Diabetes, een kwestie van voeding!

Als de klassieke westerse geneeskunde aan diabetes type 2 denkt, dan denkt ze eerst aan orale medicijnen en vervolgens aan insuline spuiten. Dat voeding een eerste en bepalende factor is, en dat zowel in de preventie als in het terugdringen van de zogenaamde ‘ouderdomsdiabetes’, daar wordt veel te weinig nadruk op gelegd.

Wie echter bereid is zijn voeding in de juiste zin aan te passen, kan helemaal genezen van diabetes type 2. Alleen, … wat is dan die juiste voeding? Want ook daar mogen we de klassieke westerse voedingsindustrie (en dieetleer in het zog daarvan) niet zomaar geloven …

Blijf van die tussendoortjes af!

Een eerste belangrijke stap die je kunt zetten, is voortaan alleen nog drie keer per dag te eten: ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Alle tussendoortjes en achterafjes laat je vallen. Geen stuk fruit, kop soep of zoete snack meer in de voormiddag, geen koekje bij de koffie, geen vieruurtje meer en zeker al niks meer na het avondeten.

Ook alle dranken behalve water, kruidenthee en in beperkte mate koffie reken ik ook onder die tussendoortjes. Ze brengen immers ook calorieën en in de meeste gevallen dus suiker(s) aan.

Hiermee geef ik je al een eerste kader voor een gezond voedingspatroon: beperk je tot ontbijt, middagmaal en avondmaal. Wil je het nog beter doen, sla dan één of twee keer per week het ontbijt over. Je bouwt dan als het ware een ‘mini vasten’ in. Daarmee geef je je lichaam de kans eens een langere periode te leven van de overvloedige reserves die we – zeker bij diabetes en pre-diabetes – meestal wel hebben.

En verder: groenten, groenten en nog eens groenten

Een tweede verandering die nodig is, willen we diabetes een halt toeroepen, is dat we van groenten ons basisvoedsel maken. Als de meeste van onze maaltijden minstens voor de helft uit groenten zouden bestaan, dan zou dat een ongelooflijk grote stap in de goede richting zijn. En dat zou het zeker zijn als meer groenten tegelijk ook betekent: minder brood, minder aardappelen, rijst of pasta.

Granen en aardappelen bevatten heel veel zetmeel, dat zich in onze darm ontbindt tot allemaal moleculetjes glucose, oftewel suiker. Die glucose doet de bloedsuikerspiegel zo’n half uurtje na de maaltijd enorm pieken, waardoor ook ineens heel wat insuline nodig is. Beperk deze voedingsmiddelen daarom tot maximaal één keer per dag. Eet dus ofwel brood ofwel aardappelen ofwel rijst ofwel … en niet én brood én aardappelen én vermicelli in de soep én dan nog eens brood!

Groenten daarentegen brengen ons enerzijds een waaier aan vitamines, mineralen en andere stofjes die onze gezondheid bevorderen. Anderzijds bevatten groenten ook veel vezels, en die vezels zorgen ervoor dat de aanwezige suikers, ook koolhydraten genoemd, minder makkelijk vrijkomen. Op die manier stijgt de bloedsuikerspiegel veel langzamer en is er dus minder insuline nodig. Ons lichaam krijgt als het ware de tijd om de aanwezige suikers te verbruiken in plaats van ze in onze cellen op te moeten slaan als ‘reserve-energie’ onder de vorm van vet. Want ja, de strijd tegen diabetes is in wezen gelijk aan de strijd tegen zwaarlijvigheid.

Het vraagt wat creativiteit om aan de meeste maaltijden groenten toe te voegen. Daarom een paar voorbeeldjes:

  • Zorg ervoor dat er regelmatig een stevige groentesoep op tafel komt. Je hebt dan ineens al verschillende soorten groenten binnen.
  • Zorg bij de hoofdmaaltijd voor twee of drie soorten groenten, waarvan liefst ééntje onder de vorm van rauwkost.
  • En wat denk je van een omelet met groenten? En nee, daar hoeven geen brood of aardappelen bij!
  • En echte creatievelingen proberen vervanggroenten te vinden voor pastagerechten. Superlekker is bijvoorbeeld de butternut-lasagne van Steffi Vertriest (De Gezonde Goesting).

En fruit?
Mag dat dan nog?
Jawel, fruit mag, maar bij diabetes wel met mate. Kies ook liever voor het niet al te zoete fruit, en dan nog best in combinatie met wat volle yoghurt en wat noten. De vetten uit deze voedingsmiddelen zorgen ervoor dat de suikers uit het fruit langzamer in de bloedbaan terecht komen. Én … eet het fruit niet als tussendoortje, maar als één van de maaltijden. Als ontbijt, bijvoorbeeld.

Suikers zijn de boosdoeners

Als wij de term diabetes horen – het woord ‘suikerziekte’ geeft dat eigenlijk vanzelf al aan – dan weten we dat de ziekte iets met suiker van doen heeft. En inderdaad, alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ doet de bloedsuikerspiegel stijgen. Als  er daar dan voortdurend te veel van binnenkomt, ontstaat diabetes type 2.

Alles wat onze bloedbaan binnenkomt als ‘suiker’ of ‘glucose’ …

Daar valt suiker onder, dat spreekt vanzelf. En suiker zit tegenwoordig in zowat alle kant en klare voeding. Geloof het of niet, maar er zit suiker in pastasauzen, in klaargemaakte groenten, in soepen uit brik of blik, in vinaigrettes, in charcuterie, in pickles, … Als je het niet zelf hebt bereid, mag je er vanop aan dat er suiker toegevoegd is. Wil je suiker vermijden, dan moet je weer zelf aan de slag in de keuken.

En dan, veel meer voeding dan alleen maar suiker wordt in ons lichaam afgebroken tot suiker. Zetmeel uit granen, bijvoorbeeld, worden eerst in de mond en daarna in de twaalfvingerige darm gesplitst tot er enkel glucose, suiker dus overblijft. Ook fruit en groenten bevatten van die suikers.

Nu hebben we een bepaalde hoeveelheid glucose nodig, echt waar, maar te veel is te veel! En vooral als er teveel glucose ineens in de bloedbaan terechtkomt, is het hek helemaal van de dam. Daarom zijn groenten en fruit absoluut gezonder voor diabetici dan suiker en graanproducten.

En kunstmatige zoetstoffen dan?

Ik moet je ontgoochelen. Néé, ze zijn absoluut niet goed voor diabetici. Trouwens, ze zijn ook niet goed voor mensen die willen vermageren. Hoe dat komt? Wel, er zijn daar minstens twee overduidelijke redenen voor:

  1. Als je tong zoet proeft, geeft dat aan je hersenen het signaal dat er suiker aankomt. ‘Hmm, lekker!’, zeggen je hersenen dan, en ze maken je lichaam al klaar om dat lekkere zoet te ontvangen. Je hersenen geven je pancreas het signaal om alvast al wat insuline vrij te maken. Maar dan komt dat voedsel, verteerd en wel, in je bloed terecht, en daar is geen suiker bij. ‘Hé, hé,’ zegt je lichaam dan, ‘waar is dat zoet dat je beloofd hebt?’ En lichaam gaat snakken naar waar die insuline in je bloed om vraagt. Gevolg: jij krijgt honger en je gaat binnen de kortste keren weer iets eten.
  2. Kunstmatige zoetstoffen zijn lichaamsvreemde stoffen. Voor je lichaam zijn dat dus dingen waar het niks mee kan doen. Integendeel zelfs, ze zijn toxisch voor je lichaam. Nu zijn er twee manieren waarop je lichaam toxische stoffen veilig opbergt. Ofwel wordt extra vocht opgehouden om de concentratie van die giftige stoffen laag genoeg te houden, ofwel wordt extra vet aangemaakt, want vet heeft in ons lichaam zo’n beetje dezelfde taak als een kernafvalcontainer voor kernafval. Superveilig … tot jij gaat vermageren!

Zoals je ziet … met kunstmatige zoetstoffen bedrieg jij alleen maar jezelf!

Is voeding dan het hele plaatje bij diabetes?

Nee, voeding is niet het hele plaatje. Ook in de natuurlijke gezondheidszorg kennen we kruiden en voedingssupplementen die kunnen helpen bij diabetes type 2. Daar heb ik het een andere keer beslist nog over. Echter, ook die producten staan pas op het tweede plan. Neem je alleen die en doe je niks aan je voeding, dan ben je gedoemd om ze je hele leven te nemen. Je geneest niet echt als je niet ook met je voeding aan de slag gaat.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Obesitas en diabetes, oorzaak van onze welvaartsziekten

Ik weet het, ik weet het …
Wat ik hierboven als titel neerpen, lijkt in jouw ogen wellicht overdreven.
Fel overdreven!

Het kan toch niet dat al onze welvaartsziekten – denk aan hart- en vaatziekten, kanker, depressiviteit, dementie in al zijn vormen, … – hun ontstaan kennen in simpelweg een beetje te zwaarlijvig zijn of in de ‘normale kwaal’ die ouderdomsdiabetes heet?

Wel, ik moet je wakker schudden. Het is wel degelijk zo dat obesitas en diabetes de grote boosdoeners zijn als het gaat over de gezondheid van westerse mensen van vandaag. Om je dat een beetje duidelijk te maken, moet ik je het verhaal vertellen van je pancreas en van wat insuline met je lichaam doet.

Niet van vet maar van suiker(s) word je dik

Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw worden wij bang gemaakt voor vet. “Van vet word je dik”, klinkt ons bekend in de oren. Wel, vandaag mag (of beter gezegd: moet) ik je vertellen dat wat ons toen is verteld niet juist is. Gezonde vetten zijn nodig om gezond te blijven, gezonde vetten maken ook niet dik, eerder integendeel.

Sinds de jaren ’50 zijn we de vetten systematisch gaan vervangen door ‘light’ producten. We zijn er niet gezonder door geworden: we kennen meer obesitas, meer diabetes, meer hart- en vaatziekten en kanker, meer depressie en dementie dan ooit voorheen. Vandaag moeten we toegeven dat toen een ongelooflijke blunder is begaan: verzadigd vet is nooit de boosdoener geweest, het waren altijd al suiker en witmeelproducten …

Over insuline en insulineresistentie

Het hele verhaal begint bij de pancreas. De pancreas produceert onder andere twee hormonen: insuline en glucagon. Beide zijn nodig om de suikerstofwisseling in ons lichaam gezond te houden.

Insuline is het hormoon dat ervoor zorgt dat er nooit te veel suiker in ons bloed aanwezig blijft. Te veel suiker in het bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der, en dat zorgt dan weer voor veel van onze welvaartsziekten. Glucagon is het hormoon dat de opgeslagen reserves van suiker weer kan omzetten in bruikbare energie. Beide zijn dus elkaars tegenhangers, en als alles goed gaat zou ons lichaam beide hormonen afwisselend moeten gebruiken en op die manier zouden wij langere tijd zonder voedsel moeten kunnen.

Wij echter eten zo vaak suiker en / of witmeelproducten, dat we quasi voortdurend insuline nodig hebben. Insuline is de sleutel die de cellen openmaakt om er glucose (suiker, dus) in binnen te laten. In de cellen wordt de suiker opgeslagen onder de vorm van vet: vet op de heupen, buikvet. Gevolg: obesitas!

En dan komt er een moment dat onze cellen zo vol zitten van vet, dat ze weigeren nog glucose binnen te laten. De cellen verminderen het aantal slotjes waar de sleutel insuline op past. We worden insuline-resistent. Het gevolg daarvan is eerst dat onze pancreas steeds meer insuline gaat produceren om toch maar de bloedsuikerspiegel naar beneden te krijgen. En dat gaat zo maar door … tot plots onze pancreas uitgeput raakt. We worden insuline-deficiënt, onze bloedsuikerspiegel stijgt, we krijgen diabetes type 2.

Van diabetes naar de andere welvaartsziekten

Inderdaad, van diabetes sukkel je zo verder naar één van die andere welvaartsziekten. Een teveel aan suiker in je bloed zorgt immers voor ontstekingen her en der. Hart- en vaatziekten ontstaan door ontstekingen van de slagaderwanden. Hierdoor ontstaan kleine scheurtjes die door cholesterol hersteld moeten worden. Kanker ontstaat in hoofdzaak doordat de cellen een overvloed suiker gaan fermenteren. Depressie en dementie ontstaan door een tekort aan gezonde vetten en door een teveel aan ontstekingen in de hersenen. En zo kun je maar doorgaan …

Het moge duidelijk zijn, bij de meeste van onze welvaartsziekten speelt onze hedendaagse ongezonde voeding een belangrijke rol. Waar we zo’n honderd jaar geleden amper 2 kg suiker per persoon per jaar verbruikten, ligt dat nu rond de 50 kg per persoon per jaar. Je kunt wellicht geen voedsel vinden dat zonder suiker is als het de voedingsindustrie is gepasseerd. Overal is ofwel suiker ofwel gemodificeerd zetmeel aan toegevoegd. Dat laatste wordt tijdens de vertering zo omgezet in … suiker!

Gezonde voeding is dé oplossing!

Voor zowel obesitas als diabetes, als ook voor alle andere welvaartsziekten, behoort een gezonde basisvoeding tot de oplossing van het probleem. Een paar tips:

  • Kies voor vers voedsel: verse groenten, vers fruit, eerlijk vlees (en dus niet verwerkt in God-weet-wat). Aardappelen eet je als een van de vele varianten van groenten, en dus niet dagelijks.
  • Maak van groeten en fruit je basisvoedsel. Eet daar een beetje kwaliteitsvlees of -vis bij. Ook een eitje is een gezonde bron van eiwitten. Daarnaast kun je ook kiezen voor noten, pitten en zaden en voor peulvruchten.
  • Af en toe wat brood of andere graanproducten kan, maar kies dan voor de volkoren varianten. Eet maximaal één brood- of granenmaaltijd per dag.
  • Wees niet bang van gezonde, ongeraffineerde vetten. Gebruik ze echter wel op de juiste manier: verzadigde vetten zoals boter of kokosvet om te bakken en te braden. Ook olijfolie mag matig verwarmd worden. Andere oliën gebruik je enkel koud, want door het verwarmen maak je er ongezonde vetten van.

Wie deze veranderingen in zijn voedingspatroon consequent doorvoert, maakt meer kans om gespaard te blijven van obesitas en diabetes, en dus ook van zoveel andere welvaartsziekten.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

%d bloggers liken dit: