Mond en tanden van iemand die een wortel eet

Een gezond gewicht: erfelijk bepaald of een kwestie van karakter?

Ik vermoed dat de meeste mensen denken: dik, dat word je door teveel te snoepen. En of het nu chocolade is of chips of koekjes of gewoon snoep, je weet toch dat je daar dik van wordt. Dus, al die dikke mensen – en dat zijn er in Westerse landen ondertussen meer dan de helft van de bevolking – die hebben gewoon geen karakter. Ze snoepen te veel en ze bewegen te weinig. Ja, inderdaad, ze zijn een beetje lui, dat is toch gewoon zo!?!

Voor zij die niet voldoen aan het ideale slanke beeld van wat gezond en succesvol is, kan ik dit alvast zeggen: het beeld dat velen over obese mensen hebben, klopt niet. Of je dik wordt of juist slank blijft, heeft niet echt te maken met ‘karakter’. Het plaatje is een beetje complexer dan dit al te eenvoudige idee. Ga je mee op ontdekking?

Zwaarlijvigheid is geen kwestie van DNA

Als wij het woord ‘erfelijk’ in de mond nemen, dan denken we aan DNA. Ons DNA bestaat letterlijk voor de ene helft uit erfelijk materiaal van vaderszijde en voor de andere helft uit erfelijk materiaal van moederszijde. We krijgen van onze ouders uiterlijke kenmerken, aanleg voor bepaalde ziektes, sterktes en zwaktes op fysiek, emotioneel en mentaal niveau mee. We zijn als het ware een unieke mix van die twee.

En dan is het natuurlijk makkelijk te veronderstellen dat er ergens een gen bestaat dat maakt dat wij slanke dan wel juist dikke mensen worden. Zo simpel is het echter niet.

  • Ten eerste: ons DNA bepaalt dat wij op gezondheidsvlak mogelijke zwaktes of sterktes hebben meegekregen. En toch worden niet alle mensen met zwakke gezondheidsgenen ernstig ziek. Onze manier van leven kan ervoor zorgen dat die genen actief of juist inactief gemaakt worden. Wie bij wijze van spreken zwakke genen heeft, maar ervoor zorgt gezond te leven, gaat wellicht gezonder door het leven dan iemand met sterke genen die er maar op los leeft.
  • Ten tweede: ons gewicht wordt niet bepaald door een of ander gen. Zoals ik in een vorige blog schreef, is de hoeveelheid insuline in het bloed bepalend voor je gewicht. En het zijn niet je genen die zorgen voor meer of minder insuline in je bloed, maar wel wat je eet, hoe vaak je eet en of je last hebt van chronische stress. Geen van deze dingen is het gevolg van je DNA.

Dat maakt dat we erfelijkheid in de pure zin van het woord niet verantwoordelijk kunnen stellen voor het feit dat we te dik worden. Het is een beetje ingewikkelder dan dat.

Dan toch maar een zwak karakter als schuldige aanwijzen?

Het idee dat de meeste mensen hebben, dat overwicht een gevolg is van te veel snoepen, legt de schuld bij een zwak karakter. Mensen die te dik zijn, dat zijn mensen die er gewoon niet voor willen gaan. Ze laten zich telkens weer verleiden door al dat lekkere zoets.

Wel, dan heb ik een vraag voor jou: Volgde jij ooit een dieet? Als je dat ooit al deed, dan weet je dat in het begin alles goed gaat. De kilo’s vliegen er van af … tot op een bepaald moment. Dan blijft je gewicht plots steken, terwijl jij een onbedwingbare drang naar zoet en vet gaat ervaren. Je kunt dan inderdaad een tijdje doorgaan op karakter, maar plots wordt het op het werk of in het gezin wat drukker, wat intenser … en dan houd je het niet meer. Je wilskracht schiet tekort. Er wordt in zo’n tijden al zoveel van je gevraagd, dat je onmogelijk alle ballen hoog kunt houden. Het is op zo’n moment dat je jezelf ‘beloont’ met dat eerste stukje chocolade, met die eerste koek, met dat eerste zakje chips of die ene cola. En met dat eerste lekkers – en ja, dat kan ook gewoon brood zijn – slaan de stoppen door. Je krijgt jezelf niet meer op het juiste spoor. Veel kans dat je na korte tijd meer gaat wegen dan voor je aan je dieet begon. Dit is het bekende jojo-effect.

Bepaald door je moeder, toen ze zwanger van je was

Het is weerom dr. Jason Fung die ons op het spoor brengt van wat bepalend is voor jouw gewicht. Als het insuline is die jou dik maakt, dan is de hoeveelheid insuline in je bloed bepalend voor jouw gewicht. Nu leven wij allemaal zo’n negen maanden in de baarmoeder van onze moeder. Daar groeien wij niet alleen uit van een eicel en een zaadcel tot een volgroeide baby, maar we krijgen er ook een basispakketje hormonen mee. De hormonenspiegel van onze moeder bepaalt de hormonenspiegel waarmee wij geboren worden. Had mama veel stress, dan krijgen wij een basis aan adrenaline en cortisol mee, die ons makkelijker zal doen stressen. Had mama een hoge insulinespiegel, dan vertrekken ook wij van een hoge basisinsulinespiegel. Had mama zwangerschapsdiabetes, dan lopen wij des te meer kans om zwaarlijvig te worden en zelf ook diabetes te ontwikkelen.

Zwaarlijvigheid, obesitas en diabetes zijn dus in die zin erfelijk dat we een basispakket aan hormonen meekrijgen van mama. Papa mag slank zijn wat hij wil, het is mama die bepalend is voor het al dan niet ontwikkelen van overgewicht.

Waarom blijvend vermageren zo moeilijk is

Hier ligt dus een tweede uitdaging als het gaat om vermageren. Die eerste kilo’s eraf krijgen, dat is niet zo moeilijk. Dat kan om zo te zeggen iedereen. Wat echt moeilijk is, is die kilo’s er ook af houden. We moeten als het ware het basis insuline niveau dat we van mama tijdens de zwangerschap hebben meegekregen naar beneden krijgen. Zolang we daar niks aan doen, zal ons lichaam altijd weer streven naar ons ‘normale’ gewicht. Van zodra we een beetje te veel onder dat normale gewicht gaan, protesteert ons lichaam. We hebben dan te veel insuline in ons bloed en dat vraagt om extra (zoet) voedsel. En juist daar ontstaat een vicieuze cirkel.

Hoe we die cirkel kunnen doorbreken, dat vertel ik een volgende keer. Voor vandaag is het voldoende dat je weet dat het niet ligt aan jouw zwakke karakter. Je hoeft jezelf er dus niet de schuld van te geven als jij niet zomaar voldoet aan de gezondheidsnormen. Slanke mensen hebben makkelijk praten, ze kregen hun slanke figuur van mama mee.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

 

 

Iemand spuit insuline in de buik

Insuline, een dik makend hormoon

Als ik jou zou vragen wat je moet doen om niet dik te worden, dan is de kans groot dat je iets noemt als: minder eten en meer bewegen, en vooral minder vet en minder suiker eten. Het zijn de adviezen die dokters en diëtisten al jarenlang verkondigen, … echter zonder veel resultaten. In mei 2022 waarschuwde de WHO – World Health Organization – voor een epidemie van obesitas in Europa. Meer dan de helft van de volwassenen is zwaarlijvig of heeft obesitas, en ondertussen zijn ook een derde van alle kinderen te dik. Met recht en reden kunnen we spreken van een pandemie van obesitas, en in het kielzog daarvan ook van diabetes type 2.

Dit is de situatie zoals ze vandaag is, in Amerika en in Europa en in alle landen in de wereld die hun voeding aanpassen naar Westerse normen. Er is dus blijkbaar iets mis met de redenering van dokters, diëtisten, voedingsfabrikanten. De adviezen die we krijgen helpen niet, onze voeding en onze manier van leven maakt ons steeds dikker.

De boosdoeners: insuline en insulineresistentie

Ik las in de voorbije vakantie twee superinteressante boeken van dr. Jason Fung over dit onderwerp:

  • De obesitascode – Het geheim van gewichtsverlies
  • De diabetescode – Hoe je diabetes type 2 kunt voorkomen en omkeren met dieet en leefstijl

Dr. Jason Fung is een Canadese nefroloog, een nierarts. Oorspronkelijk gaf hij zijn patiënten de adviezen die hierboven beschreven zijn, en hij merkte dat die adviezen geen verbetering gaven, noch in de algemene gezondheidstoestand van mensen, noch in het specifieke domein van obesitas en diabetes type 2. Nierziekten zijn immers vaak het gevolg van diabetes. Hij startte zijn eigen onderzoek, en las daarbij vele studies door anderen ooit gedaan. Hij las en interpreteerde die studies en kwam tot verrassend eenvoudige conclusies. Toen ik las wat hij schreef viel bij mij de frank, de euro, de dollar: zijn conclusies waren juist! Ik neem je mee in zijn verhaal …

Dr. Fung haalt eerst de huidige adviezen onderuit. Zijn redenering is simpel. Als die adviezen niet werken, dan zijn er twee mogelijkheden:

  • De mensen zeggen wel dat de ze adviezen naleven, maar ze doen het niet. Ze zijn laks, ze snoepen en eten in het geniep, ze doen veel minder aan beweging dan ze zeggen te doen.
  • De mensen volgen de adviezen wel op, maar die helpen niet. De adviezen zijn fout, en als dat zo is, dan moet daar in de wetenschap bewijs voor te vinden zijn.

En dus ging dr. Jason Fung op zoek naar bewijs tegen de heersende adviezen bij obesitas en diabetes type 2. Hij zocht en hij vond, en gaandeweg formuleerde hij een eigen theorie. Van die theorie voel ik intuïtief aan dat ze juist is. Ik zie er ook resultaten van, bij mensen rondom en bij Susan Pierce Thompson en haar ‘Bright Line Eating Movement’. Dr. Jason Fung noemt het hormoon insuline als grote boosdoener.

Insuline is een adipogeen hormoon, dat wil zeggen: een vet aanmakend hormoon. Dat zie je eerst en vooral bij mensen met diabetes type 1, die door een defect aan de pancreas geen insuline kunnen aanmaken. Als zij geen insuline toegediend krijgen, vermageren zij steeds meer, tot ze sterven aan ondervoeding. Zonder insuline kan de glucose de cellen niet binnen en wordt er geen energie aangemaakt. Er is ook geen reserve aan glucose en dus wordt er geen vet aangemaakt. Dat zie je ook bij mensen met diabetes type 2 die wel insuline spuiten. Binnen de kortste keren krijgen zij een ‘insulinebuik’, een enorm dikke buik, die niet in verhouding is tot de rest van hun lichaam en die ook niet in verhouding is tot wat ze eten of hoe ze bewegen. Ze worden steeds dikker, schijnbaar zonder aanwijsbare redenen.

Vorige keer schreef ik over Metabool Syndroom en over hoe daar een constant verhoogde bloedsuikerspiegel bij hoort. Die constant verhoogde bloedsuikerspiegel roept de pancreas op om telkens maar weer insuline aan te maken en vrij te geven. Maar de cellen zitten overvol, ze willen geen glucose meer opnemen, en dus verminderen ze het aantal insulinereceptoren aan hun buitenkant. Als insuline de sleutel is, dan zijn de insulinereceptoren de slotjes. Er is dus meer insuline in het bloed om de glucose de cellen binnen te helpen, maar de cellen belemmeren uit zichzelf dat het nog lukt. Vol is vol, er kan niets meer bij. Op dat moment ontstaat insulineresistentie.

Vandaag nemen we insuline onder de loep en wat die met onze gezondheid doet. Een volgende keer hebben we het over insulineresistentie. Voegen we beide samen, dan hebben we een effectieve remedie tegen obesitas en diabetes type 2.

Over insuline en wat die met je doet

Insuline is een hormoon dat wij in onze pancreas zelf aanmaken. Iedere keer als dat nodig is, laat onze pancreas wat insuline vrij in het bloed. De insuline moet ervoor zorgen dat de glucose uit ons bloed de cellen binnen kan. Dat is goed, dat is normaal. Op die manier krijgen de cellen de nodige glucose om energie te produceren.

Is er te veel glucose in ons bloed aanwezig in vergelijking met de energie die we nodig hebben, dan wordt die overtollige glucose, weer onder invloed van insuline, omgezet in ‘reserves’: in de lever en in de spiercellen wordt een beperkte hoeveelheid glycogeen opgeslagen. Dat is een soort makkelijk bereikbare reserve, die vb. tijdens de nacht en als we eens een maaltijd overslaan weer opgebruikt wordt. Is de opslagcapaciteit voor glycogeen bereikt, dan wordt de overtollige glucose omgezet in vet. Dat vet is – als overlevingsmechanisme uit oeroude tijden – reserve voor wintermaanden, hongersnoden en alle andere situaties waar voedsel niet voorhanden is.

Dr. Jason Fung zet hier eventjes de puntjes op de i. Het is wel degelijk insuline die dik maakt en niet glucose. Alleen als insuline de glucose de cellen in kan krijgen, kan er vet aangemaakt worden. Dit wordt overduidelijk bij mensen met diabetes type 1 die niet behandeld worden met insuline. De glucose kan de cellen niet binnen en wordt uitgeplast. De urine smaakt zoet en deze mensen vermageren zienderogen, tot stervens toe.

Wanneer komt er insuline in je bloed?

Het is algemeen geweten dat het eten van koolhydraten een insuline-reactie geeft. We eten koolhydraten – suiker, brood, pasta, rijst, aardappelen en in mindere mate ook vele soorten groenten en fruit – en die worden in maag en darmen verteerd, waarbij glucose vrijkomt. Als die glucose in het bloed wordt opgenomen, geeft de pancreas een shotje insuline vrij. De hoeveelheid glucose bepaalt in grote mate de hoeveelheid insuline. Bevat je voeding veel koolhydraten, en zeker als ze veel geconcentreerde koolhydraten bevat, dan loop je veel kans om vlugger dik te worden. Wat we kunnen doen is zoveel mogelijk dingen met suiker vermijden, maar ook zoveel mogelijk granen. Op onze dagen, waar heel veel voedsel in fabrieken wordt samengesteld, is het van belang de ‘kleine lettertjes’ te lezen. Alle vormen van suiker en alle vormen van zetmeel moeten dus vermeden worden, willen we kunnen vermageren. Veel makkelijker is het om standaard te kiezen voor onbewerkt voedsel.

Maar er is meer. In de mond zitten sensoren voor een zoete smaak, wij proeven als iets zoet is. Die zoete smaak geeft een signaal aan de hersenen, die detecteren dat er zoet voedsel aankomt. Al voordat het voedsel de mond heeft verlaten, wordt insuline in het bloed vrijgegeven. Dr. Jason Fung vertelt van een experiment: er waren twee groepen mensen. De ene groep moest een slok cola met suiker in de mond proeven en dan weer uitspuwen. De andere groep moest een slok cola zero in de mond proeven en weer uitspuwen. Niemand had iets binnen, en dus zou je geen insuline-reactie verwachten. Niets was echter minder waar: bij beide groepen werd een toename van insuline in het bloed gemeten. Je kunt dus dik worden van alleen nog maar het proeven van cola of van cola zero, echt waar.

In de maag zitten hormoonachtige stofjes en ook die geven een insuline-reactie op de inname van voedsel. En jawel, ik heb het hier over de inname van voedsel tout court. Elke keer als je eet, zal je maag aanzetten tot het vrijgeven van insuline in het bloed, onafhankelijk van wat er aankomt. Dat betekent dus dat wie drie keer per dag eet en ook nog enkele tussendoortjes gebruikt meer insuline in het bloed krijgt, dan iemand die slechts drie keer per dag eet, zonder die tussendoortjes. Wie maar één keer per dag eet, krijgt op basis van dit principe het minst insuline binnen. Wil je vermageren, schrap dan alvast alle tussendoortjes. En probeer misschien ook af en toe eens een maaltijd over te slaan.

Een tweede stofje in de maag detecteert wat er aankomt. Koolhydraten en eiwitten geven een sterke insuline-reactie, op vetten reageert onze pancreas neutraal. Dat koolhydraten insuline vrijmaken, dat wisten we al. Door de vetfobie die al sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw bestaat, experimenteerden mensen daarom met vetarme, maar eiwitrijke producten. Denk maar aan kippenwit of light kaas. Ook dit bleek veel insuline in het bloed te brengen, waardoor mensen die dit soort dieet volgden niet vermagerden. Alleen vet blijkt ‘insulineneutraal’, en hoe raar je dit ook mag vinden, het eten van voldoende gezonde vetten zal je doen vermageren.

En dan is er nog iets wat een belangrijke invloed heeft op de insuline in ons bloed, nl. stress. Stress maakt dat er cortisol wordt aangemaakt. Cortisol – verwant met het medicijn ‘cortisone’, waar je ook dik van wordt – zorgt ervoor dat er, om de stressvolle situatie aan te kunnen, voldoende energie kan aangemaakt worden. Er worden reserves omgezet, zodat er voldoende glucose in het bloed aanwezig komt. Daarop krijg je vanzelfsprekend een insuline-reactie. Die glucose moet immers de cellen in om energie te produceren. Hier wordt insuline aan het bloed afgegeven zonder dat je ook maar iets eet of proeft.

Bij acute stress is dat geen probleem. Acute stress vraagt om een vecht- of vluchtreactie. Je moet het gevaar te lijf of je moet ervan weglopen. Beide vragen veel energie, en dus wordt de glucose in het bloed opgebruikt. Er is niks over om vet mee aan te maken. Het probleem ontstaat bij chronische stress: wij verbruiken niet meer energie door ons druk te maken omdat we in de file staan en ook niet als we op het werk voortdurend onder tijdsdruk staan. We verbruiken niet meer energie door te piekeren of door ongerust te zijn over onszelf of over dierbare anderen. We verbruiken niet meer energie als we naar een spannende film kijken of als we onze hersenen bombarderen met te veel harde geluiden. Al die dingen veroorzaken chronische stress, waardoor extra glucose en dus ook extra insuline in ons bloed terecht komt. En wij, wij worden daar dikker van. Belangrijk is hier aandacht voor echte ontspanning en voor een goede nachtrust.

Wat moet je nu doen om te vermageren?

Als je leest wat ik hierboven schreef, dan begrijp je dat er geen eenduidig antwoord is. Wie veel koolhydraten eet, zal wellicht vermageren door die wat te verminderen. Wie voortdurend eet, zal vermageren door tussendoortjes weg te laten. Wie last heeft van chronische stress kan beter kiezen voor een passende manier om tot ontspanning te komen. Wie in elk bedje een beetje ziek is, zal op elk domein de juiste keuzes moeten maken. Er is dus niet één antwoord, maar een diversiteit aan mogelijkheden. Weet je zelf niet goed hoe het bij jou zit, dan kun je je beter laten begeleiden door iemand die weet heeft van deze informatie. Helaas zijn dat nog niet al onze diëtisten.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

 

Wij zijn anders ziek dan de generaties voor ons

Er was een tijd …

Er was een tijd dat mensen nog stierven aan een gewone griep of aan een of andere kinderziekte. Er was een tijd dat moeders veelvuldig in het kraambed overleden. Er was een tijd waarin ondervoeding en een vervuilde leefomgeving mensen zo zwak maakte dat ze bezweken aan de geringste infectie.

In die tijd waren er twee grote oorzaken van het ziek worden en overlijden van mensen:

  • Er was het probleem van onvoldoende voedsel en vooral ook een te geringe variatie in voedingsmiddelen. Van de grote diversiteit aan vitamines, mineralen en andere gezondheid bevorderende stoffen in voeding wist men toen nog niks. Zo kon het gebeuren dat zeelieden stierven aan scheurbuik door een tekort aan vitamine C. Zo kon het ook gebeuren dat in Londen in de 18de en de 19de eeuw veel kinderen leden aan rachitis, een ziekte waarbij de beenderen in het lichaam te zwak waren en makkelijk bogen of braken. Rachitis ontstond door een tekort aan zonlicht en daardoor een gebrek aan vitamine D.
  • Er was ook het probleem van een gebrek aan hygiëne. In de middeleeuwen kon de pest uitbreken omdat mensen zich onvoldoende wasten en omdat ze het vuil gewoon open op straat lieten liggen. In vroegere tijden stierven ook veel vrouwen aan kraamvrouwenkoorts. In 1847 ontdekte dr. Semmelweis dat hygiënische maatregelen het aantal vrouwen dat stierf in het kraambed sterk naar beneden kon halen. Hij raadde dokters en vroedvrouwen aan de handen te desinfecteren voor elke hulp bij een geboorte. Hij werd erom uitgelachen en gek verklaard … en pas na zijn overlijden ging men inzien dat hij toch gelijk had.

… en daar ontstond onze huidige geneeskunde uit!

Er was dus een tijd dat onvoldoende gezonde voeding en een gebrek aan hygiëne voor de meeste overlijdens zorgden. Het was dan ook een zegen toen medicijnen als penicilline en antibiotica ontdekt werden. Het was tegelijk een zegen dat mensen van zuiver water en een meer gevarieerde voeding konden genieten. Dat heeft gemaakt dat de levensduur van mensen in stijgende lijn ging. Mensen leefden langer én bleven langer gezond.

Daar is onze huidige klassieke geneeskunde groot in geworden. Ze heeft het sterven aan eenvoudige infectieziektes zo goed als uit de wereld geholpen. En inderdaad, ook in landen uit de derde wereld gaat het de goede kant uit, zeker daar waar goede voeding en voldoende hygiëne ingang vinden.

Maar het tij keert …

Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is echter een manier van leven ingezet, die leidt tot nieuwe ziektes. Voor het eerst in de geschiedenis kan de jongste generatie er niet van uitgaan langer en gezonder te zullen leven dan hun ouders en grootouders. En dat heeft alles te maken met onze manier van leven.

We eten (veel te) veel, we eten onnatuurlijk voedsel, we eten kant-en-klaar en dus onvoldoende vers. We wonen in goed geïsoleerde en sterk verwarmde ruimtes. Van onvoldoende hygiëne zijn we doorgeslagen in overdreven hygiëne, waardoor we te weinig weerstand opbouwen. Jan Modaal leeft vandaag luxueuzer dan koningen uit vroegere tijden. Obesitas, diabetes, intoleranties en allergieën, dementie, kanker en vele andere welvaartsziektes zijn het gevolg daarvan.

Tegelijk leven we in een wereld waarin alles altijd vlugger en heftiger en meer moet. We kennen geen rust meer, geen echte recuperatie, geen ‘terug-naar-de-bron’. In ons leven is hoe langer hoe minder stilte, hoe langer hoe minder lege tijd en niets doen. We gaan overkop aan de rush waarin we leven. Stress, depressie, burn-out, … zijn het resultaat hiervan.

Nieuwe ziektes vragen een andere aanpak

In de reguliere geneeskunde pakt men de symptomen van deze nieuwe ziektes aan met ‘oude’ medicijnen: antibiotica, ontstekingsremmers, pijn verdovende middelen, cholesterol verlagende middelen, diabetesmedicijnen, chemo- en radiotherapie, … Vaak zie je dat mensen deze medicijnen (te) regelmatig of zelfs blijvend moeten nemen. Dit  laatste toont dat alleen het ziektebeeld onderdrukt wordt, en de kwaal niet werkelijk genezen raakt.

Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door een ontspoorde levensstijl, ook door een verandering van die levensstijl genezen moeten worden? Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door te veel en ongezond eten, aangepakt moeten worden door de voeding in de juiste richting aan te passen? Is het niet logisch dat mensen met stress en depressie en burn-out beter gediend zouden zijn met een ‘terug-naar-de-natuur’ dan met verdovende en onderdrukkende medicijnen?

Deze ‘nieuwe ziektes’ vragen inderdaad om een andere aanpak. Ziektes die ontstaan door een leefstijl te ver van de natuur af, kun je het beste genezen door een terugkeer naar de natuur: gezonde voeding, voldoende beweging – liefst in de vrije natuur -, voldoende échte rust en ontspanning, plezier in de dingen die je doet, het volgen van jouw unieke levensweg.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Natuurlijke middelen bij diabetes

Wil je diabetes op een natuurlijke manier aanpakken, dan is gezonde voeding van het allergrootste belang. Daarover schreef ik al in Diabetes, een kwestie van voeding! Toch kunnen ook voedingssupplementen en kruiden helpen het tij te keren.

Laat me het zo stellen: Als je enkel en alleen met natuurlijke hulpmiddelen aan de slag gaat, dan doe je net als in de klassieke geneeskunde. Je geneest niks, je onderdrukt alleen de symptomen van de ziekte. Als je ook met gezonde voeding aan de slag gaat, dan kan de ziekte helemaal worden teruggedrongen. En dan werk je ook échte genezing in de hand!

Over wat in ons lichaam gebeurt met ‘suikers’

Alles begint bij wat we eten. Als we eten, wordt ons voedsel in maag en darmen zodanig verteerd dat de voedingsstoffen onze darmwand kunnen passeren. Het voedsel komt in onze bloedbaan terecht. Van daaruit worden de voedingsstoffen getransporteerd naar overal in het lichaam waar deze stoffen nodig zijn. Op die manier houden we ons lichaam vitaal.

Een deel van wat we eten, bestaat uit koolhydraten, ook ‘suikers’ genoemd. Deze koolhydraten worden inderdaad verteerd tot ze alleen nog uit enkelvoudige suikers bestaan. Brood, rijst, aardappelen, pasta, koekjes, suiker, … komen allemaal onze bloedbaan binnen onder de vorm van suiker.

Ook fruit en groenten bevatten suiker, maar omdat hun volume vooral uit vocht en vezels bestaat, is de concentratie van de suiker in deze voedingsmiddelen veel minder hoog.

De suiker in ons bloed wordt eerst en vooral gebruikt als bron van energie voor al onze lichaamsfuncties – ons hart dat slaat, onze longen die ademen, onze spijsvertering die werkt, enz. – én om te bewegen. Pas als er overschot is, ontstaat er een probleem. Met dat overschot worden eerst de reservestocks in lever en spieren aangevuld. De rest wordt met behulp van insuline in onze cellen opgeslagen onder de vorm van … vet!

Hoe het komt dat de bloedsuikerspiegel ontspoort

Eten we bijvoorbeeld een appel, dan zal de bloedsuikerspiegel een beetje stijgen. Ze blijft echter wel binnen gezonde waarden. Een appel bevat immers wel een beetje suiker, maar ook veel vocht en vezels.

Eten we daarentegen een snoepreep, dan gaat de bloedsuikerspiegel pieken. Tegen zoveel ‘suikergeweld’ kan onze pancreas niet anders dan een serieuze hoeveelheid insuline vrijstellen. De insuline zorgt ervoor dat de overdosis aan suiker veilig in onze cellen gestockeerd wordt, voor in tijden van nood.

Omdat er echter zo’n enorme hoeveelheid suiker ons bloed binnenkomt (en omdat een teveel aan suiker in het bloed daar heel wat schade kan aanrichten), krijgt de pancreas niet de tijd om de hoeveelheid insuline helemaal juist af te meten. Veel kans dus dat er wat te veel insuline het bloed ingejaagd wordt. En dat maakt dan weer dat we binnen de kortste keren weer een hongergevoel krijgen. We hébben wel energie, maar die is in de vorm van vet in onze cellen opgeslagen, en ons bloed hunkert door dat teveel aan insuline naar suiker.

Op die manier grijpen we zo ongeveer om de twee uur naar een (zoete) snack. En op die manier blijft het systeem van opeenvolgende pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel in stand gehouden. En wij, we blijven maar eten … en we worden steeds dikker. Ongezond dik zelfs, we lijden aan obesitas.

Insulineresistentie

Op dat moment ontstaat de eerste stap op weg naar diabetes: insulineresistentie. Je moet weten dat de bloedsuiker enkel onze cellen binnen kan met behulp van insuline. Op de celwand van onze cellen zitten receptoren voor insuline. Dat zijn als het ware de sleutelgaten waar onze sleutel insuline in past. Insuline opent het deurtje van de cel, en de bloedsuiker kan binnen.

Op het moment nu dat de cel te vol raakt van vet, sluit ze wat van die receptoren af. Er zijn dan minder sleutelgaatjes waar insuline in past. Vol is vol, en de cel gaat niet meer open. De receptoren kunnen ook beschadigd raken door voortdurende ontstekingen in ons lichaam. En ook dan past de sleutel insuline niet meer. De cellen worden insulineresistent. Ze reageren niet meer, ze laten geen suiker meer binnen.

Je begrijpt dat dit een probleem is, want nu blijft de suiker in het bloed. En te veel suiker in het bloed, dat komt niet goed, want die suiker richt schade aan: diabetesvoet, blindheid, nierproblemen, schade aan zenuwen en bloedvaten, …

De bast van Chinese kaneel of Cinnamomum aromaticum helpt hierbij. Het verlaagt de insulineresistentie waardoor de bloedsuiker weer beter door de cellen wordt opgenomen. Tegelijk zal ze ook de cholesterol en bloedvetten verlagen. En stel je dan maar eens voor wat dit kruid kan doen, als je ook minder koolhydraten of suikers gaat eten.

Uitputting van de pancreas

Maar meestal doen we geen van beide. We gebruiken geen Cinnamomum aromaticum en blijven gewoon eten wat we eten. Dan gaat de pancreas in eerste instantie steeds meer insuline vrijstellen. Ze gaat als het ware in overdrive om toch maar die bloedsuikerspiegel naar beneden te krijgen. We krijgen dan hyperinsulinemie, een fase van een teveel aan insuline in de bloedbaan.

Dat duurt tot de pancreas op een bepaald moment niet meer kan. Ze is uitgeput. Ze kan nauwelijks nog voldoende insuline produceren. Op dat moment breekt de ziekte diabetes natuurlijk te volle door. De bloedsuikerspiegel blijft nu immers constant te hoog.

Ook daar is echter een kruidje tegen gewassen. Gymnema sylvestre verhoogt de afscheiding van insuline in de pancreas. Tegelijk vermindert ze de opname van glucose (suiker) in de darm. En alsof dat nog niet genoeg is, vermindert ze ook de drang naar zoet. Gymnema sylvestre trekt zich op die manier het tweede aspect van het probleem aan. Je pancreas krijgt de nodige ondersteuning én ze maakt het je makkelijker om je voedingspatroon aan te passen ‘richting gezond’.

Diabetes vermeden, gezondheid verbeterd!

Op die manier kunnen we inderdaad diabetes vermijden en zelfs terugdraaien. En dat is voor onze gezondheid absoluut een grote meerwaarde, want naast de gekende problemen die diabetes kan geven, werkt ze ook hart- en vaatziekten, Alzheimer en dementie en zelfs kanker in de hand.

Wil je meer weten … of wil je hulp om je lichaam bij te staan om diabetes op een natuurlijke manier te bestrijden, dan kun je terecht bij mezelf of bij één van mijn collega’s gezondheidsbegeleiders. We zullen je graag leren hoe jij je zelfgenezend vermogen kunt aanwenden om van diabetes af te raken.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Diabetes, een kwestie van voeding!

Als de klassieke westerse geneeskunde aan diabetes type 2 denkt, dan denkt ze eerst aan orale medicijnen en vervolgens aan insuline spuiten. Dat voeding een eerste en bepalende factor is, en dat zowel in de preventie als in het terugdringen van de zogenaamde ‘ouderdomsdiabetes’, daar wordt veel te weinig nadruk op gelegd.

Wie echter bereid is zijn voeding in de juiste zin aan te passen, kan helemaal genezen van diabetes type 2. Alleen, … wat is dan die juiste voeding? Want ook daar mogen we de klassieke westerse voedingsindustrie (en dieetleer in het zog daarvan) niet zomaar geloven …

Blijf van die tussendoortjes af!

Een eerste belangrijke stap die je kunt zetten, is voortaan alleen nog drie keer per dag te eten: ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Alle tussendoortjes en achterafjes laat je vallen. Geen stuk fruit, kop soep of zoete snack meer in de voormiddag, geen koekje bij de koffie, geen vieruurtje meer en zeker al niks meer na het avondeten.

Ook alle dranken behalve water, kruidenthee en in beperkte mate koffie reken ik ook onder die tussendoortjes. Ze brengen immers ook calorieën en in de meeste gevallen dus suiker(s) aan.

Hiermee geef ik je al een eerste kader voor een gezond voedingspatroon: beperk je tot ontbijt, middagmaal en avondmaal. Wil je het nog beter doen, sla dan één of twee keer per week het ontbijt over. Je bouwt dan als het ware een ‘mini vasten’ in. Daarmee geef je je lichaam de kans eens een langere periode te leven van de overvloedige reserves die we – zeker bij diabetes en pre-diabetes – meestal wel hebben.

En verder: groenten, groenten en nog eens groenten

Een tweede verandering die nodig is, willen we diabetes een halt toeroepen, is dat we van groenten ons basisvoedsel maken. Als de meeste van onze maaltijden minstens voor de helft uit groenten zouden bestaan, dan zou dat een ongelooflijk grote stap in de goede richting zijn. En dat zou het zeker zijn als meer groenten tegelijk ook betekent: minder brood, minder aardappelen, rijst of pasta.

Granen en aardappelen bevatten heel veel zetmeel, dat zich in onze darm ontbindt tot allemaal moleculetjes glucose, oftewel suiker. Die glucose doet de bloedsuikerspiegel zo’n half uurtje na de maaltijd enorm pieken, waardoor ook ineens heel wat insuline nodig is. Beperk deze voedingsmiddelen daarom tot maximaal één keer per dag. Eet dus ofwel brood ofwel aardappelen ofwel rijst ofwel … en niet én brood én aardappelen én vermicelli in de soep én dan nog eens brood!

Groenten daarentegen brengen ons enerzijds een waaier aan vitamines, mineralen en andere stofjes die onze gezondheid bevorderen. Anderzijds bevatten groenten ook veel vezels, en die vezels zorgen ervoor dat de aanwezige suikers, ook koolhydraten genoemd, minder makkelijk vrijkomen. Op die manier stijgt de bloedsuikerspiegel veel langzamer en is er dus minder insuline nodig. Ons lichaam krijgt als het ware de tijd om de aanwezige suikers te verbruiken in plaats van ze in onze cellen op te moeten slaan als ‘reserve-energie’ onder de vorm van vet. Want ja, de strijd tegen diabetes is in wezen gelijk aan de strijd tegen zwaarlijvigheid.

Het vraagt wat creativiteit om aan de meeste maaltijden groenten toe te voegen. Daarom een paar voorbeeldjes:

  • Zorg ervoor dat er regelmatig een stevige groentesoep op tafel komt. Je hebt dan ineens al verschillende soorten groenten binnen.
  • Zorg bij de hoofdmaaltijd voor twee of drie soorten groenten, waarvan liefst ééntje onder de vorm van rauwkost.
  • En wat denk je van een omelet met groenten? En nee, daar hoeven geen brood of aardappelen bij!
  • En echte creatievelingen proberen vervanggroenten te vinden voor pastagerechten. Superlekker is bijvoorbeeld de butternut-lasagne van Steffi Vertriest (De Gezonde Goesting).

En fruit?
Mag dat dan nog?
Jawel, fruit mag, maar bij diabetes wel met mate. Kies ook liever voor het niet al te zoete fruit, en dan nog best in combinatie met wat volle yoghurt en wat noten. De vetten uit deze voedingsmiddelen zorgen ervoor dat de suikers uit het fruit langzamer in de bloedbaan terecht komen. Én … eet het fruit niet als tussendoortje, maar als één van de maaltijden. Als ontbijt, bijvoorbeeld.

Suikers zijn de boosdoeners

Als wij de term diabetes horen – het woord ‘suikerziekte’ geeft dat eigenlijk vanzelf al aan – dan weten we dat de ziekte iets met suiker van doen heeft. En inderdaad, alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ doet de bloedsuikerspiegel stijgen. Als  er daar dan voortdurend te veel van binnenkomt, ontstaat diabetes type 2.

Alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ …

Daar valt suiker onder, dat spreekt vanzelf. En suiker zit tegenwoordig in zowat alle kant en klare voeding. Geloof het of niet, maar er zit suiker in pastasauzen, in klaargemaakte groenten, in soepen uit brik of blik, in vinaigrettes, in charcuterie, in pickles, … Als je het niet zelf hebt bereid, mag je er vanop aan dat er suiker toegevoegd is. Wil je suiker vermijden, dan moet je weer zelf aan de slag in de keuken.

En dan, veel meer voeding dan alleen maar suiker wordt in ons lichaam afgebroken tot suiker. Zetmeel uit granen, bijvoorbeeld, worden eerst in de mond en daarna in de twaalfvingerige darm gesplitst tot er enkel glucose, suiker dus overblijft. Ook fruit en groenten bevatten van die suikers.

Nu hebben we een bepaalde hoeveelheid glucose nodig, echt waar, maar te veel is te veel! En vooral als er teveel glucose ineens in de bloedbaan terechtkomt, is het hek helemaal van de dam. Daarom zijn groenten en fruit absoluut gezonder voor diabetici dan suiker en graanproducten.

En kunstmatige zoetstoffen dan?

Ik moet je ontgoochelen. Néé, ze zijn absoluut niet goed voor diabetici. Trouwens, ze zijn ook niet goed voor mensen die willen vermageren. Hoe dat komt? Wel, er zijn daar minstens twee overduidelijke redenen voor:

  1. Als je tong zoet proeft, geeft dat aan je hersenen het signaal dat er suiker aankomt. ‘Hmm, lekker!’, zeggen je hersenen dan, en ze maken je lichaam al klaar om dat lekkere zoet te ontvangen. Je hersenen geven je pancreas het signaal om alvast al wat insuline vrij te maken. Maar dan komt dat voedsel, verteerd en wel, in je bloed terecht, en daar is geen suiker bij. ‘Hé, hé,’ zegt je lichaam dan, ‘waar is dat zoet dat je beloofd hebt?’ En lichaam gaat snakken naar waar die insuline in je bloed om vraagt. Gevolg: jij krijgt honger en je gaat binnen de kortste keren weer iets eten.
  2. Kunstmatige zoetstoffen zijn lichaamsvreemde stoffen. Voor je lichaam zijn dat dus dingen waar het niks mee kan doen. Integendeel zelfs, ze zijn toxisch voor je lichaam. Nu zijn er twee manieren waarop je lichaam toxische stoffen veilig opbergt. Ofwel wordt extra vocht opgehouden om de concentratie van die giftige stoffen laag genoeg te houden, ofwel wordt extra vet aangemaakt, want vet heeft in ons lichaam zo’n beetje dezelfde taak als een kernafvalcontainer voor kernafval. Superveilig … tot jij gaat vermageren!

Zoals je ziet … met kunstmatige zoetstoffen bedrieg jij alleen maar jezelf!

Is voeding dan het hele plaatje bij diabetes?

Nee, voeding is niet het hele plaatje. Ook in de natuurlijke gezondheidszorg kennen we kruiden en voedingssupplementen die kunnen helpen bij diabetes type 2. Daar heb ik het een andere keer beslist nog over. Echter, ook die producten staan pas op het tweede plan. Neem je alleen die en doe je niks aan je voeding, dan ben je gedoemd om ze je hele leven te nemen. Je geneest niet echt als je niet ook met je voeding aan de slag gaat.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Obesitas en diabetes, oorzaak van onze welvaartsziekten

Ik weet het, ik weet het …
Wat ik hierboven als titel neerpen, lijkt in jouw ogen wellicht overdreven.
Fel overdreven!

Het kan toch niet dat al onze welvaartsziekten – denk aan hart- en vaatziekten, kanker, depressiviteit, dementie in al zijn vormen, … – hun ontstaan kennen in simpelweg een beetje te zwaarlijvig zijn of in de ‘normale kwaal’ die ouderdomsdiabetes heet?

Wel, ik moet je wakker schudden. Het is wel degelijk zo dat obesitas en diabetes de grote boosdoeners zijn als het gaat over de gezondheid van westerse mensen van vandaag. Om je dat een beetje duidelijk te maken, moet ik je het verhaal vertellen van je pancreas en van wat insuline met je lichaam doet.

Niet van vet maar van suiker(s) word je dik

Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw worden wij bang gemaakt voor vet. “Van vet word je dik”, klinkt ons bekend in de oren. Wel, vandaag mag (of beter gezegd: moet) ik je vertellen dat wat ons toen is verteld niet juist is. Gezonde vetten zijn nodig om gezond te blijven, gezonde vetten maken ook niet dik, eerder integendeel.

Sinds de jaren ’50 zijn we de vetten systematisch gaan vervangen door ‘light’ producten. We zijn er niet gezonder door geworden: we kennen meer obesitas, meer diabetes, meer hart- en vaatziekten en kanker, meer depressie en dementie dan ooit voorheen. Vandaag moeten we toegeven dat toen een ongelooflijke blunder is begaan: verzadigd vet is nooit de boosdoener geweest, het waren altijd al suiker en witmeelproducten …

Over insuline en insulineresistentie

Het hele verhaal begint bij de pancreas. De pancreas produceert onder andere twee hormonen: insuline en glucagon. Beide zijn nodig om de suikerstofwisseling in ons lichaam gezond te houden.

Insuline is het hormoon dat ervoor zorgt dat er nooit te veel suiker in ons bloed aanwezig blijft. Te veel suiker in het bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der, en dat zorgt dan weer voor veel van onze welvaartsziekten. Glucagon is het hormoon dat de opgeslagen reserves van suiker weer kan omzetten in bruikbare energie. Beide zijn dus elkaars tegenhangers, en als alles goed gaat zou ons lichaam beide hormonen afwisselend moeten gebruiken en op die manier zouden wij langere tijd zonder voedsel moeten kunnen.

Wij echter eten zo vaak suiker en / of witmeelproducten, dat we quasi voortdurend insuline nodig hebben. Insuline is de sleutel die de cellen openmaakt om er glucose (suiker, dus) in binnen te laten. In de cellen wordt de suiker opgeslagen onder de vorm van vet: vet op de heupen, buikvet. Gevolg: obesitas!

En dan komt er een moment dat onze cellen zo vol zitten van vet, dat ze weigeren nog glucose binnen te laten. De cellen verminderen het aantal slotjes waar de sleutel insuline op past. We worden insuline-resistent. Het gevolg daarvan is eerst dat onze pancreas steeds meer insuline gaat produceren om toch maar de bloedsuikerspiegel naar beneden te krijgen. En dat gaat zo maar door … tot plots onze pancreas uitgeput raakt. We worden insuline-deficiënt, onze bloedsuikerspiegel stijgt, we krijgen diabetes type 2.

Van diabetes naar de andere welvaartsziekten

Inderdaad, van diabetes sukkel je zo verder naar één van die andere welvaartsziekten. Een teveel aan suiker in je bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der. Hart- en vaatziekten ontstaan door ontstekingen van de slagaderwanden. Hierdoor ontstaan kleine scheurtjes die door cholesterol hersteld moeten worden. Kanker ontstaat in hoofdzaak doordat de cellen een overvloed suiker gaan fermenteren. Depressie en dementie ontstaan door een tekort aan gezonde vetten en door een teveel aan ontstekingen in de hersenen. En zo kun je maar doorgaan …

Het moge duidelijk zijn, bij de meeste van onze welvaartsziekten speelt onze hedendaagse ongezonde voeding een belangrijke rol. Waar we zo’n honderd jaar geleden amper 2 kg suiker per persoon per jaar verbruikten, ligt dat nu rond de 50 kg per persoon per jaar. Je kunt wellicht geen voedsel vinden dat zonder suiker is als het de voedingsindustrie is gepasseerd. Overal is ofwel suiker ofwel gemodificeerd zetmeel aan toegevoegd. Dat laatste wordt tijdens de vertering zo omgezet in … suiker!

Gezonde voeding is dé oplossing!

Voor zowel obesitas als diabetes, als ook voor alle andere welvaartsziekten, behoort een gezonde basisvoeding tot de oplossing van het probleem. Een paar tips:

  • Kies voor vers voedsel: verse groenten, vers fruit, eerlijk vlees (en dus niet verwerkt in God-weet-wat). Aardappelen eet je als een van de vele varianten van groenten, en dus niet dagelijks.
  • Maak van groeten en fruit je basisvoedsel. Eet daar een beetje kwaliteitsvlees of -vis bij. Ook een eitje is een gezonde bron van eiwitten. Daarnaast kun je ook kiezen voor noten, pitten en zaden en voor peulvruchten.
  • Af en toe wat brood of andere graanproducten kan, maar kies dan voor de volkoren varianten. Eet maximaal één brood- of granenmaaltijd per dag.
  • Wees niet bang van gezonde, ongeraffineerde vetten. Gebruik ze echter wel op de juiste manier: verzadigde vetten zoals boter of kokosvet om te bakken en te braden. Ook olijfolie mag matig verwarmd worden. Andere oliën gebruik je enkel koud, want door het verwarmen maak je er ongezonde vetten van.

Wie deze veranderingen in zijn voedingspatroon consequent doorvoert, maakt meer kans om gespaard te blijven van obesitas en diabetes, en dus ook van zoveel andere welvaartsziekten.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

%d bloggers liken dit: