Wij zijn anders ziek dan de generaties voor ons

Er was een tijd …

Er was een tijd dat mensen nog stierven aan een gewone griep of aan een of andere kinderziekte. Er was een tijd dat moeders veelvuldig in het kraambed overleden. Er was een tijd waarin ondervoeding en een vervuilde leefomgeving mensen zo zwak maakte dat ze bezweken aan de geringste infectie.

In die tijd waren er twee grote oorzaken van het ziek worden en overlijden van mensen:

  • Er was het probleem van onvoldoende voedsel en vooral ook een te geringe variatie in voedingsmiddelen. Van de grote diversiteit aan vitamines, mineralen en andere gezondheid bevorderende stoffen in voeding wist men toen nog niks. Zo kon het gebeuren dat zeelieden stierven aan scheurbuik door een tekort aan vitamine C. Zo kon het ook gebeuren dat in Londen in de 18de en de 19de eeuw veel kinderen leden aan rachitis, een ziekte waarbij de beenderen in het lichaam te zwak waren en makkelijk bogen of braken. Rachitis ontstond door een tekort aan zonlicht en daardoor een gebrek aan vitamine D.
  • Er was ook het probleem van een gebrek aan hygiëne. In de middeleeuwen kon de pest uitbreken omdat mensen zich onvoldoende wasten en omdat ze het vuil gewoon open op straat lieten liggen. In vroegere tijden stierven ook veel vrouwen aan kraamvrouwenkoorts. In 1847 ontdekte dr. Semmelweis dat hygiënische maatregelen het aantal vrouwen dat stierf in het kraambed sterk naar beneden kon halen. Hij raadde dokters en vroedvrouwen aan de handen te desinfecteren voor elke hulp bij een geboorte. Hij werd erom uitgelachen en gek verklaard … en pas na zijn overlijden ging men inzien dat hij toch gelijk had.

… en daar ontstond onze huidige geneeskunde uit!

Er was dus een tijd dat onvoldoende gezonde voeding en een gebrek aan hygiëne voor de meeste overlijdens zorgden. Het was dan ook een zegen toen medicijnen als penicilline en antibiotica ontdekt werden. Het was tegelijk een zegen dat mensen van zuiver water en een meer gevarieerde voeding konden genieten. Dat heeft gemaakt dat de levensduur van mensen in stijgende lijn ging. Mensen leefden langer én bleven langer gezond.

Daar is onze huidige klassieke geneeskunde groot in geworden. Ze heeft het sterven aan eenvoudige infectieziektes zo goed als uit de wereld geholpen. En inderdaad, ook in landen uit de derde wereld gaat het de goede kant uit, zeker daar waar goede voeding en voldoende hygiëne ingang vinden.

Maar het tij keert …

Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is echter een manier van leven ingezet, die leidt tot nieuwe ziektes. Voor het eerst in de geschiedenis kan de jongste generatie er niet van uitgaan langer en gezonder te zullen leven dan hun ouders en grootouders. En dat heeft alles te maken met onze manier van leven.

We eten (veel te) veel, we eten onnatuurlijk voedsel, we eten kant-en-klaar en dus onvoldoende vers. We wonen in goed geïsoleerde en sterk verwarmde ruimtes. Van onvoldoende hygiëne zijn we doorgeslagen in overdreven hygiëne, waardoor we te weinig weerstand opbouwen. Jan Modaal leeft vandaag luxueuzer dan koningen uit vroegere tijden. Obesitas, diabetes, intoleranties en allergieën, dementie, kanker en vele andere welvaartsziektes zijn het gevolg daarvan.

Tegelijk leven we in een wereld waarin alles altijd vlugger en heftiger en meer moet. We kennen geen rust meer, geen echte recuperatie, geen ‘terug-naar-de-bron’. In ons leven is hoe langer hoe minder stilte, hoe langer hoe minder lege tijd en niets doen. We gaan overkop aan de rush waarin we leven. Stress, depressie, burn-out, … zijn het resultaat hiervan.

Nieuwe ziektes vragen een andere aanpak

In de reguliere geneeskunde pakt men de symptomen van deze nieuwe ziektes aan met ‘oude’ medicijnen: antibiotica, ontstekingsremmers, pijn verdovende middelen, cholesterol verlagende middelen, diabetesmedicijnen, chemo- en radiotherapie, … Vaak zie je dat mensen deze medicijnen (te) regelmatig of zelfs blijvend moeten nemen. Dit  laatste toont dat alleen het ziektebeeld onderdrukt wordt, en de kwaal niet werkelijk genezen raakt.

Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door een ontspoorde levensstijl, ook door een verandering van die levensstijl genezen moeten worden? Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door te veel en ongezond eten, aangepakt moeten worden door de voeding in de juiste richting aan te passen? Is het niet logisch dat mensen met stress en depressie en burn-out beter gediend zouden zijn met een ‘terug-naar-de-natuur’ dan met verdovende en onderdrukkende medicijnen?

Deze ‘nieuwe ziektes’ vragen inderdaad om een andere aanpak. Ziektes die ontstaan door een leefstijl te ver van de natuur af, kun je het beste genezen door een terugkeer naar de natuur: gezonde voeding, voldoende beweging – liefst in de vrije natuur -, voldoende échte rust en ontspanning, plezier in de dingen die je doet, het volgen van jouw unieke levensweg.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

 

Natuurlijke middelen bij diabetes

Wil je diabetes op een natuurlijke manier aanpakken, dan is gezonde voeding van het allergrootste belang. Daarover schreef ik al in Diabetes, een kwestie van voeding! Toch kunnen ook voedingssupplementen en kruiden helpen het tij te keren.

Laat me het zo stellen: Als je enkel en alleen met natuurlijke hulpmiddelen aan de slag gaat, dan doe je net als in de klassieke geneeskunde. Je geneest niks, je onderdrukt alleen de symptomen van de ziekte. Als je ook met gezonde voeding aan de slag gaat, dan kan de ziekte helemaal worden teruggedrongen. En dan werk je ook échte genezing in de hand!

Over wat in ons lichaam gebeurt met ‘suikers’

Alles begint bij wat we eten. Als we eten, wordt ons voedsel in maag en darmen zodanig verteerd dat de voedingsstoffen onze darmwand kunnen passeren. Het voedsel komt in onze bloedbaan terecht. Van daaruit worden de voedingsstoffen getransporteerd naar overal in het lichaam waar deze stoffen nodig zijn. Op die manier houden we ons lichaam vitaal.

Een deel van wat we eten, bestaat uit koolhydraten, ook ‘suikers’ genoemd. Deze koolhydraten worden inderdaad verteerd tot ze alleen nog uit enkelvoudige suikers bestaan. Brood, rijst, aardappelen, pasta, koekjes, suiker, … komen allemaal onze bloedbaan binnen onder de vorm van suiker.

Ook fruit en groenten bevatten suiker, maar omdat hun volume vooral uit vocht en vezels bestaat, is de concentratie van de suiker in deze voedingsmiddelen veel minder hoog.

De suiker in ons bloed wordt eerst en vooral gebruikt als bron van energie voor al onze lichaamsfuncties – ons hart dat slaat, onze longen die ademen, onze spijsvertering die werkt, enz. – én om te bewegen. Pas als er overschot is, ontstaat er een probleem. Met dat overschot worden eerst de reservestocks in lever en spieren aangevuld. De rest wordt met behulp van insuline in onze cellen opgeslagen onder de vorm van … vet!

Hoe het komt dat de bloedsuikerspiegel ontspoort

Eten we bijvoorbeeld een appel, dan zal de bloedsuikerspiegel een beetje stijgen. Ze blijft echter wel binnen gezonde waarden. Een appel bevat immers wel een beetje suiker, maar ook veel vocht en vezels.

Eten we daarentegen een snoepreep, dan gaat de bloedsuikerspiegel pieken. Tegen zoveel ‘suikergeweld’ kan onze pancreas niet anders dan een serieuze hoeveelheid insuline vrijstellen. De insuline zorgt ervoor dat de overdosis aan suiker veilig in onze cellen gestockeerd wordt, voor in tijden van nood.

Omdat er echter zo’n enorme hoeveelheid suiker ons bloed binnenkomt (en omdat een teveel aan suiker in het bloed daar heel wat schade kan aanrichten), krijgt de pancreas niet de tijd om de hoeveelheid insuline helemaal juist af te meten. Veel kans dus dat er wat te veel insuline het bloed ingejaagd wordt. En dat maakt dan weer dat we binnen de kortste keren weer een hongergevoel krijgen. We hébben wel energie, maar die is in de vorm van vet in onze cellen opgeslagen, en ons bloed hunkert door dat teveel aan insuline naar suiker.

Op die manier grijpen we zo ongeveer om de twee uur naar een (zoete) snack. En op die manier blijft het systeem van opeenvolgende pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel in stand gehouden. En wij, we blijven maar eten … en we worden steeds dikker. Ongezond dik zelfs, we lijden aan obesitas.

Insulineresistentie

Op dat moment ontstaat de eerste stap op weg naar diabetes: insulineresistentie. Je moet weten dat de bloedsuiker enkel onze cellen binnen kan met behulp van insuline. Op de celwand van onze cellen zitten receptoren voor insuline. Dat zijn als het ware de sleutelgaten waar onze sleutel insuline in past. Insuline opent het deurtje van de cel, en de bloedsuiker kan binnen.

Op het moment nu dat de cel te vol raakt van vet, sluit ze wat van die receptoren af. Er zijn dan minder sleutelgaatjes waar insuline in past. Vol is vol, en de cel gaat niet meer open. De receptoren kunnen ook beschadigd raken door voortdurende ontstekingen in ons lichaam. En ook dan past de sleutel insuline niet meer. De cellen worden insulineresistent. Ze reageren niet meer, ze laten geen suiker meer binnen.

Je begrijpt dat dit een probleem is, want nu blijft de suiker in het bloed. En te veel suiker in het bloed, dat komt niet goed, want die suiker richt schade aan: diabetesvoet, blindheid, nierproblemen, schade aan zenuwen en bloedvaten, …

De bast van Chinese kaneel of Cinnamomum aromaticum helpt hierbij. Het verlaagt de insulineresistentie waardoor de bloedsuiker weer beter door de cellen wordt opgenomen. Tegelijk zal ze ook de cholesterol en bloedvetten verlagen. En stel je dan maar eens voor wat dit kruid kan doen, als je ook minder koolhydraten of suikers gaat eten.

Uitputting van de pancreas

Maar meestal doen we geen van beide. We gebruiken geen Cinnamomum aromaticum en blijven gewoon eten wat we eten. Dan gaat de pancreas in eerste instantie steeds meer insuline vrijstellen. Ze gaat als het ware in overdrive om toch maar die bloedsuikerspiegel naar beneden te krijgen. We krijgen dan hyperinsulinemie, een fase van een teveel aan insuline in de bloedbaan.

Dat duurt tot de pancreas op een bepaald moment niet meer kan. Ze is uitgeput. Ze kan nauwelijks nog voldoende insuline produceren. Op dat moment breekt de ziekte diabetes natuurlijk te volle door. De bloedsuikerspiegel blijft nu immers constant te hoog.

Ook daar is echter een kruidje tegen gewassen. Gymnema sylvestre verhoogt de afscheiding van insuline in de pancreas. Tegelijk vermindert ze de opname van glucose (suiker) in de darm. En alsof dat nog niet genoeg is, vermindert ze ook de drang naar zoet. Gymnema sylvestre trekt zich op die manier het tweede aspect van het probleem aan. Je pancreas krijgt de nodige ondersteuning én ze maakt het je makkelijker om je voedingspatroon aan te passen ‘richting gezond’.

Diabetes vermeden, gezondheid verbeterd!

Op die manier kunnen we inderdaad diabetes vermijden en zelfs terugdraaien. En dat is voor onze gezondheid absoluut een grote meerwaarde, want naast de gekende problemen die diabetes kan geven, werkt ze ook hart- en vaatziekten, Alzheimer en dementie en zelfs kanker in de hand.

Wil je meer weten … of wil je hulp om je lichaam bij te staan om diabetes op een natuurlijke manier te bestrijden, dan kun je terecht bij mezelf of bij één van mijn collega’s gezondheidsbegeleiders. We zullen je graag leren hoe jij je zelfgenezend vermogen kunt aanwenden om van diabetes af te raken.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Diabetes, een kwestie van voeding!

Als de klassieke westerse geneeskunde aan diabetes type 2 denkt, dan denkt ze eerst aan orale medicijnen en vervolgens aan insuline spuiten. Dat voeding een eerste en bepalende factor is, en dat zowel in de preventie als in het terugdringen van de zogenaamde ‘ouderdomsdiabetes’, daar wordt veel te weinig nadruk op gelegd.

Wie echter bereid is zijn voeding in de juiste zin aan te passen, kan helemaal genezen van diabetes type 2. Alleen, … wat is dan die juiste voeding? Want ook daar mogen we de klassieke westerse voedingsindustrie (en dieetleer in het zog daarvan) niet zomaar geloven …

Blijf van die tussendoortjes af!

Een eerste belangrijke stap die je kunt zetten, is voortaan alleen nog drie keer per dag te eten: ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Alle tussendoortjes en achterafjes laat je vallen. Geen stuk fruit, kop soep of zoete snack meer in de voormiddag, geen koekje bij de koffie, geen vieruurtje meer en zeker al niks meer na het avondeten.

Ook alle dranken behalve water, kruidenthee en in beperkte mate koffie reken ik ook onder die tussendoortjes. Ze brengen immers ook calorieën en in de meeste gevallen dus suiker(s) aan.

Hiermee geef ik je al een eerste kader voor een gezond voedingspatroon: beperk je tot ontbijt, middagmaal en avondmaal. Wil je het nog beter doen, sla dan één of twee keer per week het ontbijt over. Je bouwt dan als het ware een ‘mini vasten’ in. Daarmee geef je je lichaam de kans eens een langere periode te leven van de overvloedige reserves die we – zeker bij diabetes en pre-diabetes – meestal wel hebben.

En verder: groenten, groenten en nog eens groenten

Een tweede verandering die nodig is, willen we diabetes een halt toeroepen, is dat we van groenten ons basisvoedsel maken. Als de meeste van onze maaltijden minstens voor de helft uit groenten zouden bestaan, dan zou dat een ongelooflijk grote stap in de goede richting zijn. En dat zou het zeker zijn als meer groenten tegelijk ook betekent: minder brood, minder aardappelen, rijst of pasta.

Granen en aardappelen bevatten heel veel zetmeel, dat zich in onze darm ontbindt tot allemaal moleculetjes glucose, oftewel suiker. Die glucose doet de bloedsuikerspiegel zo’n half uurtje na de maaltijd enorm pieken, waardoor ook ineens heel wat insuline nodig is. Beperk deze voedingsmiddelen daarom tot maximaal één keer per dag. Eet dus ofwel brood ofwel aardappelen ofwel rijst ofwel … en niet én brood én aardappelen én vermicelli in de soep én dan nog eens brood!

Groenten daarentegen brengen ons enerzijds een waaier aan vitamines, mineralen en andere stofjes die onze gezondheid bevorderen. Anderzijds bevatten groenten ook veel vezels, en die vezels zorgen ervoor dat de aanwezige suikers, ook koolhydraten genoemd, minder makkelijk vrijkomen. Op die manier stijgt de bloedsuikerspiegel veel langzamer en is er dus minder insuline nodig. Ons lichaam krijgt als het ware de tijd om de aanwezige suikers te verbruiken in plaats van ze in onze cellen op te moeten slaan als ‘reserve-energie’ onder de vorm van vet. Want ja, de strijd tegen diabetes is in wezen gelijk aan de strijd tegen zwaarlijvigheid.

Het vraagt wat creativiteit om aan de meeste maaltijden groenten toe te voegen. Daarom een paar voorbeeldjes:

  • Zorg ervoor dat er regelmatig een stevige groentesoep op tafel komt. Je hebt dan ineens al verschillende soorten groenten binnen.
  • Zorg bij de hoofdmaaltijd voor twee of drie soorten groenten, waarvan liefst ééntje onder de vorm van rauwkost.
  • En wat denk je van een omelet met groenten? En nee, daar hoeven geen brood of aardappelen bij!
  • En echte creatievelingen proberen vervanggroenten te vinden voor pastagerechten. Superlekker is bijvoorbeeld de butternut-lasagne van Steffi Vertriest (De Gezonde Goesting).

En fruit?
Mag dat dan nog?
Jawel, fruit mag, maar bij diabetes wel met mate. Kies ook liever voor het niet al te zoete fruit, en dan nog best in combinatie met wat volle yoghurt en wat noten. De vetten uit deze voedingsmiddelen zorgen ervoor dat de suikers uit het fruit langzamer in de bloedbaan terecht komen. Én … eet het fruit niet als tussendoortje, maar als één van de maaltijden. Als ontbijt, bijvoorbeeld.

Suikers zijn de boosdoeners

Als wij de term diabetes horen – het woord ‘suikerziekte’ geeft dat eigenlijk vanzelf al aan – dan weten we dat de ziekte iets met suiker van doen heeft. En inderdaad, alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ doet de bloedsuikerspiegel stijgen. Als  er daar dan voortdurend te veel van binnenkomt, ontstaat diabetes type 2.

Alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ …

Daar valt suiker onder, dat spreekt vanzelf. En suiker zit tegenwoordig in zowat alle kant en klare voeding. Geloof het of niet, maar er zit suiker in pastasauzen, in klaargemaakte groenten, in soepen uit brik of blik, in vinaigrettes, in charcuterie, in pickles, … Als je het niet zelf hebt bereid, mag je er vanop aan dat er suiker toegevoegd is. Wil je suiker vermijden, dan moet je weer zelf aan de slag in de keuken.

En dan, veel meer voeding dan alleen maar suiker wordt in ons lichaam afgebroken tot suiker. Zetmeel uit granen, bijvoorbeeld, worden eerst in de mond en daarna in de twaalfvingerige darm gesplitst tot er enkel glucose, suiker dus overblijft. Ook fruit en groenten bevatten van die suikers.

Nu hebben we een bepaalde hoeveelheid glucose nodig, echt waar, maar te veel is te veel! En vooral als er teveel glucose ineens in de bloedbaan terechtkomt, is het hek helemaal van de dam. Daarom zijn groenten en fruit absoluut gezonder voor diabetici dan suiker en graanproducten.

En kunstmatige zoetstoffen dan?

Ik moet je ontgoochelen. Néé, ze zijn absoluut niet goed voor diabetici. Trouwens, ze zijn ook niet goed voor mensen die willen vermageren. Hoe dat komt? Wel, er zijn daar minstens twee overduidelijke redenen voor:

  1. Als je tong zoet proeft, geeft dat aan je hersenen het signaal dat er suiker aankomt. ‘Hmm, lekker!’, zeggen je hersenen dan, en ze maken je lichaam al klaar om dat lekkere zoet te ontvangen. Je hersenen geven je pancreas het signaal om alvast al wat insuline vrij te maken. Maar dan komt dat voedsel, verteerd en wel, in je bloed terecht, en daar is geen suiker bij. ‘Hé, hé,’ zegt je lichaam dan, ‘waar is dat zoet dat je beloofd hebt?’ En lichaam gaat snakken naar waar die insuline in je bloed om vraagt. Gevolg: jij krijgt honger en je gaat binnen de kortste keren weer iets eten.
  2. Kunstmatige zoetstoffen zijn lichaamsvreemde stoffen. Voor je lichaam zijn dat dus dingen waar het niks mee kan doen. Integendeel zelfs, ze zijn toxisch voor je lichaam. Nu zijn er twee manieren waarop je lichaam toxische stoffen veilig opbergt. Ofwel wordt extra vocht opgehouden om de concentratie van die giftige stoffen laag genoeg te houden, ofwel wordt extra vet aangemaakt, want vet heeft in ons lichaam zo’n beetje dezelfde taak als een kernafvalcontainer voor kernafval. Superveilig … tot jij gaat vermageren!

Zoals je ziet … met kunstmatige zoetstoffen bedrieg jij alleen maar jezelf!

Is voeding dan het hele plaatje bij diabetes?

Nee, voeding is niet het hele plaatje. Ook in de natuurlijke gezondheidszorg kennen we kruiden en voedingssupplementen die kunnen helpen bij diabetes type 2. Daar heb ik het een andere keer beslist nog over. Echter, ook die producten staan pas op het tweede plan. Neem je alleen die en doe je niks aan je voeding, dan ben je gedoemd om ze je hele leven te nemen. Je geneest niet echt als je niet ook met je voeding aan de slag gaat.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Obesitas en diabetes, oorzaak van onze welvaartsziekten

Ik weet het, ik weet het …
Wat ik hierboven als titel neerpen, lijkt in jouw ogen wellicht overdreven.
Fel overdreven!

Het kan toch niet dat al onze welvaartsziekten – denk aan hart- en vaatziekten, kanker, depressiviteit, dementie in al zijn vormen, … – hun ontstaan kennen in simpelweg een beetje te zwaarlijvig zijn of in de ‘normale kwaal’ die ouderdomsdiabetes heet?

Wel, ik moet je wakker schudden. Het is wel degelijk zo dat obesitas en diabetes de grote boosdoeners zijn als het gaat over de gezondheid van westerse mensen van vandaag. Om je dat een beetje duidelijk te maken, moet ik je het verhaal vertellen van je pancreas en van wat insuline met je lichaam doet.

Niet van vet maar van suiker(s) word je dik

Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw worden wij bang gemaakt voor vet. “Van vet word je dik”, klinkt ons bekend in de oren. Wel, vandaag mag (of beter gezegd: moet) ik je vertellen dat wat ons toen is verteld niet juist is. Gezonde vetten zijn nodig om gezond te blijven, gezonde vetten maken ook niet dik, eerder integendeel.

Sinds de jaren ’50 zijn we de vetten systematisch gaan vervangen door ‘light’ producten. We zijn er niet gezonder door geworden: we kennen meer obesitas, meer diabetes, meer hart- en vaatziekten en kanker, meer depressie en dementie dan ooit voorheen. Vandaag moeten we toegeven dat toen een ongelooflijke blunder is begaan: verzadigd vet is nooit de boosdoener geweest, het waren altijd al suiker en witmeelproducten …

Over insuline en insulineresistentie

Het hele verhaal begint bij de pancreas. De pancreas produceert onder andere twee hormonen: insuline en glucagon. Beide zijn nodig om de suikerstofwisseling in ons lichaam gezond te houden.

Insuline is het hormoon dat ervoor zorgt dat er nooit te veel suiker in ons bloed aanwezig blijft. Te veel suiker in het bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der, en dat zorgt dan weer voor veel van onze welvaartsziekten. Glucagon is het hormoon dat de opgeslagen reserves van suiker weer kan omzetten in bruikbare energie. Beide zijn dus elkaars tegenhangers, en als alles goed gaat zou ons lichaam beide hormonen afwisselend moeten gebruiken en op die manier zouden wij langere tijd zonder voedsel moeten kunnen.

Wij echter eten zo vaak suiker en / of witmeelproducten, dat we quasi voortdurend insuline nodig hebben. Insuline is de sleutel die de cellen openmaakt om er glucose (suiker, dus) in binnen te laten. In de cellen wordt de suiker opgeslagen onder de vorm van vet: vet op de heupen, buikvet. Gevolg: obesitas!

En dan komt er een moment dat onze cellen zo vol zitten van vet, dat ze weigeren nog glucose binnen te laten. De cellen verminderen het aantal slotjes waar de sleutel insuline op past. We worden insuline-resistent. Het gevolg daarvan is eerst dat onze pancreas steeds meer insuline gaat produceren om toch maar de bloedsuikerspiegel naar beneden te krijgen. En dat gaat zo maar door … tot plots onze pancreas uitgeput raakt. We worden insuline-deficiënt, onze bloedsuikerspiegel stijgt, we krijgen diabetes type 2.

Van diabetes naar de andere welvaartsziekten

Inderdaad, van diabetes sukkel je zo verder naar één van die andere welvaartsziekten. Een teveel aan suiker in je bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der. Hart- en vaatziekten ontstaan door ontstekingen van de slagaderwanden. Hierdoor ontstaan kleine scheurtjes die door cholesterol hersteld moeten worden. Kanker ontstaat in hoofdzaak doordat de cellen een overvloed suiker gaan fermenteren. Depressie en dementie ontstaan door een tekort aan gezonde vetten en door een teveel aan ontstekingen in de hersenen. En zo kun je maar doorgaan …

Het moge duidelijk zijn, bij de meeste van onze welvaartsziekten speelt onze hedendaagse ongezonde voeding een belangrijke rol. Waar we zo’n honderd jaar geleden amper 2 kg suiker per persoon per jaar verbruikten, ligt dat nu rond de 50 kg per persoon per jaar. Je kunt wellicht geen voedsel vinden dat zonder suiker is als het de voedingsindustrie is gepasseerd. Overal is ofwel suiker ofwel gemodificeerd zetmeel aan toegevoegd. Dat laatste wordt tijdens de vertering zo omgezet in … suiker!

Gezonde voeding is dé oplossing!

Voor zowel obesitas als diabetes, als ook voor alle andere welvaartsziekten, behoort een gezonde basisvoeding tot de oplossing van het probleem. Een paar tips:

  • Kies voor vers voedsel: verse groenten, vers fruit, eerlijk vlees (en dus niet verwerkt in God-weet-wat). Aardappelen eet je als een van de vele varianten van groenten, en dus niet dagelijks.
  • Maak van groeten en fruit je basisvoedsel. Eet daar een beetje kwaliteitsvlees of -vis bij. Ook een eitje is een gezonde bron van eiwitten. Daarnaast kun je ook kiezen voor noten, pitten en zaden en voor peulvruchten.
  • Af en toe wat brood of andere graanproducten kan, maar kies dan voor de volkoren varianten. Eet maximaal één brood- of granenmaaltijd per dag.
  • Wees niet bang van gezonde, ongeraffineerde vetten. Gebruik ze echter wel op de juiste manier: verzadigde vetten zoals boter of kokosvet om te bakken en te braden. Ook olijfolie mag matig verwarmd worden. Andere oliën gebruik je enkel koud, want door het verwarmen maak je er ongezonde vetten van.

Wie deze veranderingen in zijn voedingspatroon consequent doorvoert, maakt meer kans om gespaard te blijven van obesitas en diabetes, en dus ook van zoveel andere welvaartsziekten.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

%d bloggers liken dit: