Blog

Suiker, de zoete boosdoener (deel 2)

Herinner je je nog dat ik je vorige keer – in het eerste deel over suiker als boosdoener – vertelde dat we tegenwoordig zo’n 60 kg suiker eten per persoon per jaar? Niet te geloven, hé, dat ieder van onze zo’n 60 pakken van 1 kg suiker per jaar naar binnen werkt? Wel, deze keer vertel ik je meer over hoe we dat wel degelijk doen …

Zichtbare suikerconsumptie

Wij, mensen, zijn van nature zoetekauwen. Echt waar, dat hebben we mee sinds we in oeroude tijden ons bestaan vonden. We zijn er, van in onze genen, op gericht om zoet en vet en zout tot ons te nemen, zoveel als we kunnen, om te overleven.

In de natuurlijke omgeving waar we als oermens in leefden was dat een belangrijke tool om als soort te kunnen blijven bestaan. We aten fruit, zoveel als we konden, als het er het seizoen voor was. We snoepten honing als we die konden vinden. Ook knolgewassen gaven wel eens een extra energieke boost. Daarnaast probeerden we vette vis te vangen, aten we vlees mét het randje vet, roofden we eieren uit de nesten van de vogels, enz.

Je hoort het me vertellen: Als dat voorhanden was … én na de nodige moeite om het te verkrijgen. Want zeg nu zelf: die oermens moest heel wat meer moeite doen dan wij, die wekelijks onze boodschappen doen, en daarna niet verder dan naar de voorraadkast, de frigo of de diepvries moeten lopen. Geen dagenlange jacht, geen verzamelen van plantaardig voedsel, geen moeite om een vuurtje aan te krijgen én aan te houden. Hoe eenvoudig kan het leven zijn …

En de combinatie van zoet, vet en zout ligt gewoon voor het grijpen: zoete en zoute koekjes, allerlei lekkers van bij de bakker, confituur en choco en speculoospasta voor bij de boterham, frisdranken en fruitsappen. Het kan gewoon niet op! Je moet al heel taai zijn om, tegen je genen in, niet naar al deze verleiders te grijpen als je gaat winkelen.

… en onzichtbare suikerconsumptie

Het staat er met onze suikerconsumptie echter nog slechter voor, nog veel slechter dan alleen maar het bewust eten van zoete dingen. De voedingsindustrie heeft weet van onze menselijke hang naar zoet. En dus gaat ze aan zowat elke vorm van ‘fabrieksvoedsel’ suiker toevoegen.

Aan soep uit blik of brik wordt net die hoeveelheid suiker toegevoegd die mensen dat tikkeltje meer doet eten. Mayonaises en dressings zijn ‘vetarm’ gemaakt, maar om smaak toe te voegen, wordt suiker ingezet. Zowat alle charcuterie bevat toegevoegde suikers. Brood zonder suiker vind je amper nog in de rekken. Kant en klare groenten hebben hun portie suiker in de bereiding meegekregen.

Suiker, suiker, suiker!

En toch blijkt dat niet zomaar uit de etiketten van wat we kopen. Vaak staat suiker niet eens op het etiket, of toch minstens niet op een belangrijke plaats. Dat komt omdat er wel 50 verschillende namen voor suiker bestaan. Wist jij dat dextrose, glucose, fructose, sucrose, sacharose, maltose, HFCS, agavesiroop en ahornsiroop, druivensuiker, maltodextrine, vruchtensapconcentraat, rijststroop, speltstroop en tarwestroop een paar van de namen zijn die je op etiketten kunt vinden en die allemaal gewoon ‘suiker’ betekenen? Bij sommige voedingsproducten staan wel 3 of 4 verschillende namen voor suiker op het etiket. Wedden dat, als je die hoeveelheden bij elkaar zou optellen, suiker een veel groter percentage van je voedsel zou uitmaken?

Suiker ondermijnt de gezondheid!

Al die toegevoegde suikers – vaak in combinatie met ongezonde vetten en een teveel aan zout – doen onze gezondheid absoluut geen goed. De kwalen obesitas en diabetes swingen de pan uit. Het aantal hart- en vaatziekten vermindert niet ook al is zowat ieder van ons van een bepaalde leeftijd af aan de cholesterolverlagers. Kanker en dementie, beide op een specifieke manier aan suiker gerelateerd, nemen alsmaar toe.

Willen we dus van onze welvaartskwalen af, dan is de terugkeer naar ‘natuurlijk voedsel’ een belangrijke tool. Eet weer vers fruit en verse groenten. Grijp naar écht vlees en échte vis, en niet naar dingen die daar amper nog op lijken. Kies voor volkoren brood met een zekere stevigheid (met nog veel vezels in, en dus niet alleen maar donker gekleurd met o.a. koffie).Sta weer in de keuken, bereid meer en meer zelf je eten en grijp niet te vlug naar kant-en-klaar. Kortom: Eet zoals de natuur het heeft bedoeld. Dat komt je gezondheid absoluut ten goede!

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Suiker, de zoete boosdoener (deel 1)

In de loop van mijn opleiding tot Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg hoorde ik al over dr. Lustig en zijn ideeën over hoe ongezond suiker wel is. Laatst liep ik die dr. Lustig tegen het lijf … op youtube. En ik heb veel van hem geleerd, moet ik bekennen. Sta me toe dat ik daar iets van met je deel …

Glucose en fructose

Suiker, het zoete goed dat we allemaal lekker vinden, is helaas niet zo onschuldig als het eruit ziet. Chemisch gezien bestaat suiker uit één molecule glucose en één molecule fructose. Glucose is het deel van de suiker dat je bloedsuikerspiegel de hoogte in jaagt. Een deel van die glucose gaat rechtstreeks de spieren in als bron van energie. Glucose eten en dan energie verbruiken, is een goede zaak. Zo zou het eigenlijk altijd moeten gaan. Glucose die niet direct gebruikt wordt, wordt in het lichaam opgeslagen als glycogeen oftewel reserve-energie, om als eerste te verbruiken als er niet direct glucose voorhanden is.

Fructose, ook wel ‘fruitsuiker’ genoemd, daarentegen doet helemaal niks met de bloedsuikerspiegel en vraagt dus ook geen insuline als het de bloedbaan in komt. Daarom ook wordt fructose makkelijk gebruikt om koekjes e.d. mee te zoeten voor mensen met diabetes. Fructose is echter veel minder onschuldig dan het lijkt. Als deze suiker in de bloedbaan terecht komt, gaat ze integraal naar de lever. Daar wordt ze gemetaboliseerd op een gelijkaardige manier als … alcohol. Jawel, net zoals alcohol toxisch is voor de lever, is fructose dat ook. Steeds meer horen we in de medische wereld over ‘non alcoholic fatty liver disease’, vrij vertaald: ‘niet door alcohol ontstane vervette lever’.

Dik, dikker, dikst

Fructose wordt in het lichaam in eerste instantie helemaal omgezet in vet. Vet in de lever en visceraal vet, ’t is te zeggen, vet rondom de organen. Net zoals we bij mannen de bierbuik kennen, kennen we nu al bij heel wat kinderen de frisdrankbuik. Erger nog, het begint tegenwoordig al bij baby’s, want mama’s die te veel fructose gebruiken (uit o.a. frisdranken) geven dat voor een deel al door aan hun ongeboren kind.

Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw zijn we met z’n allen steeds minder vet gaan eten. De bedoeling was om daarmee het aantal hart- en vaatziekten te doen dalen. Wel, we eten minder vet … maar we blijven sterven aan hart- en vaatziekten, dat is nog steeds doodsoorzaak nummer één in westerse landen.

We zijn echter véél meer suiker gaan eten. Voor 1900 gebruikten we gemiddeld ca. 2 kg suiker per jaar. Je begrijpt dat suiker toen enkel gebruikt werd voor die uitzonderlijke zoete lekkernij. Op vandaag gebruiken wij gemiddeld zo’n 60 kg suiker per persoon per jaar. En de helft daarvan is fructose, en dus na vertering en metabolisering uiteindelijk gewoon … vet! Als je het zo bekijkt, is ons huidige dieet helemaal niet vetarm, maar juist vetrijk te noemen. Daar halen wij dus onze obesitas en onze hart- en vaatziekten vandaan.

Eén van de grootste boosdoeners hierbij zijn de ‘gedronken suikers’ van frisdranken en fruitsappen. Die vullen immers je maag niet, en dus geven ze geen signaal dat je al voedsel binnenkreeg. Je kunt na een halve liter cola gewoon evenveel eten dan zonder die halve liter cola. (En hier nu toch even tussen haakjes dat light en zero soorten beslist niet gezonder zijn. Je kunt je lever vergiftigen met fructose, je kunt dat evenzeer met aspartaam en aanverwanten). Je drinkt als het ware gewoon vet. Wie elke dag één frisdrank of fruitsap drinkt, wint er elk jaar een paar kilo’s bij.

En de fructose uit fruit dan?

Inderdaad, fructose is de natuurlijke suiker uit fruit. Dr. Lustig vertelt hierover het volgende: ‘Als God de mensen een gif te eten geeft, geeft Hij er vanzelf het tegengif bij.’ De fructose in fruit, als hele vrucht, wel te verstaan, zit verpakt in massaal veel vezels. Die vezels zorgen er enerzijds voor dat we er veel minder van kunnen eten dan zonder die vezels. Je kunt wellicht hooguit twee appels na elkaar eten, maar je kunt er makkelijk tien drinken, in de vorm van appelsap. Anderzijds zorgen die vezels er ook voor dat er veel minder van de fructose opgenomen wordt. In de darm moet die fructose immers uit de vezels losgeweekt worden. Dat gebeurt niet helemaal efficiënt (en zeker al niet als wij niet grondig kauwen). De vezels met daarin nog heel wat fructose gaan door naar de dikke darm … waar ze als voedsel dienen voor … onze darmbacteriën. Iets wat voor ons ongezond zou kunnen zijn, houdt onze darmbacteriën (en dus ook onszelf) wel degelijk wél gezond.

De beste tip die ik in verband met fruit zou kunnen geven, luidt als volgt: ‘Eet het fruit, drink niet het sap ervan!’ Fruit eten houdt je gezond, fruit drinken helpt je in het graf.

Mocht je na het lezen van dit artikel meer willen weten, dan raad ik je aan de lezing van dr. Lustig zelf eens te bekijken op youtube: Sugar: The Bitter Truth.

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Een nieuwe kijk op gezondheid

Vandaag neem ik je mee op een trip doorheen een veranderend landschap van ziekte en gezondheid. De tijden veranderen, de ziektes veranderen, … en dus moeten ook de remedies mee veranderen, willen we gezondheid behouden of creëren.

Welvaart creëert nieuwe ziektes

Sinds het einde van de tweede wereldoorlog is de welvaart in de westerse landen fors de hoogte ingeschoten. En het dagelijks leven is in diezelfde mate veranderd. Wij kennen geen honger meer, we hebben comfortabele huizen, er bestaat een goed uitgebouwde ziektezorg … en ziektes die vroeger dodelijk waren, zijn ofwel uitgeroeid, ofwel heel sterk onder controle.

De beschikbaarheid van voldoende voedsel én een verbeterde hygiëne hebben gezorgd voor het stilletjes aan verdwijnen van heel wat infectieziektes. Moeders sterven minder in het kraambed omdat dokters hun handen wassen, goede voeding zorgt voor minder kindersterfte, en dus leven we globaal gezien langer.

De laatste 50 jaar zien we echter nieuwe ziektes ontstaan, ziektes die ik ‘leefstijlziektes’ zou willen noemen: obesitas (en dat zelfs al bij peuters!), diabetes type 2, hart- en vaatziekten, kanker, dementie in al zijn vormen, enz. Medicijnen lossen bij deze ziektes de problemen niet op. Ze onderdrukken alleen levenslang de symptomen … tot het lichaam echt niet meer kan, en het dan maar opgeeft, vaak na een lange lijdensweg.

Deze nieuwe ziektes dagen ons uit om een nieuwe kijk op gezondheid te ontwikkelen. Het wordt des te belangrijker om ons te gaan focussen op de oorzaken van deze ziektes. Als we kunnen achterhalen hoe deze ziektes ontstaan, dan kunnen we er pas écht iets aan gaan doen. En meer en meer artsen kijken inderdaad die kant uit. Allemaal komen ze op het spoor van de ‘leefstijlgeneeskunde’. Dan het gaat in wezen om ’tevelen’ en ’tekorten’: een te veel aan toxische stoffen en een tekort aan voedende stoffen, een te veel aan stress en een tekort aan echte ontspanning, een te veel aan zitten en een tekort aan beweging, …

Een nieuwe kijk op gezondheid … zal dus op je leefstijl moeten gaan focussen: Hoe kun je je lichaam (en dat van je naasten) geven wat het écht nodig heeft? En hoe kun je ‘detoxen’ van al die overload van ons moderne leven?

Niet alleen het lichaam, maar ook de geest

Tegelijk gaan we een stap verder, want in klassieke geneeskunde wordt nog altijd vooral het lichaam benaderd als ‘ziek en moet weer gezond worden’. Dat er ook een psyche bestaat, ja, dat hebben we al door … maar daarvoor moet je wel bij een heel bijzonder soort dokter langs: de psychiater! Dat lichaam en geest één zijn, dat heeft onze huidige klassieke medische wereld nog niet door.

Dat die ’tekorten’ of ’tevelen’ ook kunnen zorgen voor depressie en angststoornissen, voor ADHD of autisme, voor diep ongelukkig zijn en zelfs voor zelfmoordneigingen, … dat is nog geen gemeengoed.

Daarom moeten we ons bij de ‘nieuwe kijk op gezondheid’ niet alleen op het lichaam focussen, maar ook op de emoties, de gedachten en zelfs op het meest wezenlijke, nl. de zin van het leven.

Jij wil zelf deze weg op gaan?

Wil je er graag meer over weten en je eigen gezondheid op deze ‘nieuwe’ manier verbeteren, neem dan contact met me op (hilde@gezondheid-wijzer.com of 0492/647436). 

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Zingen helpt écht tegen stress!

Diep van binnen wist ik het al. Eigenlijk had ik het al zovele keren zelf ervaren en het ook bij anderen zien gebeuren. En nu las ik het laatst in een artikel: ‘Zingen helpt écht tegen stress!’

Het begint al met je hartslag en met je ademhaling. Je ademhaling wordt bij het zingen dieper en meer gecontroleerd, en ook je hartslag past zich aan. Er komt een zekere rust over je, en die is voelbaar tot in je meest vitale functies. Als je zingt, lijken je ademhaling en je hartslag op die van iemand die aan yoga doet.

Maar er is meer. Terwijl je zingt, vallen je gedachten stil. Meer dan eens mocht ik dat horen van de mensen die bij mij komen zingen. ‘Hé, wat ontspannend,’ zeiden ze dan, ‘ik heb weer een heel uur lang aan niets anders gedacht!’ Dit ‘focussen op één ding tegelijk’ jaagt stress gewoon de deur uit. Als we dat konden bij alles wat we deden, dan bestond stress gewoon niet meer.

En het gaat nog verder. Zingen beïnvloedt onze immuniteit. Ons zelfgenezend vermogen krijgt een boost. Zingen maakt je dus niet alleen weerbaarder tegen stress, maar tegen ziekte in het algemeen. We maken meer hormonen aan die ons beschermen tegen stress, ons verdedigingssysteem tegen ziektekiemen staat sterker en het zingen zelf ontspant ons, waardoor alles ook nog eens beter werkt. Winst op alle vlakken, dus …

Alleen … veel mensen durven niet zo goed zingen. Ooit, wellicht, hebben ze gehoord dat ze beter hun mond zouden houden, want …

En dan klinkt het alsof zingen alleen mag en kan door hoog getalenteerden, zij die in TV-programma’s als The Voice hoge toppen scoren. Wel, niets is minder waar. Zingen onder de douche mag. Meezingen met de radio mag ook, zelfs als jouw stem iets minder zuiver klinkt dat die van je grote voorbeeld. Zingen in je eentje, zingen in een band of in een koor, zingen voor jezelf, zingen voor publiek, … het mag allemaal!

En weet je, met zingen neem je ruimte in. Je laat jezelf zien, je laat jezelf horen. Je gaat als vanzelf meer in je eigen kracht staan, je gaat steviger in het leven staan. Als je samen met anderen zingt, ontstaat samenhorigheid. Je staat niet langer alleen, je hoort erbij. En ook dit alles gaat stress tegen en bevordert je gezondheid.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Je body heeft altijd het beste met je voor!

Straffe uitspraak, is het niet?!?
Je body heeft altijd het beste met je voor, … ook als je verkouden bent of griep hebt. En ook als je van de pijn haast niet meer bewegen kunt. En zelfs als je diabetes hebt of kanker of hartproblemen of …

En toch is het waar. Op elk moment in je leven maakt je lichaam er in de gegeven omstandigheden het beste van. Maar om je dat te laten snappen, moet ik eerst even wat omwegen met je maken.

Wat een symptoom je vertellen wil

Wij zien een symptoom bijna als vanzelf als een lastig kwaad waar we het liefst zo vlug mogelijk van af willen. Hebben we pijn, dan nemen we een pijnstiller. Hebben we koorts, dan slikken we een koortswerend middel. Hebben we last van een ontsteking hier of daar, dan grijpen we al vlug naar een ontstekingsremmer. En ga zo maar door, elk medicijn probeert een klacht zo vlug mogelijk weg te werken, zodat wij verder kunnen …

… zodat wij verder kunnen op dezelfde manier als we altijd al deden. En juist daar zit het wellicht fout. Een paar kleine voorbeelden:

  • Ik krijg hoofdpijn. In plaats van een pijnstiller te slikken, vraag ik me eerst even af waar die hoofdpijn vandaan kwam. Stootte ik mijn hoofd en geeft dat nu pijn? Heb ik te veel stress, en dus last van spanningshoofdpijn? At ik iets wat niet goed verteerde, en geeft die maaglast nu ook nog hoofdpijn? Of ben ik gewoon moe, en moet ik eigenlijk gaan slapen? In het slechtste geval is er echt iets mis met mijn hoofd en consulteer ik beter zo vlug mogelijk een arts.
  • Ik heb de laatste tijd toch zoveel last om in beweging te komen. Ik voel me stram en stijf en ik heb vaak pijn in mijn gewrichten. In plaats van ineens ontstekingsremmers te nemen, doe ik eenzelfde zoektocht. Eet ik voldoende gezond? Krijg ik voldoende rust? Heeft de stramheid te maken met een gebrek aan lichaamsbeweging? Of beweeg ik juist heel vaak te veel en is er sprake van overbelasting? Ik ga nog een stapje verder in mijn bedenkingen: Loop ik me niet te pletter om onrealistische dromen na te jagen? Of ben ik eerder te vaak en te veel in de weer om het anderen naar hun zin te maken?
  • Een laatste voorbeeld: ik kwam laatst van de dokter en kreeg het verdict ‘ouderdomsdiabetes’. En ook hier wil ik graag wat dieper kijken en snappen wat er aan de hand is. At ik de laatste tijd minder gezond, meer suiker en meer koolhydraten? Had ik teveel stress, waardoor mijn lichaam te vaak en te veel in een staat van paraatheid verkeert en dus ‘suiker’ in het bloed houdt zodat ik kan vechten of vluchten, mocht dat nodig zijn? Of was ik misschien niet lief genoeg, niet zoet genoeg voor mezelf, en laat mijn lichaam mij dit op deze manier zien?

Op die manier kun je je bij elk symptoom gaan afvragen waar het vandaan komt en wat voor jou de betekenis is van die klacht. Immers, wat er ook met je gebeurt, alles heeft jou iets te vertellen. Het is je zelfgenezend vermogen dat van zich laat horen. Omwille van je gezondheid op langere termijn zou ik je willen uitnodigen om aan dat zelfgenezend vermogen ‘gehoorzaam’ te worden. Let wel, hiermee bedoel ik niet de ‘platte gehoorzaamheid’ van ‘jij doet wat ik zeg omdat ik het zeg’. Nee, ik zou je willen uitnodigen tot echte gehoorzaamheid: horen naar wat je lichaam jou wil vertellen en daar dan ook naar handelen.

Over symptomen onderdrukken

En nu een tweede omweg: Laten we het even hebben over wat er gebeurt als je een symptoom gaat onderdrukken. Eerst geef ik je een paar simpele voorbeelden die wat duidelijk kunnen maken.

  • Ik heb diarree, en niet zo’n klein beetje. Nee, op deze manier kan ik niet uit werken gaan … en dus neem ik een middeltje tegen de diarree. Wat ik echter niet besef, is dat mijn darmen geprikkeld werden door een bacterie of een giftige stof die mijn lichaam het liefste zo vlug mogelijk kwijt wilde raken. Vandaar ook die diarree: floep, eruit, weg ermee! Met mijn stopmiddel zeg ik aan mijn lichaam: nee, nee, niet weg ermee, blijf jij maar lekker zitten!!! En mijn lichaam, die het beste met mij voorhad, krijgt het harder te verduren. De bacterie of de gifstof moet met nu grover geschut te lijf gegaan worden.
  • Ik heb koorts, zou terug het bed in moeten, maar ik wil niet. Ik wil toch nog van alles doen. En ik neem een koortswerend middel. En dus stop ik de natuurlijke reactie van mijn lichaam om ziektekiemen te lijf te gaan. Want ziektekiemen kunnen geen warmte verdragen en gaan al kapot bij een ‘lichte’ koorts, zo tussen de 38° en 39,5°. Als ik de koorts had laten doen, dan was ik eventjes ‘ziek’ geweest, maar voelde ik me daarna weer kiplekker. Nu blijft dat landerige gevoel maar hangen. Ik geraak er precies niet meer helemaal bovenop.

Dat zijn de simpele voorbeelden. En zo zou ik er nog wel een paar kunnen toelichten: verkoudheid, een zweer of een plaatselijke ontsteking, alle kinderziektes, …

Hetzelfde geldt echter ook bij zwaardere ziektes, of bij ziektes die zo lang blijven aanslepen dat je ze chronisch kunt noemen. Vaak zijn zij het gevolg van het altijd maar onderdrukken van die ‘kleinere symptomen’. Als ik in het kleine niet leer te gehoorzamen aan wat mijn lichaam van mij vraagt, gaat het van kwaad naar erger, … tot mijn lichaam niet anders meer kan dan mij chronische vermoeidheid of een hart- en vaatziekte of een hersen- en zenuwziekte of een kanker als symptoom te geven. En ja, ook dan is dat het allerbeste wat mijn lichaam nog voor mij kan doen. En nog steeds hoopt mijn lichaam dan dat ik ga luisteren naar wat het mij te vertellen heeft, nog steeds hoopt mijn lichaam dat ik ‘gehoorzaam’ word.

Als ik echter alle symptomen, alle klachten die mijn lichaam geeft alleen maar blijf onderdrukken – en het maakt geen verschil of dat gebeurt met medicijnen of met natuurlijke middelen – dan kan mijn lichaam niet anders dan alleen maar zieker worden … tot uiteindelijk de dood daarop volgt.

Leer je lichaam te ondersteunen

Hoe je dan beter met ‘ziek zijn’ omgaat, ontdek je vanzelf als je gaat luisteren naar wat je lichaam je te vertellen heeft. Ga ervan uit dat elk symptoom een signaal is van je zelfgenezend vermogen. Met elke klacht wil je lichaam je op het spoor brengen van wat werkelijk goed voor je is. Soms is dat wat meer rust, soms ook wat meer beweging, en dan liefst in gezonde buitenlucht. Soms is dat wat minder eten, soms wat meer, en vaak wellicht ‘anders leren eten’. En soms vraagt je lichaam van jou dat je anders in het leven gaat staan: loslaten van dingen die te veel spanning geven, een job of een relatie laten vallen omdat ze je ziek maken, een manier van omgaan met jezelf of met anderen veranderen, zodat de energie weer kan gaan stromen.

In wezen is het makkelijk. Ik zei het al: leer luisteren naar wat je lichaam je te vertellen heeft, en wees dan gehoorzaam. Echter, in kleine en vaak acute ziektes is dat behoorlijk eenvoudig. In chronische, gecompliceerde ziektes is het vaak moeilijker te achterhalen wat je lichaam je nu weer wil vertellen. Je moet dan als het ware verschillende laagjes afpellen en stapje voor stapje in de goede richting proberen te evolueren. En daarbij kan het nodig zijn iemand met je mee te laten kijken. Een Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg, bijvoorbeeld …

 


Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Bio, natuurlijk, … dat is logisch!

Vandaag wil ik je een en ander vertellen de biologisch keuken. Want, jawel, ikzelf probeer zoveel als mogelijk te koken met biologisch gekweekt voedsel. Dat vind ik belangrijk, zowel omwille van de gezondheid als omwille van de smaak.

Maar misschien eerst nog even dit: de naam ‘biologisch’ is helemaal nog niet zo oud, eigenlijk ontstond ze pas na de tweede wereldoorlog. Voor die tijd was alle voedsel gewoon biologisch. Van pesticiden en kunstmest en groeihormonen was voor die tijd in de landbouw gewoon geen sprake. De term ‘biologisch’ is pas ontstaan toen de reguliere landbouw zijn natuurlijke karakter begon te verliezen. ’t Is een beetje gek, vind ik, dat iets wat altijd al als ‘natuurlijk’ werd gezien, ineens de uitzondering werd, maar zo is het in onze geïndustrialiseerde wereld nu eenmaal gegaan.

Ik echter kies voor de natuur, en dus voor zo natuurlijk mogelijk gekweekt en bereid voedsel. Vandaar mijn pleidooi voor biologisch voedsel, voor mij is dat zo logisch als wat!

Nee, dank je, geen gifstoffen op mijn bord …

Het minste wat je van biologisch voedsel kunt zeggen, is dat je veel minder gifstoffen binnenkrijgt. In de biologische landbouw worden immers geen herbiciden (tegen onkruid), fungiciden (tegen schimmels), insecticiden (tegen insecten), acariciden (tegen teken en mijten), slakken dodende middelen, rodenticiden (tegen kleine dieren als muizen, ratten en mollen), kiemdodende stoffen, groeiregelaars en rijpingsvertragers of – versnellers gebruikt. Wat je aan dergelijke stoffen niet binnenkrijgt, moet je lichaam ook niet afbreken en verwijderen. Het kan je niet ziek maken.

Ik moet toegeven, onze biologische producten zijn niet helemaal vrij van deze schadelijke stoffen. Wat immers op een naburig landbouwbedrijf gebruikt wordt, komt via vervuild grondwater of regenwater en via verstuiving en dus door de wind voor een deeltje toch op biologische gewassen terecht. Maar de concentratie van deze stoffen is vele malen minder en dus minder toxisch voor ons lichaam.

En dan is er het verhaal van de medicijnen in de dierlijke landbouw

Regulier gekweekt vee krijgt groeihormonen toegediend. We willen immers mals vlees op ons bord, en dat is dé manier om dat bij de dieren te bekomen. Verder leven vaak te veel dieren op te weinig oppervlakte, waardoor de kans op het uitbreken van ziektes vele malen groter wordt. Daarom wordt preventief antibiotica toegediend.

Aangezien het standaard toedienen van antibiotica en hormonen in de biologische veeteelt verboden is, krijgen wij deze stoffen dus ook niet zomaar binnen. De antibiotica in ons vlees kunnen mee voor een gezondheidsramp zorgen, want meer en meer bacteriën worden resistent tegen de al te vaak toegediende antibiotica. Dit geldt ook voor de antibiotica die we via ons vlees binnenkrijgen. Het is niet ondenkbaar dat we ondertussen gewoon resistente bacteriën eten. Hormonen zijn dan weer gevaarlijk voor ons omdat ze mee oorzaak zijn van de explosie aan kankers in onze tijden.

Biologisch bevat meer fytonutriënten … die de gezondheid bevorderen

Er is niet alleen wat we aan toxische stoffen niet binnenkrijgen, er is ook wat we aan gezondheid bevorderende stoffen wel binnenkrijgen. Biologische gewassen bevatten, door de tragere groei– en rijpingstijd vaak iets meer vitamines en mineralen dan de regulier gekweekte gewassen. En dat is alvast mooi meegenomen.

Het grote verschil ligt echter op het vlak van de fytonutriënten, de kruidige en vaak geneeskrachtige stoffen in planten. Die ontwikkelen biologische planten om zichzelf te beschermen tegen insecten, schimmels, bacteriën en virussen. En het is juist deze immuniteit van de plant die ook ons beschermt tegen ziektes, ja, zelfs tegen kanker. Biologisch vlees bevat dan weer veel meer ontstekingsremmende omega 3 vetzuren. Runderen halen deze omega 3 uit het gras dat ze eten. Dieren die met maïs en soja gevoederd worden, bieden dus ook op dat vlak verarmd vlees.

Als dit alles de keuze voor biologische voedsel niet rechtvaardigt, ja, dan weet ik het ook niet meer. ‘Stem met je centen, kies voor bio!’, zou ik je alvast durven aanraden. Zelf doe ik het ook!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Ziek, zieker, ziekst!

Ik stel je een vraag: ‘Wie is het meest ziek? Hij of zij die aan diabetes lijdt en trouw zijn medicijnen neemt, of veeleer hij of zij die ziek als een hond met de griep in bed ligt? Of nog, iemand die depressief is of iemand die aan astma lijdt? Of als je moest kiezen tussen hij of zij die aan een hartkwaal lijdt en hij of zij die opgesloten zit in het verdriet om het verlies van een kind?’

Misschien denk jij nu wel: ‘Wat een knettergekke vragen! Je kunt de ene ziekte toch niet zomaar tegen de andere afwegen. Trouwens, is dat niet eerder subjectief. Je bent zo ziek als jij je voelt!’

Wel, nee, dat is niet helemaal waar. De ene ziekte weegt wel degelijk zwaarder dan de andere. En het is niet altijd de ziekte die het meest ziek aanvoelt, die ook de ergste is. En juist daar wil ik met deze blog een beetje meer klaarheid in brengen.

Gezond is de mens die …

Ooit al eens bij die vraag stilgestaan?
Wie is gezond?
Of beter nog: Wat is het doel van gezondheid?

Je zou kunnen zeggen: ‘Gezond is de mens die vrij van pijn en zonder klachten is.’

Je zou echter nog een hele stap verder kunnen gaan, en zeggen: ‘Gezond is de mens die zonder pijn en zonder klachten is, en daarvoor geen medicijnen hoeft te nemen.’ Of nog: ‘Gezond is de mens die zijn dromen waar kan maken, en dat zonder daar belemmeringen door eigen beperkingen bij te ondervinden.’ Of weer een beetje anders: ‘Gezond is de mens die met al zijn capaciteiten kan bijdragen tot het geluk van zichzelf, van de mensen rondom en van de hele wereld.’

Dat laatste klinkt toch wel een beetje anders dan alleen maar vrij zijn van pijn en ongemakken, is het niet?

Acuut versus chronisch

Een acute ziekte kan je vellen, onverwacht en totaal. Denk maar aan een griep die op je valt en je à la minute het bed doet houden. Koorts en rillingen, zo slap als een vod, geen honger en geen zin om ook maar iets te doen.

Als iets ziek aanvoelt, dan is dát het wel. En toch is je lichaam op dat moment maar één stap verwijderd van gezondheid. Een acute ziekte is immers een ‘opruimactie’ van je lichaam. Misschien ging je een beetje te ver door en maakte vermoeidheid dat je minder weerbaar was tegen de ziekte. Misschien at je wat minder gezond, waardoor je lichaam een beetje te veel vervuild raakte. Of misschien was je gewoon eventjes iets minder vitaal, waardoor de ziekte je in zijn greep kon krijgen.

Het gevolg is dan een acute ziekte. Dan kan griep zijn, maar ook een verkoudheid, eventjes een felle diarree, al dan niet gepaard met misselijkheid en braken, of een eenmalige ontsteking van een gewricht die pijn geeft en je belemmert in je bewegingen.

Het beste wat je met zo’n ziekte kan doen is: rusten, vasten, je lichaam de tijd en de ruimte geven de ziekte zelf te bekampen. Laat je dat gebeuren, dan voel je je achteraf beter dan voordien: fitter, energieker, bevrijd van iets wat niet goed voelde.

Bij kinderen zie je dat het meest duidelijk: na elke kinderziekte – en wat is zo’n kinderziekte anders dan een acute ‘opruimactie’ – maken ze een groeispurt door. Plots kunnen ze iets wat ze voordien nog niet konden. Er is na de kinderziekte immers energie op overschot, energie die gebruikt kan worden om een verdere ontwikkeling aan te gaan.

Een chronische ziekte is heel anders van aard. Denk maar aan diabetes of aan een te hoge bloeddruk, al dan niet gepaard gaand met het dichtslibben van je slagaders, aan hoofdpijn die heel regelmatig terugkeert of aan een chronische ontsteking van één of meerdere gewrichten.

Een chronische ziekte is een ziekte die lang blijft duren of zelfs niet meer overgaat. Vaak krijg je dan voor de rest van je leven medicijnen te slikken, waardoor het wel weer lijkt te lukken. Je lijkt minder ziek dan bij een acute ziekte, maar in wezen ben je zwaarder ziek. De ziekte tekent immers je hele verdere leven.

Een rangorde vertelt je over de ernst van je ziekte

Jij bestaat uit één geheel, maar dat éne geheel kan wel in verschillende lagen opgesplitst worden. Jij bestaat voor een deel uit je fysieke lichaam, maar ook uit je emoties en je gedachten. En door dat alles heen spreekt wie jij in wezen bent.

Je zou jezelf dus kunnen opdelen in fysieke, emotionele, mentale en spirituele aspecten van jezelf. En in al die aspecten kun je gezond zijn of in mindere of meerdere mate ziek.

Wie spiritueel ziek is – geen zin meer in het leven ziet, geen liefde meer kan geven, noch ontvangen, niet meer gelooft in zijn waarde als mens – is het meest fundamenteel ziek. Wie alleen fysiek ziek is, heeft dan misschien wel last van zijn ziekte, maar kan nog zoveel betekenen, voor zichzelf, voor anderen en voor de wereld. Denk maar aan Beethoven die, doof geworden, nog zijn mooiste symfonieën schreef. Of aan Stephen Hawking die, gekluisterd aan zijn rolstoel en met behulp van spraaktechnologie, studenten rondom zich verzamelde en hen de wonderen van de kosmos openbaarde.

Je zou dus kunnen zeggen: Wie alleen fysiek ziek is, is het minste ziek. Wie emotioneel ziek is – van ontevredenheid over angst en verdriet naar depressie, al dan niet met zelfmoordneigingen – is meer ziek. Wie mentaal ziek is – van vergeetachtigheid over waanvoorstellingen en achtervolgingswaan tot volledige mentale verwarring (vb. dementie) -, gaat nog een stapje verder. En wie spiritueel ziek is, is het meeste ziek.

Binnen elk van die aspecten kunnen we weer een rangorde opstellen. Nemen we het fysieke aspect, dan is het duidelijk dat een ziekte aan de hersenen of het hart veel ernstiger is dan een ziekte aan een van beide longen of aan een van beide nieren. En dat is op zijn beurt weer ernstiger dan een kwaal aan één bot of één spier. Het minst ziek ben je als alleen je huid last heeft.

Ja, dat kan allemaal wel, maar wat is nu het nut van dit inzicht?

Dat is inderdaad de volgende en meest belangrijke vraag!
En om op die vraag een antwoord te geven, geef ik je een paar tips:

  • Ben je acuut ziek, prijs je dan gelukkig. Je bent op een haar na gezond! Het beste wat je nu kunt doen, is gewoon uitzieken. Wedden dat je je achteraf beter voelt dan voordien?
  • Word je chronisch ziek, ga dan niet zomaar akkoord met medicijnen die je voor de rest van je leven moet slikken. Ga na of een veranderingen van levensstijl – anders eten, meer ontspannen, meer bewegen, voldoende nachtrust, … – een verschil kunnen maken.
  • Moet je toch aan de medicijnen, ga dan na of je geen ‘ergere’ klachten ontwikkelt, vb. door de nevenwerkingen van bepaalde medicijnen. Is dat wel het geval, dan is het beste advies dat ik je kan geven: Ga op zoek naar een andere manier om met je klachten om te gaan. Want doe je dat niet, dan evolueert het vast van kwaad naar erger.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in. 

Geniet van de zon!

Daar is de lente, daar is de zon … bijna, maar ik denk dat ze weldra zal komen, zingt Jan De Wilde in zijn liedje. En inderdaad, als de eerste lentezon zich op het eind van de winter al vertoont, dan begint het bij mij te kriebelen. Dan zou ik zelf ook wel willen zingen … of in de tuin gaan werken … of een lange wandeling maken in de vrije natuur …

Want de zon geeft léven, de zon geeft nieuwe energie!

Het zonnevitamientje

Als wij in de zon komen met ontblote huid – en dan liefst niet preventief ingesmeerd met zonnebrandcrème – wordt in onze huid onder invloed van de zon vitamine D aangemaakt.

Vitamine D zorgt er niet alleen voor dat we ons beter gaan voelen en dat de winterblues plaats maakt voor lentekriebels, ze zorgt ook voor een goede werking van ons immuunsysteem, zodat we minder vlug ziek worden. Ze helpt de calciumspiegel in ons lichaam op peil te houden, zodat we sterke botten en sterke tanden behouden. Vitamine D draagt zorg voor een gezond hart, gezonde bloedvaten, gezonde hersenen en zenuwen, en helpt zelfs om een normale bloedsuikerspiegel en een normaal gewicht te behouden.

Als een beetje zonlicht op onze huid dat allemaal voor ons kan doen, dan zouden we ons naar buiten moeten haasten van zodra de zon ook maar een beetje om het hoekje komt piepen. Helaas, wij zitten te vaak en te veel binnen, en dat bevordert onze gezondheid niet.

Zonnebrand

Is de zon dan niet ook gevaarlijk voor ons? Moeten we ons niet dik, dik, dik insmeren tegen zonnebrand?

Wel, ja en nee … De zon kan gevaarlijk zijn, maar alleen als wij ‘onverstandig’ gaan zonnen. Veel meer dan gevaarlijk is de zon gezond voor ons. Zonder zonlicht kunnen wij niet leven. Maar daarover verder meer, eerst iets over ‘gezond zonnen’.

De zon is gevaarlijk … als wij onvoorbereid ineens in felle zon uren gaan liggen bakken. Je begrijpt dat jezelf laten verbranden geen goed idee kan zijn. Maar jezelf beschermen – of tenminste, denken dat je beschermd bent – met een zonnebrandcrème factor ik-weet-niet-hoeveel is ook niet gezond. De crème voorkomt dat je huid het te warm krijgt en verbrandt, maar de meest schadelijk stralen van de zon worden er niet door tegengehouden.

Beter is het de huid geleidelijk aan te laten wennen aan de zon. Dan krijg je beetje bij beetje een bruin kleurtje, en juist dat bruine kleurtje is je eigen natuurlijke bescherming tegen de zon. Stel je huid iedere keer het mooi weer is een beetje meer aan de zon bloot, en je lichaam zorgt zelf voor de beste bescherming die je kunt krijgen. Als je in de lente begint met regelmatig een uurtje ‘zonnen met blote armen en benen’, dan mag je in de zomer best wat langer in de zon.

De zon en het dag-en-nacht-ritme

Eén van de dingen die de zon – en het zonlicht, het daglicht – ook met je doet, is je ’s morgens wakker maken. Wie op een natuurlijke manier wakker wordt, gewekt door het licht, zal vanzelf makkelijker de dag beginnen. Evenzo zouden we vanzelf moe moeten worden als het daglicht vermindert. En daar gaat het in onze moderne tijden fout. Lang nadat de zon is ondergegaan, blijven wij wakker en alert … door het gebruikt van kunstlicht en blauw licht uit TV, computer, tablet, smartphone, …

Wie last heeft van vermoeidheid overdag zou het eens moeten proberen: laat je ’s morgens wekken door het daglicht en zorg ervoor dat ’s avonds het licht minder fel wordt. Vermijd vooral blauw licht, vanaf zo’n tweetal uur voor je gaat slapen. Laat geel licht – kaarslicht of gedempt licht – je helpen om de overgang van activiteit naar slaap te maken.

En er is meer: zonlicht moet je eten …

Dr. Henk Fransen, een Nederlandse arts die zwaar zieke mensen helpt gezonder te worden, beschrijft het als volgt: elke cel van ons lichaam heeft zonlicht nodig om zijn functies te kunnen uitvoeren. Een gezonde cel is een cel vol licht, een donkere cel is een zieke cel. Wil je gezond worden, voed dan je lichaamscellen met licht!

Klinkt gek, is het niet ?!?

Maar als je de man verder beluistert, dan besef je dat het in wezen heel eenvoudig is. Via de huid en ook via de ogen kunnen we het zonlicht rechtstreeks absorberen, dat is waar. Maar dat is onvoldoende om al onze cellen vol licht te krijgen. Om dat te laten gebeuren, moeten we zonlicht eten.

Jawel, zonlicht eten …

… en dat kan heel makkelijk, want planten zetten zonlicht om in voedsel dat wij kunnen eten. Denk maar aan de fotosynthese, waardoor groene bladgroenten ontstaan. Verse groeten en vers fruit bevatten ‘eetbaar zonlicht’ in alle kleuren van de regenboog. Zieke mensen hebben dus – naast de zon op hun huid – een overdosis aan verse groenten en fruit nodig, minstens een deel daarvan in de vorm van rauwkost.

En gezonde mensen … blijven gezond als ook zij hun cellen voeden met vers, door de natuur geproduceerd zonlicht!

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

“Let food be thy medicine and medicine be thy food.”

Deze uitspraak – Laat voedsel je medicijn zijn en medicijn je voedsel – zal oorspronkelijk wel in het Grieks geklonken hebben. Ze komt uit de mond van Hyppocrates van Kos, de grondlegger van de westerse geneeskunde. In de Natuurlijke Gezondheidszorg gaan we er inderdaad van uit dat voeding van cruciaal belang is in het gezonder worden en het tot op hoge leeftijd gezond blijven van mensen.

Vandaag geef ik je de vijf belangrijkste tips voor een écht gezonde voeding, een voeding die ons zelfgenezend vermogen helpt er het beste van te maken. Heb je bijzondere gezondheidsklachten of wil je verdere hulp bij het opmaken van een gezond voedingspatroon, neem dan gerust contact op met mij of met een collega gezondheidsbegeleider.

 

Tip 1: Eat real food – Eet écht en levend voedsel

Kijk eens door de ogen van je (over-)grootmoeder en stel je voor dat zij in een grootwarenhuis van vandaag haar voedsel zou moeten kiezen. Ik vermoed dat zij veel van de dingen die ze daar ziet amper als voedsel zou herkennen. Ja, de versafdeling van groenten en fruit, dat wel. En bij het vlees of de vis de ‘pure’ dingen wellicht ook. En een gewoon brood, rond of lang, dat vast ook nog wel …

Maar de rest?

Kant en klaar.
In plastic, blik en bric.
Geprepareerd tot slaatjes en burgers.
Niet alleen confituur, maar ook choco en speculoospasta.
Boterkoeken en cornflakes en snoep en koek en chocola bij de vleet.

Gezond voedsel is vers, zo van de boerderij of uit de tuin afkomstig. Hoe minder fabriekswerk eraan te pas kwam, hoe beter. Puur natuur en nog vol levenskracht. Als je kunt kiezen, koop dan appels in plaats van kant en klare appelmoes. Een appel is levend voedsel. Als je de pitjes plant en wat water geeft, ontdek je de levenskracht ervan. Appelmoes is dood voedsel, en hoe langer geleden gemaakt, hoe minder vitaal. Wat nog leven in zich draagt, kan ook jou leven en gezondheid geven. Wat al lang dood is, kan alleen nog calorieën bijdragen.

Tip 2: Drink voldoende water

Wij zijn levende wezens.
We zijn verwant met de aarde … en met de zee.
We bestaan voor zo’n 70% uit ‘zout water’ …
en als het niveau van dat water te veel zakt, drogen we uit.

Het is van belang dat we water drinken, of kruidenthee. Die belasten ons lichaam maar weinig en bieden veel voordelen. Koffie kan ook, maar met mate. Bij meer dan drie kopjes per dag slaat het voordeel om in nadeel.

Pas echter op met fruitsap – brengt te veel suikers ineens aan.
Pas ook op met alcohol – daar heeft de lever te veel last van en dan lukt ontgiften minder vlot.
Pas op met frisdrank, of het nu met suiker, light of zero is. Frisdrank bevat te veel zuren en te veel fosfor, beide niet goed voor ons lichaam. En ook synthetische zoetstoffen zijn helaas geen onschuldig alternatief voor suiker.

Denk zoals ik het een mama ooit aan een kind hoorde uitleggen: Je wast je lichaam aan de buitenkant toch ook met water? Wel, ook je binnenkant heeft water nodig om schoon te blijven!

Tip 3: Groenten en fruit zijn de basis van een gezonde voeding

Ik ben traditioneel groot gebracht: ’s morgens brood, ’s middags brood en ’s avonds warm en dus aardappelen. In ’t weekend was het ’s middags warm – frietjes op zondag – en ’s avonds brood. Groenten kwamen bij ons behoorlijk vaak en veel op het bord. Die werden immers zelf gekweekt, in de moestuin. Bij de warme maaltijd kregen wij zowel soep als vers klaargemaakte groenten bij de aardappelen en het vlees.

Zelf ga ik nog een stapje verder, en daar wil ik ook jou toe uitdagen: Maak van groenten (en fruit) de basis van wat je eet. Meer dan eens eet ik geen aardappelen of brood, maar een grotere hoeveelheid groenten, vaak twee of drie soorten per maaltijd. Op die manier krijg ik een bredere waaier aan vitamines, mineralen en andere gezondheid bevorderende stoffen op mijn bord.

Tip 4: Wees niet bang van gezonde vetten

Ze hebben ons bang gemaakt van vet, als zou vet alleen maar een dikmaker en ziekmaker zijn. Niets is echter minder waar. Het zijn eerder suiker en geraffineerde koolhydraten, zoals in brood en koekjes en snoepgoed die dik en ongezond maken. De vetten die we in onze vetcellen opslaan zijn voor het overgrote deel ‘door insuline getransformeerde suikermoleculen’. Dat vet kan alleen terug ingezet worden als energie, op een moment dat er gebrek is aan suiker in het bloed. Alleen, wij eten zo vaak en zo veel dat er quasi nooit een gebrek komt. En dus slaan we die reserves op. En dus worden we alsmaar dikker.

Gezonde vetten zijn zowel verzadigde als onverzadigde vetten. We hebben beide nodig, maar dan wel in een goede verhouding. En van de onverzadigde vetten hebben we ook de verschillende soorten – omega 9 en omega 6 en omega 3 – nodig, ook hier weer in een juiste verhouding.

Verzadigde vetten – dat zijn bij kamertemperatuur vaste vetten – gebruik je om te bakken en te braden en zelfs om te frituren. Onverzadigde vetten – die zijn vloeibaar bij kamertemperatuur – gebruik je als dressing bij de groenten. Transvetten – in margarines, in kant-en-klare mayonaises, in koekjes en ander gebak – zijn uit den boze. Dat zijn ongezonde vetten!

Die gezonde vetten hebben we broodnodig. Immers, onze hersenen en zenuwen bestaan voor het grootste deel uit vet. En elke cel van ons lichaam heeft een membraan, een velletje dat bestaat uit fosfolipiden – een bepaald soort vetten. Een tekort aan gezonde vetten kan dan ook ernstige gevolgen hebben voor onze gezondheid. Wees dus niet bang van gezonde vetten. Mijd eerder een teveel aan suiker en aan transvetten.

Tip 5: En bovenal: geniet van wat je eet!

De grootste fout echter die je kunt maken, is je zoveel zorgen maken over wat je beter wel of niet gaat eten, dat je van je eten niet meer kunt genieten. Wat je dus ook eet – en ook als het eens ‘lekker ongezond’ is -, geniet van wat je eet.

Eet langzaam en kauw goed. Hou je aandacht bij wat je eet (en niet bij de TV of de krant of de zorgen van de dag). Proef wat er te proeven valt, en wees dankbaar dat je te eten hebt. En voor wie kookt: gebruik naast peper en zout ook altijd een snuifje liefde. Want liefde voor de mensen voor wie je kookt – ook al is dat alleen voor jezelf – is het meest gezonde wat je op tafel kunt brengen.

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.

Wij zijn anders ziek dan de generaties voor ons

Er was een tijd …

Er was een tijd dat mensen nog stierven aan een gewone griep of aan een of andere kinderziekte. Er was een tijd dat moeders veelvuldig in het kraambed overleden. Er was een tijd waarin ondervoeding en een vervuilde leefomgeving mensen zo zwak maakte dat ze bezweken aan de geringste infectie.

In die tijd waren er twee grote oorzaken van het ziek worden en overlijden van mensen:

  • Er was het probleem van onvoldoende voedsel en vooral ook een te geringe variatie in voedingsmiddelen. Van de grote diversiteit aan vitamines, mineralen en andere gezondheid bevorderende stoffen in voeding wist men toen nog niks. Zo kon het gebeuren dat zeelieden stierven aan scheurbuik door een tekort aan vitamine C. Zo kon het ook gebeuren dat in Londen in de 18de en de 19de eeuw veel kinderen leden aan rachitis, een ziekte waarbij de beenderen in het lichaam te zwak waren en makkelijk bogen of braken. Rachitis ontstond door een tekort aan zonlicht en daardoor een gebrek aan vitamine D.
  • Er was ook het probleem van een gebrek aan hygiëne. In de middeleeuwen kon de pest uitbreken omdat mensen zich onvoldoende wasten en omdat ze het vuil gewoon open op straat lieten liggen. In vroegere tijden stierven ook veel vrouwen aan kraamvrouwenkoorts. In 1847 ontdekte dr. Semmelweis dat hygiënische maatregelen het aantal vrouwen dat stierf in het kraambed sterk naar beneden kon halen. Hij raadde dokters en vroedvrouwen aan de handen te desinfecteren voor elke hulp bij een geboorte. Hij werd erom uitgelachen en gek verklaard … en pas na zijn overlijden ging men inzien dat hij toch gelijk had.

… en daar ontstond onze huidige geneeskunde uit!

Er was dus een tijd dat onvoldoende gezonde voeding en een gebrek aan hygiëne voor de meeste overlijdens zorgden. Het was dan ook een zegen toen medicijnen als penicilline en antibiotica ontdekt werden. Het was tegelijk een zegen dat mensen van zuiver water en een meer gevarieerde voeding konden genieten. Dat heeft gemaakt dat de levensduur van mensen in stijgende lijn ging. Mensen leefden langer én bleven langer gezond.

Daar is onze huidige klassieke geneeskunde groot in geworden. Ze heeft het sterven aan eenvoudige infectieziektes zo goed als uit de wereld geholpen. En inderdaad, ook in landen uit de derde wereld gaat het de goede kant uit, zeker daar waar goede voeding en voldoende hygiëne ingang vinden.

Maar het tij keert …

Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is echter een manier van leven ingezet, die leidt tot nieuwe ziektes. Voor het eerst in de geschiedenis kan de jongste generatie er niet van uitgaan langer en gezonder te zullen leven dan hun ouders en grootouders. En dat heeft alles te maken met onze manier van leven.

We eten (veel te) veel, we eten onnatuurlijk voedsel, we eten kant-en-klaar en dus onvoldoende vers. We wonen in goed geïsoleerde en sterk verwarmde ruimtes. Van onvoldoende hygiëne zijn we doorgeslagen in overdreven hygiëne, waardoor we te weinig weerstand opbouwen. Jan Modaal leeft vandaag luxueuzer dan koningen uit vroegere tijden. Obesitas, diabetes, intoleranties en allergieën, dementie, kanker en vele andere welvaartsziektes zijn het gevolg daarvan.

Tegelijk leven we in een wereld waarin alles altijd vlugger en heftiger en meer moet. We kennen geen rust meer, geen echte recuperatie, geen ’terug-naar-de-bron’. In ons leven is hoe langer hoe minder stilte, hoe langer hoe minder lege tijd en niets doen. We gaan overkop aan de rush waarin we leven. Stress, depressie, burn-out, … zijn het resultaat hiervan.

Nieuwe ziektes vragen een andere aanpak

In de reguliere geneeskunde pakt men de symptomen van deze nieuwe ziektes aan met ‘oude’ medicijnen: antibiotica, ontstekingsremmers, pijn verdovende middelen, cholesterol verlagende middelen, diabetesmedicijnen, chemo- en radiotherapie, … Vaak zie je dat mensen deze medicijnen (te) regelmatig of zelfs blijvend moeten nemen. Dit  laatste toont dat alleen het ziektebeeld onderdrukt wordt, en de kwaal niet werkelijk genezen raakt.

Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door een ontspoorde levensstijl, ook door een verandering van die levensstijl genezen moeten worden? Is het niet logisch dat ziektes die ontstaan door te veel en ongezond eten, aangepakt moeten worden door de voeding in de juiste richting aan te passen? Is het niet logisch dat mensen met stress en depressie en burn-out beter gediend zouden zijn met een ’terug-naar-de-natuur’ dan met verdovende en onderdrukkende medicijnen?

Deze ‘nieuwe ziektes’ vragen inderdaad om een andere aanpak. Ziektes die ontstaan door een leefstijl te ver van de natuur af, kun je het beste genezen door een terugkeer naar de natuur: gezonde voeding, voldoende beweging – liefst in de vrije natuur -, voldoende échte rust en ontspanning, plezier in de dingen die je doet, het volgen van jouw unieke levensweg.

 

Dit artikel maakt deel uit van GEZONDHEID-WIJZER door Hilde Ryckewaert, Consulent Natuurlijke Gezondheidszorg. Wil jij ook tweewekelijks de GEZONDHEID-WIJZER in je mailbox krijgen, vul dan onderstaand formulier in.