn eigen specifieke taak naar behoren te kunnen vervullen.
  • Daar nu in het bloed ‘leegte’ is ontstaan, kunnen diezelfde cellen ook wat van hun afvalstoffen in het bloed achterlaten. Die afvalstoffen worden dan naar de lever en naar de nieren getransporteerd. Op die manier zuivert het hele lichaam zich, telkens en telkens weer.
  • Als in de nacht het laatste voedsel is verteerd, opgenomen en door de cellen verbruikt, ontstaat er in het bloed ‘een grote leegte’. Juist daardoor is de nacht dé ontgiftingstijd bij uitstek. Alle cellen, alle weefsels, alle organen ontdoen zich van alles wat niet meer bruikbaar is. Vervolgens worden allerlei herstelprocessen in gang gezet, waardoor wij ‘s morgen als herboren een nieuwe dag aanvatten.

Door telkens weer ‘s avonds laat nog te eten en te drinken, maken wij de tijd van ontgiften en herstel te kort. Geleidelijk aan stapelt het lichaam een teveel aan afvalstoffen op. Het doet dat eerst op de meest veilige plekken:

  • in de vetcellen. Vandaar dat vermageren zo’n lastige klus is, de opgestapelde gifstoffen komen immers in het bloed en zorgen ervoor dat wij binnen de kortste keren een poging tot vermageren opgeven.
  • in extra vocht dat in het lichaam opgehouden wordt. Immers, gifstoffen in verdunning zijn minder gevaarlijk dan gifstoffen pur sang.
  • in gewrichten en in spierweefsel. Dat geeft op korte termijn een stram gevoel en op langere termijn echte pijn- en bewegingsklachten.

Maar ook overdag eten wij te vaak. En dat geeft last aan ons immuunsysteem. Immers, iedere hap die naar binnen komt, wordt door ons immuunsysteem gecontroleerd op ‘vreemde indringers’: bacteriën, virussen, schimmels, parasieten. Als wij driemaal daags eten, dan moet het immuunsysteem driemaal daags een tweetal uur op post staan. Zolang duurt het immers tot alle voedsel als een verteerde brei in de darm terecht komt. Zowat 80% van ons immuunsysteem bevindt zich juist daarom in de darmwand. Daar komt de buitenwereld ons lichaam binnen. Eten wij zes keer per dag, dan moet ons immuunsysteem zes keer twee uur aan de slag. Eten wij quasi continu, dan is ons immuunsysteem continu in de weer. Daaruit ontstaan die steeds vaker voorkomende laaggradige ontstekingen. Dat laatste wil zeggen dat ons immuunsysteem eigenlijk nooit meer uitgaat. Het blijft steeds op een laag pitje aan de slag. Daarbij gaat het niet alleen echte vijanden te lijf, maar meer en meer ook dingen die voor ons niet echt een bedreiging vormen en zelfs het eigen lichaamsweefsel. Op die manier ontstaan allergieën en auto-immuunziektes.

Als je dan ook nog weet dat het immuunsysteem een van de duurste systemen in ons lichaam is – het verbruikt heel veel energie – dan snap je dat ook blijvende vermoeidheid zijn oorzaak kan vinden in een overactief immuunsysteem.

Breakfast

Wat is dan een normale eet- en drinkcyclus? Wel, zoals eerder al gezegd zouden wij na het avondmaal helemaal niks meer mogen eten (en drinken, behalve water of kruidenthee dan) tot ‘s anderendaags ‘s morgens. Dan hebben we dagelijks en vastenperiode van zo’n 12 uur. In het Engels klinkt dat door in het woord dat gebruikt wordt voor het ontbijt: break – fast, oftewel, breek de vasten. Elke dag opnieuw is er een vastenperiode, die met het ontbijt gebroken wordt.

Dat in die tijd de zuivering van het lichaam volop kansen  krijgt, merk je ‘s morgens bij het opstaan. De lucht in je slaapkamer ruikt weinig fris, omdat er veel koolzuurgas is uitgeademd. Misschien transpireerde je ook wat tijdens de nacht, vandaar dat een douche zo’n deugd doet voor je de dag aanvat. Je ochtendurine is doorgaans donkerder dan je urine tijdens de rest van de dag. Er zitten meer afvalstoffen in. En velen van ons moeten ‘s ochtends, net voor of net na het ontbijt, naar het groot toilet. In je stoelgang zitten onder andere alle afvalstoffen die je lever naar je dikke darm gestuurd heeft.

Wil je de gezondheidsvoordelen van zo’n kortdurende vasten nog versterken, dan kun je twee dingen doen:

  • de tijd van de nachtelijke vasten langer maken. Dat kan je door ofwel je laatste maaltijd vroeger op de dag te nemen, ofwel je eerste maaltijd uit te stellen.
  • ook tijdens de dag minder vaak te eten en te drinken. Hou je vb. weer aan ontbijt, middagmaal en avondmaal. Dan kan je lichaam ook tussendoor al even met zuivering aan de slag. En nee, ook het heel frequent een slokje water drinken is in deze zin geen goed idee. Beter is het een paar glazen water ineens te drinken, en dan een tijdlang gewoon niks tot je te nemen.

Voordelen van het minder vaak eten

  • Je spijsverteringsstelsel zal er je dankbaar om zijn. Het krijgt de kans om tot rust te komen, om herstelprocessen aan te gaan.
  • Je hele lichaam zal er baat bij hebben, omdat afvalstoffen makkelijker afgevoerd kunnen worden. De kans op obesitas, oedeem en spier- en gewrichtsklachten wordt kleiner.
  • Er ontstaat metabole flexibiliteit. Omdat na twee uur al het voedsel dat je at verteerd is en opgenomen in het bloed, ontstaat na die tijd geleidelijk aan een tekort aan suikers in je bloed. Als jij dan niet opnieuw eet, moet je lichaam wel gebruik maken van de aangelegde reserves. Je lichaam leert opnieuw niet alleen te leven van de telkens nieuw aangevoerde suikers, maar gaat daarna vanzelf over op vetverbranding. Een beter wapen in de strijd tegen overtollig gewicht is er niet.
  • Omdat de suikers in je bloed veel meer opgebruikt worden voor er nieuw voedsel binnenkomt, is de kans op diabetes type 2 kleiner.
  • Omdat je immuunsysteem tijd krijgt zich te ontspannen, is de kans op continue laaggradige ontstekingen veel minder groot. Daarmee verminder je vanzelf de kans op allergieën, auto-immuunziekten en chronische vermoeidheid.

Intermittent fasting

Dit alles is de hele idee achter intermittent fasting. Je maakt dagelijks tijd voor een of meerdere kleine vastenperiodes. Je kunt daarbij verschillende keuzes maken:

  • Je houdt je aan ontbijt, middagmaal, avondmaal. Je gebruikt geen tussendoortjes.
  • Je slaat het ontbijt over en eet vb. enkel tussen 11u en 19u.
  • Je gebruikt dagelijks maar één maaltijd, vb. enkel een vroeg avondmaal.
  • Je slaat af en toe een dagje over en eet dan helemaal niks. Er ontstaat een vastenperiode van 36 uur.

Zoals je ziet, is er dus voor elk wat wils. Eet je vandaag nog vele keren per dag, begin dan alvast met één of twee van die eetmomenten uit te bannen. Neem je tijd en zet geleidelijk aan stappen in de goeie richting. Het komt je gezondheid vast en zeker ten goede.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Een stukje strand vol afval

Opgepast: Mensenvlees is niet eetbaar!

De docent van het vak ‘Zuiveringskuren’ begon zijn lessenreeks met de volgende woorden: ‘Voor de kannibalen onder ons heb ik slecht nieuws. Mensenvlees is niet eetbaar!’ En vervolgens toonde hij een beeld van allerlei soorten toxische stoffen die wij met de regelmaat van de klok naar binnen krijgen. Het gaat om toevoegingen aan ons voedsel, om vervuilende stoffen in aarde, lucht en water, om toxische elementen in verzorgingsproducten, om hormoonverstoorders in de vele soorten plastic waarin ons voedsel verpakt zit, om chemische stoffen in bouwmaterialen, verven, onderhoudsproducten, … De lijst van toxische stoffen die vroeg of laat in ons lichaam terecht komen is oneindig. Zelfs een foetus is er niet vrij van.

Om die toxische stoffen het lichaam uit te krijgen, maken we gebruik van vasten, van een zuiveringskuur.

Over vasten

Veel religieuze strekkingen kennen de een of andere vorm van vasten. In het Christendom valt traditioneel die periode van vasten in het voorjaar. Dat is bij ons, in het noordelijk halfrond, ook helemaal niet zo raar. Het voorjaar is traditioneel de tijd waarin veel minder voedsel beschikbaar is. Nee, wij voelen dat niet meer. Wij vinden het jaar rond zowat elk voedingsmiddel in onze grootwarenhuizen. Tomaten of aardbeien in de winter? Geen probleem, we halen ze wel uit het zuiden. Appels of peren in de late lente? Evenmin een probleem, we hebben methodes om ze het jaar rond te bewaren. Wij kennen geen seizoenen meer, er is altijd overvloed. 

Dat laatste is een probleem, daar is ons lichaam niet op aangepast. Ons lichaam kan veel beter overweg met af en toe wat ‘moeten minderen’ dan met de voortdurende overvloed waarin wij leven. Gevolgen van die overvloed zijn onze Westerse welvaartsziekten: obesitas, diabetes type 2, chronische hoofdpijn, spierpijnen, gewrichtsklachten, hart- en vaatziekten en nog zoveel andere ziektes meer. Af en toe een vastenperiode inbouwen, geeft ons lichaam de kans zich te ontdoen van alles wat overtollig is. In een vastenperiode eet het lichaam als het ware alles op wat niet meer nodig is: vet uit onze vetcellen, plaques van cholesterol en calcium uit onze bloedvaten, alles wat in de lever opgestapeld ligt, mineralen die zich als kleine kristalletjes in onze gewrichten hebben vast geankerd en zelfs kleine tumoren. 

Willen we dus lang gezond blijven of opnieuw gezond worden, dan is het inbouwen van een of andere vorm van vasten een van de belangrijkste tools. Dat kan door dagelijks minder te eten: minder eetmomenten per dag, af en toe een maaltijd overslaan, eten tot je maar voor 80% vol zit, intermittend fasten (en dus de tijd van niet eten langer maken door ofwel het ontbijt ofwel het avondmaal over te slaan). Dat kan ook door regelmatig een periode van sterke matiging in te lassen. 

Over een zuiveringskuur

Zuiveringskuren bestaan er in vele maten en gewichten: een echte vasten waarbij je een tijd lang alleen water of kruidenthee drinkt, een sapkuur, een Mayrkuur, een fruit- en groentekuur, een suikerdetox, Café Minérale (en dus een maand lang geen alcohol), … Elk van deze ‘kuren’ heeft een positief effect op de gezondheid. Ze halen niet alleen overtolligheden weg, ze maken ook energie vrij voor een grote schoonmaak.

Voor wie aan een zuiveringskuur denkt, heb ik een gouden raad: begin met je dagelijkse eet- en drinkgewoontes onder de loep te nemen en snoei eerst daar waar dat het makkelijkste kan. Creëer nieuwe gezonde gewoontes. Als jij bijvoorbeeld dagelijks aan het snoepen gaat, dan ligt daar een voor de hand liggende kans. Vermijd die lege calorieën, en je lichaam wordt vanzelf al heel wat schoner. Eet in de plaats daarvan een stuk fruit of wat noten, of laat dat snoepmoment gewoon helemaal weg. Als jij elke avond nog een glas drinkt met daarbij wat borrelhapjes, probeer dan eerst daar te snoeien. Maak de ‘vastentijd’ tussen avondmaal en ontbijt (breakfast = het breken van de nachtelijke vasten) vrij van eten en drinken (met uitzondering water of kruidenthee).

Pas als je al een paar basisprincipes hanteert, heeft het zin om een stap verder te zetten.

  • Eet maximaal 3 keer per dag. Laat alle tussendoortjes achterwege.
  • Eet ‘echt voedsel’, vermijd alles wat uit een fabriek komt en wat op het etiket vreemde toevoegingen vermeldt.
  • Eet langzaam en kauw goed.
  • Vermijd het drinken van calorieën: frisdrank, fruitsap, alcohol, koffie of thee met suiker.

Wil je dan toch met een zuiveringskuur aan de slag, laat je dan begeleiden door iemand met kennis van zaken. Sommige van mijn collega’s gezondheidsbegeleiders hebben zich hierin gespecialiseerd. Je vindt ze op de website van de Verenging voor Gezondheidsbegeleiders. Wat je wel in je eentje kunt proberen is een fruit- en groentekuur. Daar schreef ik een hele tijd geleden al over. Wil je meer weten, klik dan op deze link

Wil jij echt met je gezondheid aan de slag, doe dan mee en maak je lichaam schoon. Je zult er wel bij varen.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Joggende vrouw bij eerste daglicht

Nuchter bewegen

Nuchter bewegen?

Misschien vraag jij je af wat ik bedoel met ‘nuchter bewegen’. Begrijpelijk, en dus schets ik eerst even waar het om gaat, vooraleer ik het heb over de gezondheidsvoordelen ervan. Als we de term ‘nuchter’ gebruiken, als in ‘je moet nuchter blijven’, dan bedoelen we meestal dat je nog niet gegeten of gedronken mag hebben. Denk maar aan ‘nuchter achter het stuur’ (geen alcohol genuttigd hebben) of nuchter naar de dokter omdat je een bloedonderzoek moet ondergaan (nog niet ontbeten hebben).

Met de term ‘nuchter bewegen’ bedoelen we iets gelijkaardigs:

  • Vooraleer je ‘s morgens aan de ontbijttafel gaat, doe je eerst wat fysieke inspanning. Denk maar aan ochtendgymnastiek, een fikse wandeling voor het ontbijt, even de hometrainer op en stevig doorfietsen en dan pas je eerste maaltijd nuttigen, of zelfs … een paar keer de trappen op en af voordat je aan tafel gaat.
  • Voor elke maaltijd, en dus ook voor het middagmaal en voor het avondmaal, beweeg je eerst even. Het is dan de bedoeling dat je kort en krachtig een bepaalde spiergroep in actie zet tot je vermoeidheid in die spiergroep begint te voelen. 

Als we dat doen, dan doen we precies dat wat ons lichaam nodig heeft om gezond te blijven. We volgen als het ware onze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing: eerst inspanning doen om voedsel te vinden, te verzamelen, te bereiden … en dan pas aan tafel gaan. We verbruiken energie voordat we nieuwe energie toevoegen.

Wat er dan gebeurt in ons lichaam?

 Ons lichaam is een fantastisch instrument. Het is voorzien op tijden van overvloed én het is voorzien op tijden van schaarste. Om je daarvan te vertellen, moet ik je laten zien wat er gebeurt als wij eten.

  • Voedsel komt binnen en wordt in een compleet proces, waar ik nu niet dieper op inga, verteerd van voedselbrokken tot de allerkleinste moleculen. Die moleculen – koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitamines en mineralen – gaan door de darmwand heen en komen in ons bloed terecht. 
  • Eiwitten zijn bouwstoffen voor ons lichaam. Vetten kunnen bouwstoffen zijn, maar ook energiereserve. Koolhydraten – ook suikers genoemd – dienen enkel als energiebron. En juist over die koolhydraten moeten we het vandaag hebben.
  • Koolhydraten die het lichaam binnenkomen onder de vorm van glucose geven het lichaam energie zonder dat er verdere verwerking nodig is. Glucose zorgt ervoor dat de bloedsuikerspiegel stijgt. 
  • Gebruiken we die energie direct, dan is er geen probleem. Dat gebeurt vanzelf als de suikerpiek niet te hoog gaat. Dan hebben we die energie nodig om gewoon te bestaan: hartslag, ademhaling, spijsvertering, warmtehuishouding, werking van hersenen en zenuwen en nog zoveel dingen meer vragen continu energie. Gaat de suikerpiek toch hoger, omdat we veel zoet of zetmeel aten, bijvoorbeeld, dan moeten we gaan bewegen om de overtollige energie op te souperen. Doen  we dat niet, dan blijft de bloedsuikerspiegel hoog.

Wat gebeurt er nu met die overtollige energie? Wel, ons lichaam kent twee mogelijke manieren om die energie te stockeren:

  • Als eerste gaat ons lichaam die glucose omzetten in glycogeen. Die glycogeen wordt opgeslagen, enerzijds in onze lever (zo’n 75 gram) en anderzijds in onze spieren (zo’n 150 gram). Glycogeen is een vorm van reserve-energie die zeer vlot aangesproken kan worden. Als we gaan bewegen, bijvoorbeeld, dan is het helemaal niet nodig om tegelijk ook te gaan eten om energie te hebben. Dan wordt die glycogeen uit de spieren aangesproken. De reserves worden leeggemaakt, en bij een volgende maaltijd weer aangevuld. De glycogeenreserves in de lever worden aangesproken voor alle andere processen in ons lichaam die energie vragen. 
  • Vervolgens geeft onze pancreas, als er nog te veel suiker in ons bloed aanwezig blijft, insuline vrij. Insuline verbindt zich in ons bloed met vrije glucosemoleculen en transporteert die overtollige glucose naar onze vetcellen. In die vetcellen wordt suiker omgezet in vet. En dat vet kan – in tegenstelling tot het vet dat we eten – alleen nog gebruikt worden als energiebron. In tijden van echte schaarste wordt dat vet opnieuw omgezet in glucose. 

Over het grote voordeel van nuchter bewegen

Als we nu nuchter gaan bewegen, dan maken we de glycogeenreserves in spieren en lever leeg. Dat maakt dat, als we daarna gaan eten, de bloedsuikerspiegel veel minder stijgt. Heel wat glucose wordt immers omgezet in glycogeen om de leeggemaakte reserves weer aan te vullen. Als we er dan nog op letten dat onze maaltijden niet al te veel koolhydraten bevatten, maar eerder meer eiwitten en vetten, dan is er amper insuline nodig. 

Dat betekent:

  • Veel minder kans op het ontwikkelen van diabetes type 2, en voor mensen die al diabetes type 2 hebben, de mogelijkheid om die kwaal om te keren. Nuchter bewegen, in combinatie met een aangepaste voeding, kan diabetes type 2 zo goed als genezen.
  • Veel minder kans op het ontwikkelen van obesitas. Aangezien bij een te hoge bloedsuikerspiegel insuline ervoor zorgt dat de overtollige suiker in vetcellen opgestapeld wordt onder de vorm van vet, kun je met recht en reden stellen dat het eten van veel koolhydraten obesitas in de hand werkt. Als nu, door nuchter bewegen, de bloedsuikerspiegel nooit zo hoog kan worden omdat heel wat glucose meteen omgezet wordt in glycogeen, dan mag je als vanzelf veronderstellen dat er minder vet aangemaakt wordt. Ga je net een beetje verder dan het opgebruiken van de glycogeenreserves, dan wordt ook het vet uit die vetcellen opnieuw omgezet in de nodige glucose. 

Nuchter bewegen helpt op die manier het lichaam om weer evenwicht te vinden. Het zelfgenezend vermogen van ons lichaam gaat daarbij weer op volle toeren draaien. En kun je in het begin nog wel eens last hebben van plotse suikerval en dus een gevoel van flauwte, na verloop van tijd zal je merken dat je gewoon langere tijd zonder voedsel kunt. Je lichaam schakelt dan als het ware over van suikerverbranding naar vetverbranding. 

Heb ik je warm gemaakt? Doe je mee met nuchter bewegen? Laat gerust hieronder een berichtje na, en vertel ons over hoe jij dit gezond makende principe in praktijk brengt.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Moeder omhelst zoon, beide lachend.

Gelukkig en gezond

De combinatie van de woorden ‘gelukkig’ en ‘gezond’ zal je in deze tijd van het jaar niet vreemd in de oren klinken. Als mensen je immers een gelukkig nieuwjaar toewensen, noemen ze in één adem door ook zo goed als altijd een goede gezondheid. ‘t Is alsof ze samen horen, alsof het één niet zonder het ander kan. En weet je, vanuit de natuurlijke gezondheidszorg gezien is dat ook zo, ontegensprekelijk …

Gezond maakt gelukkig

Het is natuurlijk niet zo dat je, als je maar gezond bent, automatisch ook gelukkig bent. Toch ervaren velen van ons een goede gezondheid als een basisvoorwaarde voor geluk. Als je maar gezond bent, dan kun je duizend dromen leven, en ergens moet daar wel geluk in verscholen zitten. 

Een goede gezondheid is een kostbaar goed, dat is alvast waar. En in de mate dat we dat beseffen en er ook het nodige voor doen om onze gezondheid hoog te houden, zal de dankbaarheid om die goede gezondheid een dosis geluk met zich meebrengen. Zolang die gezondheid vanzelfsprekend is – en we er eigenlijk niet zoveel aandacht aan geven -, zal ook het geluk dat eruit voortvloeit eerder lauw aanvoelen. In de mate echter dat we beseffen dat onze gezondheid kwetsbaar is (en dus niet zo vanzelfsprekend!), appreciëren we die gezondheid des te meer en draagt ze ook een groter geluksgevoel in zich. 

En met die gezondheid, daar kunnen we bewust mee aan de slag: ons lichaam voeden met gezond en eerlijk voedsel, voldoende bewegen – liefst in open lucht, ontspanning inbouwen in onze agenda, zorgen voor een goede nachtrust, tijd vrijhouden voor onze dierbaren, … 

Wij, gezondheidsbegeleiders, staan je graag bij in het werken aan een goede gezondheid. Anders dan artsen, die ziekte wegwerken, bouwen wij gezondheid op. Gezondheid is immers zoveel meer dan alleen maar het ontbreken van ziekte, en juist daar ligt onze sterkte als gezondheidsbegeleider. Mocht je dus hulp willen bij het versterken van je gezondheid, dan kun je bij mij of bij één van mijn collega’s terecht. 

Gelukkig maakt gezond

Klonk de eerste spreuk – gezond maakt gelukkig – nogal evident, de omkering ervan klinkt je wellicht wat vreemd. Zou het echt zo zijn dat, naarmate je gelukkiger bent, je ook gezonder wordt? 

Misschien moeten we dan eerst eens nagaan wat geluk in feite is, en hoe het ontstaat. Ja, we halen een zeker geluk uit het verwerven van dingen en uit het bereiken van doelen. Als ik naar mezelf kijk, dan zie ik hoe het verwerven van een eigen huis mij met een zekere trots vervult, en hoe daar geluk in vind. Aangezien ik er alleen voor sta en de centen niet voor rapen liggen, bouw ik daar jaar na jaar aan verder. Ik spaar telkens weer voor iets nieuws, iets moois om mijn huis verder aan te kleden. En dat geeft voldoening, ik weet nog steeds waarvoor ik werk, begrijp je. 

En toch is dat een oppervlakkige vorm van geluk. Dat wordt duidelijk als je nagaat wat er gebeurt op het moment dat je iets waar je zo naar verlangde verworven hebt. Even voel je dan die voldoening, maar dat gevoel ebt algauw weer weg en er komt een nieuw verlangen naar boven, naar weer iets wat je zo graag zou willen hebben. ‘t Is alsof het nooit genoeg is, alsof het geluk dat uit het verwerven van dingen of bereiken van doelen haalt, verdwijnt als sneeuw voor de zon. 

Er is echter een diepere vorm van geluk, het soort geluk dat voortkomt uit het waarmaken van wie jij in wezen bent. Jij bent geboren met een uniek pakketje aan talenten en mogelijkheden enerzijds en met specifieke beperkingen en belemmeringen anderzijds. Jij kwam op aarde met een unieke droom over je leven, en daartoe heb je alles meegekregen wat nodig is, jawel talenten en mogelijkheden én je beperkingen en belemmeringen. Zij wijzen je de weg van wat jij hier komt verwezenlijken.

Een eerste moeilijkheid op dat pad is te ontdekken wat het juist is dat jij hier komt doen. Of nee, ik noem het wel een moeilijkheid, maar als je heel eerlijk bent, dan weet je meestal wel wat er jou gelukkig zou kunnen maken. Alleen ligt dat evidente geluk vaak verscholen onder alles wat ‘moet’. Als kind al voeg jij je naar de wensen van je ouders, leerkrachten en andere volwassenen die jou een schijnbaar juiste weg naar een goed leven aanwijzen: je moet goed je best doen op school, dan haal je een mooi diploma. Je moet je houden aan allerlei regeltjes en afspraken, dan zijn je ouders tevreden over je. Je moet gaan voor een mooie carrière, dan kom je niks te kort. Je moet, je moet, je moet …

… en je vergeet waar jij van droomde, wat jou gelukkig maken kon. Denk maar eens terug aan vroeger, aan wat je toen graag deed, aan wat je toen wilde worden, aan wat jij goed kon. Daarin immers ligt de sleutel van wie jij in wezen bent. Als je doet wat je graag doet, waar je de talenten voor hebt en waar ook anderen van kunnen meegenieten, dat zit je wellicht op het goede pad … ook als je daarmee minder geld verdient of minder aanzien verwerft. Het zijn de talenten die je hebt, en het enthousiasme in jou die je de weg wijzen naar een gelukkig leven.

Volg je die weg, dan kom je als vanzelf in een flow terecht. Het leven loopt als het ware op wieltjes, en jij voelt diep vanbinnen een geluk, een vrede, een ‘te-vrede-nheid’. Het geluk dat je dan voelt is niet langer afhankelijk van de uiterlijke omstandigheden van het leven. Het mag al eens slecht weer zijn, er mag al eens iets tegenvallen, met de gezondheid mag het al eens iets minder gaan, dat alles raakt niet aan het diepere ‘weten’ dat je goed bezig bent.

En ja, dat alles brengt gezondheid met zich mee. ‘t Is makkelijker zichtbaar als je tegen die flow ingaat. Dan bots je vroeg of laat op weerstand, op tegenkantingen, op ziektes als burn-out (ziek door uitputting) of bore-out (ziek door verveling). Ziekte is dan als het ware een stopsignaal: halt, je bent op de verkeerde weg. En in die ziekte zit ook altijd een wegwijzer: je valt stil, je moet wel. En dan komt wellicht iets naar boven van waar jij wel voldoening uit haalt. Volg je dat spoor, dan volgt ook gezondheid. 

Misschien nog één kanttekening daarbij: dit alles betekent niet dat je fysieke gezondheid altijd compleet zal zijn, als jij maar doet wat jou diep gelukkig maakt. Soms zijn en blijven mensen ziek, beperkt in mogelijkheden, gehandicapt, … terwijl ze toch gelukkig zijn. Weet dan dat voor jou, voor je wezen, het gelukkig makende deel belangrijker is dan het gezond makende deel. Daar waar je vrede vindt doorheen je beperkingen, kom je uit op Léven, honderduit! En zo’n Léven, dat wens ik je toe bij het begin van dit nieuwe jaar …

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

De stam van een berk in de winter, met daaraan een vogelhuisje.

Winterslaap

Donkere dagen

‘t Is winter!

De dagen zijn kort, de nachten lang. De bomen zijn kaal, de planten groeien niet, de dieren houden een winterslaap. ‘t Is alsof de natuur dichtgevouwen is en het leven alleen nog doorgaat in zijn minimaalste versie. Terecht worden de dagen net voor en net na de winterzonnewende (21 december) en Kerstmis (25 december) de donkere dagen genoemd. En precies op dat moment, als het licht lijkt te verdwijnen, vieren we de geboorte van dat licht. Omdat we weten – geloven – al vele keren mochten ervaren dat op het donkerste moment de kentering komt. Het licht zal groeien, zal planten, dieren en mensen nieuwe energie geven, waaruit dan in de lente nieuwe leven zal ontspruiten.

Want, ook al zie je het nog niet, het leven bereidt zich voor. In het donker ontkiemt wat komen zal. Het niets van deze donkere dagen is niet doods. Het is ‘leven in het verborgene’, en als de tijd daar rijp voor is, zal dat leven zich openbaren. Wacht maar, je zult het wel zien …

Zoals in de natuur, zo ook in een mensenleven

Jawel, ook wij mogen in deze donkere dagen naar binnen keren. Creativiteit, bruisende energie, uitbundig leven, … hoeft niet altijd zichtbaar te zijn. Ook wij hebben af en toe nood aan zo’n ‘winterdipje’. Traditioneel is dat er altijd wel wat, zo rond die donkere dagen. Het zijn momenten van minder naar buiten gaan en meer binnen blijven, van cocoonen, van feest vieren in familiekring. En we vullen onze huizen en onze straten met licht, omdat we willen geloven dat het donker niet zal zegevieren.

Dat ook wij stilvallen en naar binnen keren, is goed. Doen we dat niet, dan leggen we een hypotheek op onze gezondheid, op onze creativiteit, op dat bruisende leven dat ons te wachten staat. Want ook in ons leven is het in het donker, als de dagen eerder doods lijken, dat nieuw leven kiemt. Wil je straks weer volop léven, met alles erop en eraan, laat dan nu eerst even die winterslaap toe.

Donkere dagen in jouw leven

Ik geef toe, de donkere dagen in een mensenleven vallen niet altijd samen met deze winterse tijden. Ze krijgen dan ook andere namen: een ernstige ziekte, rouw om een overleden dierbare, burn-out, depressie, het even niet meer zien zitten, pijn lijden aan het leven zelf. Als dat gebeurt, dan wens ik je toe dat je je deze ‘donkere dagen’ herinnert – het doodse én het ontkiemende leven. Zoek ook dan naar die ene sprankel licht: de mens die naast je gaat, een boom die groeit en bloeit en dan z’n blad verliest, dat weten diep vanbinnen dat nieuw leven kiemen zal. 

Uit eigen ervaring én van anderen die het hebben meegemaakt, weet ik dat juist in die donkere dagen aan het licht komt hoe het verder moet. Daar toont zich de weg waarlangs voller en rijker leven gevonden kan worden. Als je dus die donkere dagen toelaat, als je dan diep naar binnen keert en laat gebeuren wat gebeurt, dan zal iets nieuws geboren worden!

Makkelijk is dat niet, want je moet door die donkere dagen heen. Maar weet – onthoud – herinner je: vroeg of laat sta jij op uit je winterslaap en duik je weer het volle leven in. 

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

De kracht van een goede gewoonte

Voor mijn opleiding tot gezondheidsbegeleider moet ik nog net één ding afwerken: een eindwerk en het daarop volgende examen. De tijd begint te dringen, en dus ben ik weer volop aan het lezen, schrijven, ontdekken gegaan. Dat eindwerk van mij, dat gaat over de Blue Zones, vijf gebieden verspreid over onze wereldbol, waar mensen uitzonderlijk lang, uitzonderlijk gezond en uitzonderlijk gelukkig leven. Dan Buettner, journalist voor National Geographic, bracht deze gebieden in kaart en trok er de nodig lessen uit.

Power Nine, negen gezondheidslessen uit de Blue Zones

Deze negen lessen uit de Blue Zones zijn op zich eigenlijk niet zo moeilijk. Ze lijken voor de hand te liggen … tot je probeert je eigen leven ernaar in te richten. Onze wereld – met z’n gemakken enerzijds en met z’n drukte en stress anderzijds – maakt het echter toch verrassend moeilijk om deze gezonde principes consequent toe te passen, zo ontdekte ik.

Negen wijze lessen – Waar te beginnen?!?

Uit de Blue Zones krijgen wij negen tips om onze gezondheid te verbeteren:

  1. Move naturaly – Wees actief zonder erbij te hoeven nadenken
  2. Purpose – Zinvol leven is gezond
  3. Downshift – Neem de tijd om te ontstressen
  4. 80% rule – Moeiteloos 20% minder calorieën
  5. Plant slant – Vermijd vlees en kant-en-klare producten
  6. Wine at 5 – Drink rode wijn, met mate
  7. Right tribe – Omring u met mensen die er ook voor kiezen om gezond te leven
  8. Loved ones first – Zet uw gezin bovenaan in de agenda
  9. Belong – Sluit je aan bij een spirituele gemeenschap

Deze tips vormen samen vier grotere groepen: Move (1) – Right outlook (2, 3) – Eat wisely (4, 5, 6) – Connect (7, 8, 9). Op de website van de Blue Zones Project lees je meer over de Blue Zones en hun gezondheidslessen.

Waar ik het vandaag vooral over wil hebben, is over hoe je deze (of andere) gezondheidstips in je leven verankert. Dan Buettner geeft zelf al een eerste wijze les: ‘Pluk eerst het laagst hangende fruit!’ Ga van start met dat aspect waarvan je denkt dat je er het vlugst en makkelijkst resultaat mee zult halen. Voor mij is dat ‘bewegen’, en wel onder de vorm van wandelen. En dat is dus ook waar ik als eerste de focus leg.

Dat hoeft voor jou natuurlijk niet ook ‘bewegen’ te zijn. Jij kunt voor jezelf een passende ‘eerste werkpunt’ naar voor schuiven. En dat kan er eentje zijn uit deze lijst, maar evengoed een die je elders hebt gehaald. Wat ik wil zeggen is vooral dit: zorg ervoor dat waar jij voor kiest voor jou ‘makkelijk’ lijkt te zijn.

Wilskracht versus gewoonte

Zo’n eerste stap vraagt wilskracht. De keuze die je maakte mag dan wel makkelijk te implementeren lijken, maar als je er aan begint, kom je wellicht toch tot de conclusie dat ze minder makkelijk consequent vol te houden is. Ach, je zou wel willen, maar vandaag lukt het je niet. Je bent te moe, je hebt geen zin, er is nog zoveel te doen en je hebt al zoveel gedaan, en … Kortom, meer dan eens ontbreekt het je aan de wilskracht om door te zetten. En zo sneuvelen de meeste goede voornemens.

Wat je nodig hebt, is voldoende wilskracht om van die ene kleine stap die je wilde zetten, een goede gewoonte te maken. Neem nu ikzelf, met mijn goede voornemen om elke dag de nodige stappen te zetten. Ik ‘weet’ dat 10.000 stappen een soort ‘gezondheidsnorm’ vormen. Ik weet ook dat ik dat niet zomaar haal, toch minstens niet elke dag. En dus legde ik de lat een beetje lager. Ik wil elke dag minstens 6000 stappen zetten. Meer mag, minder niet!

Nu heb ik een job waarin de kans tot ‘stappen zetten’ nogal varieert. Op dinsdag haal ik vanzelf 10.000 stappen, op maandag, op woensdag en op vrijdag kom ik makkelijk tot zo’n 4000 stappen. Op donderdag is er vaak vergaderdag, en dan kom ik tegen het eind van de dag meestal niet verder dan een 1000-tal stappen. En dus zocht ik een aantal kleine wandelingen uit, dicht bij huis, om het tekort op een fijne manier te kunnen aanvullen. Plots wordt het nog makkelijker om het gestelde doel te halen, en door consequent te kiezen voor die kleine wandelingen, worden ze tot een gewoonte. Ik merk dat ik ook op dagen dat ik de gestelde 6000 stappen al heb gezet, toch nog zo’n kleine wandeling maak. Ze brengt mij rust, ik geniet van een mooi stukje natuur, ik laat de spanning van de dag wegwaaien op de wind … en ik bouw zonder dat het mij moeite kost aan een stukje gezondheid.

Wat begon met wilskracht – ik wil 6000 stappen zetten, en dus moet ik nog de deur uit – werd stillaan tot gewoonte – hé, zalig nog even uitwaaien van de drukke dag. En weet je, pas als ik die eerste les in gezondheid helemaal tot gewoonte heb gemaakt (en dat duurt minstens 100 dagen!), ga ik aan de slag met een tweede. En zo groei ik stapje voor stapje in gezond en gelukkig ouder worden.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

%d bloggers liken dit: